metropolis m

Soulèvements
Jeu de Paume, Parijs
18.10.2016 t/m 15.01.2017

Soulèvements (Opstanden) brengt allerlei vormen van verzet krachtig in beeld. De doorwrochte tentoonstelling, samengesteld door de Franse filosoof en kunsthistoricus Georges Didi-Huberman, komt op een goed moment: de crises stapelen zich op. Zeker in Frankrijk. Het is daarom opvallend dat er in de tentoonstelling geen enkel beeld van de terroristische aanslagen in Frankrijk is opgenomen. Ook dat kan als verzet worden gezien. Mogelijk is daarvoor gekozen omdat die beelden de discussie naar de actualiteit en de politiek verleggen, terwijl het Didi-Huberman vooral lijkt te doen om de potentie en kracht van revoltes, vooral in poëtisch opzicht. Hoewel de tentoonstelling de politieke, antropologische en historische kanten van revoluties belicht en het verlangen om tot actie over te gaan zeker voedt, is Soulèvements voornamelijk poëtisch-filosofisch van aard en wordt het als denkoefening gepresenteerd.

De tentoonstelling kan beschouwd worden als een uitvloeisel van Didi-Hubermans publicatie Peuples en larmes, peuples en armes die in juni verscheen. De pointe van dat betoog is dat een teken van onmacht en verdriet – tranen – kan leiden tot verzet en zelfs macht. Tranen blijken niet alleen een krachtig wapen, ook liggen ze ten grondslag aan iedere revolte. Immers, wanneer het beklagen van een situatie overgaat in aanklagen, dán begint de emancipatie en de opstand.

Soulèvements beschrijft de opkomst en ondergang van revoluties in vijf fases – de allereerste tinteling of traan, aanzwellende gebaren, geëxclameerde teksten, vurige conflicten en het sluitstuk: de onverwoestbare hoop – die op hun beurt uiteenvallen in subonderwerpen. Ieder hoofdstuk wordt gevisualiseerd door een reeks beelden: schilderijen, tekeningen, (spot)prenten, video-installaties, (documentaire)films, manuscripten en traktaten, posters en foto’s uit grofweg de laatste tweeënhalve eeuw. De vermenging van (historische) documentairefoto’s met (oude) kunst tilt het onderwerp naar een abstracter niveau. Sterk is ook de aandacht voor anonieme makers die in tijden van repressie of revolte risico lopen door iets in beeld te brengen en te laten circuleren. De onderliggende boodschap is dat je geen professionele kunstenaar, (nieuws)fotograaf of schrijver hoeft te zijn om een krachtig beeld te maken dat oproept tot of bijdraagt aan verzet.

Overbekende, iconische nieuwsfoto’s zoals de stenen gooiende Palestijn of de Chinese tank man bevat deze tentoonstelling gelukkig niet. Soulèvements toont een schat aan originele, confronterende en tot de verbeelding sprekende beelden. Pregnant is de foto van de Novemberrevolutie (Berlijn, 1919) waarin Spartacisten het vuur openen vanachter een barricade bestaande uit krantenrollen: het gedrukte woord biedt letterlijk en figuurlijk bescherming. Trots en triomfantelijk rookt Fortino Samano, een van de leiders van de Mexicaanse revolutie, zijn laatste sigaar voor hij geëxecuteerd wordt (1917). De revolutie eist onverbiddelijk zijn tol. Deze en andere beelden vormen een wereldreis langs revoluties door tijd en ruimte heen. Al moet gezegd worden dat het precies die afstand in tijd en plaats is die de meeste beelden ontzenuwt. Niemand zal hier nog persoonlijk aanstoot aan nemen. De posities zijn ingenomen, de strijd is beslist. Dat betekent niet dat actualiteit in de tentoonstelling ontbreekt. Er is aandacht voor vluchtelingen aan de Grieks-Macedonische grens (2016, Maria Kourkouta), voor de opstand van 1 juli in een Parijse gevangenis (Estefanía Peñafiel Loaiza) en voor de Jasmijnrevolutie op het Tahrirplein (2011, Jasmina Metwaly). Wel kenmerkt deze actualiteit zich door typisch links-correcte thema’s.

De vraag rijst hoe beelden de capaciteit hebben om collectieve emoties uit te lokken en om een gedeeld gevoel uit te dragen. De film van Jack Goldstein is zo’n beeld dat de potentie heeft tot verzet op te roepen: een tafel, een glas melk en een vuist die steeds harder op tafel slaat en het glas doet trillen en overlopen (A Glass of Milk, 1972). Maar ook een foto van Jo Mihaly’s dans Revolutie (Germaine Krull, 1925) of de woordtekening Mierda (1934) van Federico García Lorca die tijdens de Spaanse Burgeroorlog werd vermoord door de nationalistische aanhangers van Franco. Bijzonder inspirerend is dat Soulèvements ook laat zien hoe verschillende kunstenaars, zoals Bertolt Brecht, Joan Miró, Victor Hugo, Gustave Courbet, Jean-Luc Godard, zich buiten hun autonome werk hebben ingezet voor de goede zaak. Op foto’s is bijvoorbeeld te zien hoe schrijvers als Brecht, Aldous Huxley en Tristan Tzara in 1935 verbeten en vastberaden de cultuur verdedigen tegen het fascisme tijdens een speciaal daartoe georganiseerd congres in Parijs.

Soulèvements is een ingetogen en spaarzaam verlichtte tentoonstelling. Geen presentatie waar op de emoties wordt ingespeeld door bijvoorbeeld films luid af te spelen of foto’s groot af te drukken. Deze benadering toont eens te meer dat het Didi-Huberman echt om een intellectuele verkenning gaat.

Welbeschouwd is de tentoonstelling een portret van de maker: zuiver en erudiet. Ieder beeld kan op verschillende niveaus gelezen worden. Dat vergt kennis van de kijker op het gebied van geschiedenis, levensloop van de kunstenaars en betekenis van bepaalde kunstwerken. Het bekijken van de tentoonstelling is daardoor een inspannende bezigheid. Misschien is de tentoonstelling te intensief met al die subthema’s en zijpaden. Hier is duidelijk een schrijver aan het werk, geen tentoonstellingsmaker. Het onderscheid tussen stakingen en demonstraties voert bijvoorbeeld te ver, net als het in beeld brengen van verschillende barricades en vernielingen. Is het echt noodzakelijk om alle facetten van revolutie te tonen? De kracht zit ‘m toch vooral in de hoopgevende start waar alles nog mogelijk is.

Nanda Janssen

is curator en criticus en woont in Parijs

Recente artikelen