metropolis m

Hij maakte indruk afgelopen RijksakademieOPEN, met enkele omvangrijke installaties die deels gebaseerd waren op een uitruil van het interieur van een computerleerinstituut. Johann Arens is gefascineerd door de maatschappelijke obsessie met elektronica, de taal en vormgeving ervan, die hij in zijn werk uiteenrafelt en op eigen wijze reconstrueert. Na een studie aan de Gerrit Rietveld Academie, Goldsmiths in Londen en een residentie aan de Rijksakademie woont hij in Londen waar ik hem spreek.

Alix de Massiac

Wat voor werk maakte je tijdens je studie?

Johann Arens

‘Bij Goldsmiths maakte ik video’s op basis van sculpturale installaties, een soort landschap van objecten die gefilmd worden. Op de een of andere manier werkte dat nooit helemaal in de filmcontext. Op het moment dat ik het niet langer “film” ben gaan noemen en naar een studiopraktijk bewoog viel alles op zijn plek.’

Alix de Massiac

Op welke manier lag film je niet?’

Johann Arens

‘Dikwijls is de structuur van een film het script, waarbij ideeën worden uitgelegd met tekst, maar dat ligt mij niet echt. Er is wel tekst in mijn werk, maar dat beperkt zich meestal tot de onderzoeksfase. Ik had altijd het probleem dat ik de acteurs niet wilde vertellen wat ze moesten doen. Het gaat me meer om de zichzelf voortstuwende dynamiek van mensen die een kamer binnenkomen en hoe zij zich daar dan in bewegen. In Apple and Pear werkte ik in het voormalig hoofdkwartier van de British Telecom. Ik heb daar twee parallelle ruimtes ingericht met allerlei meubilair en elektronische apparaten uit het verleden van het gebouw en die gecombineerd met eigen sculpturale interventies. Bij de eerste ruimte liep je naar binnen, vervolgens ging je de hoek om en zag je de tweede ruimte door een raam. Deze had een identieke opstelling, met het verschil dat je daar mensen aan het werk zag. Het ging om de wisselwerking tussen de twee.’

Alix de Massiac

Het letterlijk kadreren van de beleving door middel van het raam?

Johann Arens

‘Ja. Hopelijk wordt het denken over die plek door de andere kadrering opengebroken. Dit zijn immers publieke of semipublieke instituten waar iedereen de beeldtaal van kent, maar als je er een tweede keer naar kijkt vertelt het ons iets over het kader waarmee we ons omringen. Het wordt een analytische studie van de plek en het institutionele meubilair.’

Alix de Massiac

In het project voor de RijksakademieOPEN 2015 combineerde je meubilair van het Actieve Computer Centrum (ACC) in Amsterdam-West met eigen sculpturen, zowel in je atelier als in het ACC. Is het verwant aan het project Centre & Habesha Grocery dat je in Londen realiseerde?

Johann Arens

‘Wat mij betreft zijn het twee losse projecten. Natuurlijk is er zowel de interesse in de touchscreentechnologie en de manier waarop computers worden gebruikt, als in de digitale kloof tussen de mensen die toegang hebben tot technische ontwikkelingen en degenen die dat niet hebben. Het internetcafé in Londen ging dicht toen ik het leerde kennen en het voelde als een uitstervend soort, een dinosauriër met een sociaalgeografisch randje. De tentoonstelling zelf was in het centrum van Londen. Daar zijn nauwelijks nog internetcafés – je kunt goed zien hoe het mobiele breedbandinternet steeds verder oprukt en de internetcafés de stad uitduwt. Het werk On Haptics in het Rijks was een simultane uitwisseling van twee plekken. Beide zijn vandaag de dag intact en beiden functioneren volgens geheel andere regels. Objecten van de ene naar de andere plek brengen gaf het een open en breder karakter dat werd geaccentueerd door het bezoek van de kunstwereld aan het ACC en andersom. In Londen ging dat op een andere manier. Het wijzen op de sluiting van deze internetcafés toont hun maatschappelijk belang. Pas als je je erin verdiept realiseer je je hoe levendig die cultuur is. In Azië worden ze gebruikt als ontmoetingsplek voor jongeren en zijn het vaak gamecentra. In West-Afrika verhuren ze een tafeltje met telefoon en computer en vormt dit de eerste stap voor startups. De eigenaar van het café in Londen vertelde mij over dakloze mannen die in de bouw werken, doordeweeks in de auto slapen en op hun vrije dag daar komen om zich op te warmen en met de familie te praten via het internet. Die levendigheid zag je ook terug op de computers waar je de hele gebruiksgeschiedenis gewoon op terug kon vinden, van babynamen tot cv’s van bewakers en modestudenten. Dit soort dialogen ontstaan op het moment dat het café sluit en daarmee verwerft het een nieuw soort bestaansrecht.’

Alix de Massiac

Hoe selecteer je de plekken waarmee je werkt?

