Keiko Sato – Op de rand van totale vernietiging
Keiko Sato baarde internationaal opzien met indrukwekkende vloerinstallaties. Nadat ze bij toeval de aanslag op de WTC-torens meemaakte in New York, besloot de dochter van een voormalig Japanse kamikazepiloot een onderzoek te starten naar haar vader, die ze nooit gekend heeft.
De vloer vol sigarettenpeuken van Keiko Sato (1957) is uitgegroeid tot een klassieker. Eens in de zoveel jaar voert ze de installatie uit 1997 opnieuw uit. Dit najaar in Annie Gentils Gallery in Antwerpen (nog te zien tot en met 15 januari). Vreemd dat het werk nog geen deel uitmaakt van een museumcollectie.
Al haar vloerwerken (in vijftien jaar heeft ze er een tiental gemaakt) ogen abstract, toch is de maatschappij altijd dichtbij. Zoals ook bij drie recente vloerwerken die ze eerder dit jaar in een kunstcentrum in Japan realiseerde. De bezoeker komt binnen via een balkon, waar een landschap van aarde is gerealiseerd. Her en der steken er gebroken flessen uit, als vlammen van een vulkaan. Sato spreekt over een ‘archetypische wereld’, en noemt het een beginpunt.
Een tweede installatie biedt een meer huiselijk beeld, een ‘binnenwereld’ bestaande uit gebroken serviezen en verfijnde sporen van pasta en rijst. Het blijkt het tussenstation voor de derde, meest imponerende installatie, die in de aansluitende grote ruimte is opgebouwd. Het is opnieuw een landschap, een ‘buitenwereld’ dit keer met gekapte boomstronken die met een verfijnd stelsel van draden met het plafond zijn verbonden.
Zoals vaker bij Sato wordt destructie gekoppeld aan constructie, teloorgang aan nieuw leven. In dit geval maakt het bos letterlijk plaats voor zonnestralen. De Duitse filosoof Martin Heidegger noemde zo’n open plek in het bos een ‘Lichtung’: er wordt ruimte gemaakt voor het mogelijke. Bij Sato moest de installatie ruimte bieden aan onder meer een dansvoorstelling en een optreden van boeddhistische monniken.
Als ik Sato spreek, gaat het vooral over haar tentoonstelling in het Museum voor Moderne kunst in Arnhem, waar ze overigens geen vloerwerk zal tonen. Al een kleine tien jaar houdt ze zich veel met ander werk bezig, op onderzoek gebaseerde collages en tekst. De aanleiding voor dit tweede spoor in het oeuvre ligt bij een ziekte die het haar gedurende enige tijd onmogelijk maakte de arbeidsintensieve vloerwerken te maken. Ondanks dat ongemak trok ze naar New York voor een tentoonstelling, waar ze een van haar meest agressieve werken tot dan realiseerde.
LEES VERDER IN METROPOLIS M NR 6 – 2010.
NU IN DE (WEB)WINKEL
Domeniek Ruyters
is hoofdredacteur van Metropolis M