metropolis m

Be what you want but stay where you are

De tentoonstelling Be what you want but stay where you are maakt deel uit van een internationale serie tentoonstellingen, getiteld Die Regierung. Eerdere afleveringen hiervan waren te zien in Lüneburg, Wenen, Miami en Barcelona. Het richt zich op de vertogen en praktijken die anno 2005 deel uitmaken van dat wat we ‘regering’ noemen. Daarbij wordt niet alleen regering bedoeld in de zin van een centrale aansturing door de overheid.

In de voetsporen van Michel Foucault gebruikt het curatorenteam deze term om het totaal aan sociaal gesitueerde ‘kennisverhalen’ over onze werkelijkheid te beschrijven: instituties, architectuur, planologie, disciplinaire maatregelen, onderwijs, sociale omgang – allerlei verschillende vormen van handelen die het leven van alledag reguleren. De tentoonstelling probeert inzicht te geven in deze verschillende vormen van ‘regering’ en in de manier waarop weerstand wordt geboden aan al te veel organisatie van ‘buitenaf’. Overigens met inbegrip van het besef dat hier geen duidelijke grens te trekken is, de ervaring leert immers dat het gedrag van mensen zich altijd in meer of mindere mate voegt naar de normen van een samenleving. De Oostenrijkse curator Roger Buergel, die samen met Ruth Noack en studenten van de Universiteit van Lüneburg verantwoordelijk is voor de serie, geeft hiermee in ieder geval een duidelijk signaal af, wat we van hem in de komende Documenta mogen verwachten.

Een Hollands groepsportret uit de Gouden Eeuw dat het soevereine machtsmodel weerspiegelt, is het uitgangspunt van de tentoonstelling. Daartegenover plaatst het curatorenteam een verzameling werken die alternatieve machtsmodellen presenteert, inclusief verzet daartegen. Maar in hoeverre slaagt de tentoonstelling erin de toeschouwer te verleiden en mee te krijgen in haar passie voor het verzet? De doelstelling en intellectuele benadering van het project zijn nastrevenswaardig. Begeleidende teksten in catalogi, tijdschriften en folders geven duidelijk inzicht in de inhoudelijke context. De keuze van de kunstenaars en kunstwerken is, enkele uitzonderingen daargelaten, risicovol en prikkelend.

Kon Catherine David nog worden verweten dat zij met documenta X te zeer in een historische en daarmee abstracte reconstructie bleef steken, waardoor het revolutionaire potentieel van eigentijdse kunstenaars niet of nauwelijks tot zijn recht kwam, afgaand op Be what you want but stay where you are zal Roger Buergel dit niet overkomen in de door hem te organiseren Documenta in 2007. Het hier en nu staat in deze tentoonstelling centraal. Oost en west, noord en zuid, uit alle werelddelen zijn kunstenaars vertegenwoordigd om hun engagement te tonen. Sommigen stellen lokale wanpraktijken aan de kaak, anderen maken subtiele biopolitieke machtsverhoudingen inzichtelijk, of de harde resultaten ervan.

Dit levert boeiende en in esthetische zin omvattende en betekenisvolle werken op, zoals de film Green, green grass of home (2002) van Maja Bajevic. De muurvullende projectie toont een groot, groen grasveld, waar Bajevic zelf rondloopt en al wijzend naar de lege ruimte, herinneringen ophaalt aan een lang vervlogen verleden. Hier stond eens het appartement van haar grootmoeder, in Sarajevo tijdens de burgeroorlog met de grond gelijk gemaakt. Het schijnbaar onschuldige beeld toont geen enkel spoor, maar gecombineerd met de ingetogen uiteenzetting legt het een persoonlijk drama bloot dat pijnlijk herkenbaar is.

Andere kunstenaars geven blijk van een kundige, contextuele aanpak. Parallax (2003) van Andrea Geyer is daar een mooi voorbeeld van. Geyer maakte een multimedia installatie die de toeschouwer volledig in zich opneemt, een omgeving die nog het meest doet denken aan de disciplinaire setting van een leslokaal. Toch geven de politieke (tekst)beelden, die met acht tegelijk worden gepresenteerd op een scherm, ruimte voor het maken van een eigen verhaal. Een ruimte die ontstaat door het ontbreken van een commentaarstem of ander geluid.

Echter, andere werken die meer documentair van aard zijn, of registraties van interventies of procesmatige producten, komen veel minder tot hun recht. Bijvoorbeeld Archivo Tucumán Arde, archiefmateriaal verzameld door een kunstenaarscollectief over de landhervormingen in het Argentinië van de jaren zestig. Een archief dat door de kunstenaars zelf ook weer grotendeels is vernietigd omdat de militaire politie het wilde gebruiken om te onderzoeken welke verbanden er bestonden tussen hen en de vakbondsleden. Dit soort werken vraagt om een specifieke context, die nagenoeg ontbreekt. Door de beelden te laten functioneren zonder een context te bieden, noodzakelijk om het werk te kunnen ‘lezen’, laten de organisatoren het na de werken een bepaalde vorm van autonomie te verlenen, om te kúnnen betekenen. Autonomie is immers niet alleen een inherente eigenschap van een beeld, het is ook de (vrij)ruimte die het krijgt toebedeeld door de omgeving.

En hier had Buergel zich wél mogen laten inspireren door Catherine David. Hoewel haar documenta als te tekstueel en intellectueel werd bekritiseerd, wist zij juist door het bieden van context – niet te verwarren met uitleg – uiteenlopende werken als die van Constant, Hélio Oìtitica en Gerhard Richter de conceptuele ruimte te geven die nodig was om door de toeschouwer als het ware ‘herschapen’ te kunnen worden. Waren Buergel en Noack in dit opzicht bang als te intellectueel, te belerend of te disciplinair bekritiseerd te worden? Hebben ze zich daarom laten verleiden tot het reproduceren van de beperkte interpretatie van esthetiek en autonomie die nog altijd de dienst uitmaakt binnen het dominante tentoonstellingsvertoog? In ieder geval hebben zij daarmee verzaakt zowel kunstenaars als publiek tegemoet te komen.

Het resultaat is een tentoonstelling die verschillende opvattingen en posities wil verenigen, doch hierin tekortschiet door alle werken ‘gelijk’ te behandelen. Dit leidt tot een ongewenste paradox. Aan de ene kant wil de tentoonstelling informeren, inzicht verschaffen en prikkelen tot initiatief, tot verzet, tot passie. Anderzijds is gekozen voor de klassieke tentoonstellingsvorm met haar begrensde esthetiek, die toeschouwer én kunstwerk precies die context en ruimte onthoudt die noodzakelijk is voor hun beider engagement. Buergel en Noack hebben de ingewikkelde opdracht om te informeren en tegelijkertijd te inspireren volledig bij de betrokken kunstenaars gelegd. Juist door een gebrek aan interventie en ongehoorzaamheid ten opzichte van het officiële apparaat dat kunstenaars en curatoren ‘regeert’, overstijgt de tentoonstelling vrijwel nergens het gevreesde stadium van de representatie. De prikkeling, de sensatie, het verzet dat overgaat in gedeelde passie, ontbreekt daardoor bij deze tentoonstelling volledig.

Be what you want but stay where you areWitte de With, Rotterdam

29 april tot en met 19 juni

www.wdw.nlwww.dieregierung.uni-lueneburg.de

Ine Gevers

Recente artikelen