Johann Arens

‘Dat is een lang proces: een gevolg van mijn filmverleden. Voor het scouten van de locaties zijn er bepaalde parameters waar ik naar op zoek ben. Veel van die plaatsen zijn gemarginaliseerd, hebben een rauw randje en worden niet opgemerkt door de mainstream maar zijn erg waardevol voor de lokale bewoners. Ik word aangetrokken door platforms die niet-commercieel opereren en openstaan voor allerlei bezoekers waarmee nieuwe modellen van samenzijn worden gecreëerd. Dit geldt voor zowel de internetcafés, als de leercentra en de school waar ik onlangs een project heb afgerond.’

Alix de Massiac

Kun je vertellen hoe dat laatste project, 100 Arches, tot stand is gekomen?

Johann Arens

‘Lagere scholen zijn interessante plekken om mee samen te werken, omdat ze voor een kleine leeftijdsgroep bedoeld zijn, namelijk mensen tussen de vier en tien jaar oud. Ik had carte blanche en raakte tijdens mijn onderzoek in gesprek met de kinderen. Gedurende die conversaties viel me op hoe breed hun definitie van kunst was. Het voelde vreemd om hen mijn visie op te dringen omdat ik op de een of andere manier die autoriteit had gekregen en daarmee alle levendige ideeën over wat het kon zijn het stilzwijgen op zou leggen. In plaats van het een enkelzijdig denkproces te laten zijn werden het er meerdere. Mijn werk zit hier veel meer in het proces dan in het uiteindelijke formele resultaat. De school bestond uit twee gebouwen die zich op een paar minuten loopafstand van elkaar bevinden en het idee was de twee met elkaar te verbinden. Uiteindelijk heb ik van die letterlijk honderd bogen ongeveer de helft in het ene gebouw en de andere helft in het andere gebouw gezet. De bogen bestaan uit allerlei materialen: foto’s, tekeningen, teksten, collages enzovoorts. Die egalitaire kijk op materiaal is belangrijk voor mij.’

Alix de Massiac

Vanwaar de behoefte je eigen sculpturen te mengen met andere objecten?

Johann Arens

‘Dat komt voort uit een frustratie die onder het publiek speelt met betrekking tot musea. Na een blessure aan mijn achillespees had ik een fysiotherapeut die ik eens per week zag en die nieuwsgierig was naar mijn kunstenaarschap. Ze gaat echter nooit naar tentoonstellingen en had er ook geen interesse in na een bezoekje aan het Rijksmuseum waar ze het gevoel had geen enkele binding te hebben met de tentoongestelde werken. Dit gevoel van vervreemding hebben meer mensen als het gaat om hedendaagse kunst, het is intussen een intellectueel product pur sang. Dat kun je te lijf gaan door de kunst buiten het museum te tonen omdat de fysieke afstand dan wordt verminderd. De schermen die ik toonde tijdens de tentoonstelling in de Rijksakademie stonden ook in het Actief Computer Centrum, en de mensen daar hadden een hele gezonde, haast achteloze relatie met deze immens grote, kostbare en moeilijk te maken objecten. De manier waarop de laatste tweehonderd jaar naar kunst is gekeken spoort niet met de geschiedenis ervan. Bij de Egyptische reliëfs was het de bedoeling ze aan te raken en er geactiveerde materie van te maken. Daarom voer ik een voortdurend onderzoek naar tastbaarheid uit, iets wat ondervertegenwoordigd is in de hedendaagse beeldhouwkunst.’

Alix de Massiac

Hoe zit dat bij de uitpuilende schermen die je hebt gemaakt?

Johann Arens

‘Ik probeer te reflecteren op de touchscreentechnologie die haast vanzelfsprekend onderdeel is geworden van ons dagelijks bestaan, dat dan weer haaks staat op de ontstaansgeschiedenis ervan. Toen de touchscreen nog in de kinderschoenen stond, waren de schermen namelijk enorm groot, en tijdens de testfase konden mensen ze niet langer gebruiken dan een paar minuten zonder last te krijgen van hun armen. In die tijd waren de receptoren van het scherm niet kleiner te krijgen en tijdens de ontwikkeling ervan werd er ook simpelweg geen rekening gehouden met de menselijke schaal. Dit fenomeen is later bekend geworden onder de naam “gorilla arm” en wordt nu universeel gebruikt voor alle technologie die niet geschikt is voor de behoeftes van de mens. Dit begrip omschrijft heel goed de discrepantie tussen menselijke behoeftes en een cerebraal product, net zoals de verhouding tussen kunst en de kijker die hetzelfde mankement vertoont.’

Alix de Massiac

Speel je leentjebuur door het gebruik van gevonden en gekocht materiaal?

Johann Arens

‘Mijn werk is niet zo rechtstreeks te typeren. Het zijn de dialogische structuren die het mogelijk maken voor de kunst om buiten een vaste kunstcontext om te werken. Het gaat me om de uitwisseling, veel meer dan om de discussie of iets appropriatie is of niet.’

Johann Arens/ Bas Geerts & special Guests Bruno Zhu and Louwrien Wijers
JOLLYJOKER Amsterdam
3.6.2016

Motion Tracks
A Public Art Commission by Johann Arens and Kettle’s Yard at North Cambridge Academy
Maart -december 2016

Alix de Massiac

is redacteur bij Metropolis M en maakt podcasts

Recente artikelen