metropolis m

Roman Signer
Projet pour un jardin
Middelheimmuseum, Antwerpen
29.10.2016 t/m 02.04.2017

De kunsthistoricus en criticus Rachel Withers verwijst naar het beeldende werk van de Zwitserse kunstenaar Roman Signer met de term time-sculptures. Naast de drie dimensies absorberen ze ook de vierde, de notie tijd, omwille van de transformatie die ze doorgemaakt hebben of nog steeds doormaken. In die zin spreekt Signer zelf niet graag over performances, maar liever over acties. Die term heeft immers niet alleen iets manifesters en directers, maar omsluit ook de handeling en het procesmatige aspect.

In het Antwerpse Middelheimmuseum stelt Signer een handvol nieuwe werken tentoon, zowel binnen als buiten. Zoals gebruikelijk zijn die opgetrokken uit eenvoudige materialen, afkomstig uit zijn directe omgeving, en steunen ze op natuurlijke fenomenen, pseudowetenschappelijke ingevingen en trial-and-error-technieken. Ook hebben ze een hoog toys-for-boys-gehalte.

Tijdens de opening begeef ik mij naar het openluchtmuseum, waar de uitvoering van Signers nieuwe Aktion op het programma staat: Wer hat Angst vor Rot, Gelb, Blau? Ja, ich habe Angst.1 Het omvangrijk toegestroomde publiek schaart zich in een cirkel op een open plek achter het mooie, elegant naar de seventies lonkende Renaat Braempaviljoen. Vooraan staan drie rechthoekige bakken met blauwe, gele en rode verf. In elke bak zit een drone. Daarachter ligt een grote, rechthoekige, witgelakte plaat hout. Wie goed kijkt, ontdekt dat aan de onderkant van de drones borstels gemonteerd zijn.

Signer treedt aan om de drones te besturen als waren ze vliegende penselen. Eerst is de rode verf aan de beurt. De kunstenaar laat de machine boven de plaat zweven tot op een hoogte van twee, drie meter. Dan laat hij de drone vallen. Met een dof geluid smakt hij neer op de plaat, vier dotten verf achterlatend. Meerdere malen zijn het vegen; vaak komt de drone niet recht op de borstels neer. Het ding knalt ook op de rand of komt naast de plaat neer. Zo blijven bladeren, stof en modder eveneens in de verf plakken. Signer laat ze met een stalen gezicht op zijn drager neerkomen. De man blijkt geen geoefend dronepiloot. In zijn handen schommelen de apparaten in de lucht. Ze krijgen iets menselijks en hulpeloos. Ook iets komisch en triests. Ze ontregelen. Telkens wanneer de drone abrupt naar beneden duikt om er een lading verf achter te laten, grinnikt het publiek.

Na de rode en de gele verf – we zijn een achttal minuten verder in deze voor Signer ongebruikelijk lange toer – gaat het mis. De laatste drone met blauwe verf wil niet starten. Twee van de vier propellers maken geluid, maar het ding blijft steken in zijn bak. Een technicus snelt ter hulp, zo te zien niet volledig naar zijn zin, noch naar die van de kunstenaar. De onrustig geworden toeschouwers verliezen de spanning en beginnen te praten. Op de achtergrond staan curator Pieter Boons en Sara Weyns, directeur van het museum, er een beetje ongelukkig bij. Maar ze behouden hun glimlach. De redding komt in de vorm van een nieuwe drone. Behendig haalt de assistent de scheerborstels van de werkloze drone en plaatst ze op het actieve apparaat. Ondanks zijn zorgvuldigheid blijft er blauwe verf aan zijn handen kleven.

Direct gaat Signer verder. Dotten, vegen en spatten blauwe verf belanden op de plaat aan zijn voeten. Maar al snel gaat het wéér mis: de drone kantelt gevaarlijk, sputtert tegen en ploft dof op de grond neer. Hij sterft een mopperende dood. De kunstenaar houdt het voor gezien en maakt een wijds dankgebaar met de armen. Applaus en gejoel.

Veel tijd krijgen we niet om het werk van dichtbij te bekijken. Signer ordonneert dat alles het paviljoen in moet. Met quasi-overdreven voorzichtigheid dragen kunstenaar en curator het paneel – ondertussen een schilderij – het paviljoen binnen, waar het tentoongesteld zal worden. Binnen is ook Spuren (2016) te zien, een met meer dan duizend kilo Lommels zand bedekt zigzagparcours; eveneens een restant van een Aktion. Recentelijk maakte Signer met zijn ski’s een tocht over dit pad, als was het door de sneeuw bij hem thuis. De video toont dat het aflopen van het met tien hoekige bochten bezaaide pad absoluut niet gemakkelijk was. Aan het eind van het meterslange traject bevindt zich een vaaloranje kabelbaancabine uit de jaren zeventig. Dit nostalgisch object staat gebruikelijk op het terras van de kunstenaar, alwaar hij graag een glaasje whisky drinkt en over de Alpen uitkijkt, zo vertelt een gids ongevraagd. Zoals steeds bij Signer is ook dit werk doordrenkt van absurdisme en kent het een existentiële dimensie. Meer nog: vaagweg ruikt deze levens- of lijdensweg naar iets religieus.

Op een steenworp afstand van het paviljoen pronkt op het beboste heuveltje Project pour un jardin (2016). De nieuwe interactieve sculptuur bestaat uit een groen geverfde stalen plaat van ongeveer acht bij vier meter. Op pootjes van anderhalve meter hoogte geplaatst, sneed Signer in het midden van de plaat een meanderend parcours uit. Hiermee nodigt hij de toeschouwer uit door de acht slalombochten te lopen en zo de omgeving van het park met zijn vele sculpturen vanuit verschillende standpunten te beleven. Op afstand gezien lijken de deelnemers aan de sculptuur op marionetten of op dobberende eendjes in een kermiskraam. Met Project pour un jardin heeft het museum, na Bidon Bleu uit 2012, er een geestige en intelligente permanente sculptuur van deze nog steeds erg fascinerende kunstenaar bij.

Recente artikelen