metropolis m

Vietnam boekte ook in 2019 indrukwekkende economische successen, die het land in het komende decennium wil bestendigen en verveelvoudigen. Tegelijkertijd wordt de kloof tussen arm en rijk jaarlijks groter. Bovendien leidt de economische groei tot veel vervuiling en vervreemdt ze het platteland van de stad. In dat laatste ziet de Vietnamese kunstenaar Thao Nguyen Phan (1987), die woont en werkt in Ho Chi Minhstad, een ‘landschap van verborgen trauma’.

Thao Nguyen Phan, die is opgeleid in Vietnam, Singapore en New York,  laat werelden botsen: droom met bittere realiteit, (officiële en overgeleverde) geschiedenis met het heden, realiteit met fabel en film met animatie. Monsoon Melody heet haar tentoonstelling bij Wiels, volgens het persbericht ‘haar grootste tot op heden’. De tentoonstelling toont drie recente video’s, ingebed in ensembles van aquarellen en sculpturen. De moesson, een periodieke wind die in tropische gebieden waait (ook in Zuidoost-Azië), staat bekend om zijn halfjaarlijkse kentering van honderdtachtig graden. De titel van de tentoonstelling is dus een metafoor voor de vele recente veranderingen in het vaderland van de kunstenaar. 

In het werk van Thao Nguyen Phan, dat voornamelijk bestaat uit video’s en aan aquareltechniek verwante schilderijen, komen verschillende verhalen samen. Fragmenten uit de wereldliteratuur, traditionele Aziatische vertellingen en volkse overleveringen gaan hand in hand met referenties naar religie en filosofie. Monsoon Melody toont drie recente videowerken in evenveel zalen. Aan elk van de werken verbonden de kunstenaar en de curatoren Zoë Gray (Wiels) en Hilde Teerlinck (Han Nefkens Foundation) ensembles van schilderijen. In haar video’s werkt Phan herhaaldelijk met kinderen, niet zelden uit haar directe omgeving. Ook in haar schilderijen keert de figuur en de wereld van het kind vaak terug. De verhalen van Phan zijn zeer ingetogen en nogal complex. Ze baden in een dromerige, sprookjesachtige sfeer die sentimentaliteit en naïviteit net weet te ontwijken. De werken nodigen uit tot dagdromen, maar de opstelling in Wiels staat niet toe er volledig in op te gaan.

De tentoonstelling opent met Phans meest recente videowerk Becoming Alluvium (2019). Thao Nguyen Phan baseerde zich onder meer op fragmenten van beroemde teksten van Rabindranath Tagore (De hovenier, 1913), Marguerite Duras (De minnaar, 1984), Italo Calvino (De onzichtbare steden, 1972), en een overgeleverd volksverhaal van de Khmer. De opbouw is associatief maar behoudt dankzij de teksten een zekere chronologie. Tagore’s sprookje over twee tienerbroers die incarneren in een dolfijn en een waterhyacint, gaat over in Duras’ citaten over de Mekong en Calvino’s betoog tegen overconsumptie en wegwerpcultuur. De beelden illustreren de tekst: kinderen gaan over in long-shots van de rivier en vervolgens in een vuilnisbelt waar talloze mensen weggegooide spullen rapen. In het laatste deel verandert het werk in een animatie; in een prachtige parabel over een hebzuchtige prinses verandert in dauw en zo terugkeert naar de Mekong.

.

Hoewel Becoming Alluvium zich aandient als een sprookje (ook letterlijk: een verteller heft aan met ‘Er was eens…’), durft Phan te experimenteren. Ze zet het landschap op de kop, monteert details als een naakte (kinder)rug aan uit de lucht geschoten beelden van langzaam voorbijtrekkende aken. De Mekong, met zijn 4350 kilometer een van ’s werelds langste rivieren, vormt hier slechts een excuus. Ze geeft Phan de aanzet een meditatief uiteengezette streng allegorieën aaneen te breien. Die kaarten ecologische en sociale verschuivingen in Zuidoost-Azië aan: de groeiende landbouw, overbevissing, technologische verschuivingen en de daarmee gepaard gaande economische migratie. 

De video wordt geflankeerd door Perpetual Brightness (2019), een tweezijdig beschilderd kamerscherm. Aan de ene kant is er een in laktechniek uitgevoerde gefragmenteerde kaart van de Mekong. Aan de andere kant beelden aquarellen op zijdedoek onder meer een rouwscène uit waarin vissers (kinderen?) de geesten van gestrande walvissen vereren. 

Hoewel de projectie mooi groot is, lijkt het geluid af en toe weg te vallen. Flarden van de soms fluisterende stemmen verdwijnen in het niets (gelukkig zijn er ondertitels). Bijtijds galmt de klankband van de belendende zaal door de ruimte. Ook in de volgende zaal voelt de opstelling problematisch aan. De schermen die Tropical Siesta (2017) projecteren, hangen in het midden van de ruimte aan kabels. Iedereen die verder of terug wil, flaneert achteloos door het beeld (de zaal op deze verdieping loopt dood wat terugkeren een vereiste maakt voor wie de tentoonstelling verlaten wil). 

Tropical Siesta, waarin de jongere neven en nichten van Phan meedoen, speelt in een fictief Vietnam waar iedereen (in dit geval kinderen) het land bewerkt. De kunstenaar linkt fragmenten uit vroege Europese teksten over de regio – Geschiedenis van het Koninkrijk Tonkin (1650) en Rhodes van Vietnam: de reizen en missies van pater Alexandre de Rhodes in China en andere koninkrijken van de Oriënt (1653) – aan kinderspelletjes zoals het zijdelings van een heuvel rollen. Die spelletjes hebben een bittere, donkere ondertoon: ze appelleren aan de vaak gruwelijke gebeurtenissen uit het oorlogs- en koloniale verleden van Vietnam. 

De zijzaaltjes exposeren Voyages de Rhodes (2014-2017), een honderdtal aquarellen aangebracht op de pagina’s van het voornoemde boek dat de Franse jezuïet Rhodes in 1653 publiceerde en dat – aldus de ondertiteling in de video – ‘de enige teksten zijn die de kinderen bestuderen’. De aquarellen verwijzen letterlijk naar scènes uit Tropical Siesta, en diepen de aangeraakte thematiek verder uit: naast rijstvelden zien we roltrappen (die nergens heen leiden), politieke manifestaties en verwijzingen naar modernistische architectuur. 

Mute Grain (2019) en de reeks op zijde uitgevoerde waterverfschilderijen Dream of March and August (2018) sluiten de tentoonstelling af. Hier klopt de opstelling wel: de schermen van de driekanaalsvideo-installatie hangen naar de muur en de deuren toe, het vingerdikke tapijt zorgt voor het nodige geluidscomfort. Dit verhaal over de Vietnamese hongersnood in 1945 tijdens de Japanse bezetting van Frans Indochina, die meer dan twee miljoen levens eiste, komt dan ook extra hard binnen. Op elegante, precies gebalanceerde manier schaatst Thao Nguyen Phan op het randje van het sentiment zonder te stuntelen. De ingetogen zwart-wit beelden zijn net niet over-esthetisch, en de pianomuziek zwelt net niet tot het snotteren aan. Phan toont zich koket maar weet perfect maat te houden. 

Thao Nguyen Phan

Monsoon Melody,
1.2 t/m 24.4.2020,
Wiels, Brussel

Becoming Alluvium,
26.6 t/m 30.8.2020,
Chisenhale Gallery, Londen

Recente artikelen