Project Rotterdam
Museum Boijmans Van Beuningen, Rotterdam,
13.02.2016 t/m 07.08.2016
Als er een stad in Nederland is die zich constant in een waas van geldingsdrang lijkt te bevinden, is het Rotterdam. De havenstad zag haar centrum tijdens de meidagen tot stof vergaan en verrees vervolgens als een feniks uit de puinhopen, dat zal de wereld vast en zeker niet ontgaan zijn. En toch moet deze kracht, deze stedelijke zelfstandigheid keer op keer bewezen worden, ook in de kunst. Zo kondigde Museum Boijmans Van Beuningen enkele maanden geleden de komst van Project Rotterdam aan. Het is de tweede editie in tien jaar – directeur Sjarel Ex tekende met de eerste editie in 2005 een begin van zijn ambt – wat de indruk geeft dat er niet te hard van stapel gelopen wordt. Anders dan Amsterdam (de jaarlijks rond een thema ingerichte Gemeentelijke Kunstaankopen) en New York (het ruime overzicht van kunst onder de titel Greater New York), kiest het museum niet voor een tentoonstelling met de kracht van een paukenslag, maar voor een gedoseerde bestandsopname. In drie fases worden de kunstenaars uitgenodigd, stapje voor stapje. Pas in de zomer is alles te zien. De conservatoren Annemartine van Kesteren en Noor Mertens vertellen me dat het halve museum dan gevuld is met kunst uit Rotterdam.
De geleidelijke opbouw geeft de indruk dat de Rotterdammers niet even te gast zijn in het museum voor de duur van een maand of twee, maar de gelegenheid krijgen echt hun plek te zoeken in het gebouw, in wisselwerking met de aanwezige collectie. Tijdens de Art Rotterdam Week opende de eerste fase van het project. Nieuw en site-specific werk van Kevin Gallagher, Daisy Kroon, Johannes Langkamp, Sabine Marcelis, Bertjan Pot, Emma van der Put, Melle Smets, Wouter Venema en Lorelinde Verhees is in plukken geïnstalleerd op de eerste verdieping van het museum. In maart en juni volgen fase twee en drie met werk van onder anderen Koen Taselaar, Weronika Zielinska en Christien Meindertsma. De verschillende kunstenaars én designers hebben slechts één ding gemeen: allen werken en/of wonen in Rotterdam.
Het ontbreekt Project Rotterdam aan een inhoudelijk thema. De makers hebben niet gehandeld naar specifieke, Rotterdamse parameters en het is zodoende geen project geworden dat zich wil meten aan een bepaalde Rotterdamse identiteit, als zoiets al bestaat of gedefinieerd zou kunnen worden. De sculpturen en installaties van Kevin Gallagher bijvoorbeeld bevinden zich in een afgesloten ruimte in een hoek van het museum. De van oorsprong Amerikaanse kunstenaar speelde voor zijn bijdrage aan het project met vergankelijke materialen, geur en temperatuur. Lampen bedekt met gedroogde bloemen, schijven van gelatine en bijbehorende temperatuurregelaars vormen een geheel eigen biotoop; heel even waan je je in de wereld van Gallagher.
Meer kunstenaars hebben hun eigen terreintje gemarkeerd, waardoor het project lijkt op een sequentie van solotentoonstellingen. Zoals Lorelinde Verhees, die met Zonder titel (platform – paviljoen) een eigen grote, open ruimte maakte die doet denken aan een veranda of open schuur. De grotendeels houten installatie is een combinatie van sculptuur, architectuur, bewegende beelden, objecten en teksten die bovendien refereren aan de kunstgeschiedenis: een bewerkte pilaar en enkele gepolijste kokosnoten doen denken aan het werk van Brâncuși, en op de muur erachter vormen enkele gekleurde plastic stroken een Lawrence Weiner-achtige compositie.
Er zijn ook verrassende combinaties tussen kunst en design. De kleurrijke maskers van Bertjan Pot (die met zijn werk overigens ook onderdeel was van de eerste editie), de landkaart van Wouter Venema en de gekleurde neonbuizen van Sabine Marcelis volgen snel na elkaar. Enerzijds is de combinatie van kunst en design logisch, temeer omdat het Boijmans zich profileert als designmuseum. Anderzijds bemoeilijkt die diversiteit het oppikken van eventuele trends. Ook de vraag wie wel of niet opgenomen zou kunnen worden in de Rotterdamse stadscollectie, mocht dit aan de orde komen, lijkt hierdoor moeilijk te beantwoorden.
Een prettig en voorlopig eindstation vormt WTC van Emma van der Put, een compilatie van stilstaande beelden die ook te zien was op Art Rotterdam Projections. Zes maanden lang fotografeerde zij vanuit het WTC in Brussel de omringende en roerige publieke ruimte die gebukt gaat onder de vluchtelingenproblematiek. Van der Put fotografeerde Brussel, maar het had ook Rotterdam kunnen zijn; de anonieme kantoren, kantoorpersoneel in en rond het gebouw, hangende mensen op straat. De hedendaagse steden delen met elkaar een sterk overeenkomend grote-stadsgevoel, met bijpassende problemen. Laat het de inwoners niet horen, maar zo bezien had Project Rotterdam net zo goed Project Brussel kunnen heten, of – neem me niet kwalijk – Project Amsterdam.
Lindy Kuit
is kunst- en architectuurhistoricus