Zero Footprint Campus
Zero Footprint Campus
Utrecht Science Park
01.06.2017 t/m 24.06.2017
Het Utrechtse Science Park heeft sinds vorig jaar een nieuwe afdeling, the department of search. Met het centraal stellen van de zoektocht (search) in plaats van het onderzoek (research) willen de initiatiefnemers de wetenschap ‘besmetten’ met de open, experimentele speurtocht van de kunst. Dat het initiatief hiertoe aan de kant van de gemeente Utrecht en de Universiteit Utrecht lag, zegt iets over het toenemende belang dat toegeschreven wordt aan de kunst om naast de wetenschap een rol te vervullen in de ontwikkeling van de toekomst.
Het Science Park geniet internationaal bekendheid als kennisinnovatienetwerk met als speerpunten duurzaamheid en gezondheid. Maar buiten op de campus is geen spoor te bekennen van wat er binnen in de gebouwen bedacht wordt. Vanuit deze gedachte werden twaalf kunstenaars gevraagd zich gedurende een jaar te verdiepen in de omgeving van wetenschappers, studenten, universiteitsgebouwen, procedures en kennis om de (on-)mogelijkheden van nul CO2-uitstoot te onderzoeken. De titel Zero Footprint Campus is wat ongelukkig gekozen: geen voetafdruk betekent immers geen leven, terwijl het hier juist gaat om de dynamische ideeën waarmee we met een kleinere ecologische voetafdruk ons op aarde kunnen bewegen.
Een verdienste van Zero Footprint Campus is dat veel van de projecten tot de kern van het probleem doordringen: in plaats van ludieke ideeën aan de rafelranden zijn er diverse projecten die de transdisciplinaire uitwisseling en het veranderen van de taal, methodiek en zienswijze willen faciliteren. Zo creëerde Arne Hendriks, als onderdeel van zijn jarenlange onderzoek naar onze obsessie met groei en ruimte, een container waarin economen in gesprek kunnen gaan met oncologen om het denken over een ‘postgroeisamenleving’ te stimuleren, waarvan de vernietigende kracht niet beter gesymboliseerd kan worden dan door de kankercel. In Friendly Stalking van Rolf Engelen werden wetenschappers naar buiten gelokt om een kunstenaar gedurende langere tijd te volgen om zo nieuwe leerprocessen en inspiratie te ontdekken buiten de geijkte academische paden.
De weinige vrouwelijke deelnemers drongen diep door tot de ideologische kern van het machtsbolwerk: de database van de universiteitsbibliotheek. Read-In, een collectief dat zich sinds 2010 bezighoudt met de implicaties van collectief lezen, onderzocht hoe zoekmachines ons zoekgedrag en de resultaten ervan sturen. Ze ontwikkelden een alternatieve ontsluiting van de bibliotheekcollecties gebaseerd op zoekcategorieën als geslacht en etniciteit om de machtssystemen van de westerse kenniseconomie aan de orde te stellen.
Als pionier in het bastion van het Science Park ondervond het department of search de nodige wrijving tijdens de organisatie van haar eerste project. Dat Zero Footprint Campus zich grotendeels buiten de universitaire gebouwen bevindt in plaats van erbinnen is misschien veelzeggend. Hoe graag de universiteit zich ook wil verbinden met kunst en cultuur, uit gesprekken met kunstenaars en organisatoren blijkt dat dit niet zonder slag of stoot is gegaan. Samenwerkingen verliepen het best wanneer kunstenaars vanaf het begin een specifieke vraag hadden en waren moeilijk wanneer de zoektocht nog heel open was. De universitaire bureaucratie liet daarbij weinig ruimte voor de excentrieke zoektochten van kunstenaars. Zo werden religieuze en politieke teksten niet toegestaan rond de gebouwen.
Dit kreeg natuurlijk meteen weerklank in bijvoorbeeld het werk van Bureau d’Études, waarin de machtsrelaties op het Science Park in kaart zijn gebracht. Ze blijken vooral gestoeld op het triple helixmodel van kennisinstellingen, bedrijfsleven en overheid waarin cultuur en milieu nauwelijks een rol spelen. Bureau D’Études ondervond naar eigen zeggen veel moeilijkheden bij het verkrijgen van informatie. Als reactie hierop organiseerden ze tijdens de opening een parade met een demonstratiekit, waarbij studenten konden kiezen uit borden waarvan de voorkant de wetenschap oproept om haar kennis in te zetten om de aarde te redden en de achterkant om alle middelen die de aarde te bieden heeft in te zetten voor een vertrek naar een nieuwe planeet.
Maarten Vanden Eynde is een van de weinigen die wist door te dringen tot de universiteit zelf. En wel tot een heel bijzondere plek, waar zelfs mensen die al ruim vijftien jaar op het Science Park werken het bestaan niet van wisten: de sterrentoren die in de jaren zestig nog voor voltooiing obsoleet werd vanwege de lichtvervuiling van nabijgelegen torenflats. Vanden Eynde installeerde hier een observatorium waarin we vanuit de toekomst kijken naar de revolutionaire ontdekkingen van het heden. Objecten uit onder andere het universiteitsmuseum, foto’s en werken die hij zelf maakte, zoals The Last Human, een sculptuur van een mens met computerdraden die uit zijn hoofd steken, vertellen een verhaal over de geschiedenis van de maakbare toekomst. In deze archeologie van de toekomst is taal nadrukkelijk verdwenen.
Er waren enkele projecten die heel praktisch aan de slag gingen met de campusomgeving, zoals een campagne voor kraanwater van Helmut Smits en het idee van Van Blankensteyn, een zeepmaker, om de campus schoon te maken met schoonmaakmiddel uit sinaasappelschillen. Cynthia Hathaway produceerde van de wol van 325 op de campus levende schapen een campustrui en Melle Smets en Kris De Decker verzilverden de menselijke energie op de campus in de Human Power Plant. Ze zorgden voor enkele studentenwoningen die hun energie krijgen uit spierkracht.
De ambitie van het department of search is om voorbij de tijdelijke manifestatie een permanente afdeling op het Science Park te vormen die kunstenaars de gelegenheid geeft naast wetenschappers te werken om openingen te bieden voor nieuwe inzichten, verbindingen en verbeeldingen. Of het bestuur van het Science Park daarvoor open zal staan, moet nog blijken. De organisatie faciliteert in elk geval de discussie hierover in een drietal debatten waarin beslissingsmakers uit diverse sectoren bij elkaar gebracht worden. Inmiddels is er vanuit de wetenschappers de vraag gekomen om onderzoek te mogen verrichten binnen de experimentele ruimte van het department of search. De kunstenaarsmethode lijkt daarmee al aan te slaan.
Alice Smits
curator Zone 2 Source Amsterdam en kunstcriticus