Bojan Sarcevic
Bojan Sarcevic
Covers
Block Rockin’ Beats van de Chemical Brothers mag dan al vier jaar geleden uitgekomen zijn, elke keer als ik het hoor krijg ik kippenvel. Ik heb de cd niet, expres niet. Het is me nooit gelukt het ontspannen op te zetten, in mijn vrije tijd, in mijn eigen huis. Het is me nooit gelukt het eindeloos te draaien om er vat op te krijgen, om het compleet, in al zijn extensies, te kunnen bevatten. Kortom, om het in bezit te nemen. Dus elke keer als ik het nu hoor is het alsof ik iemand ontmoet die ik zijdelings ken, iemand die ik kan bewonderen en waarvan ik denk: geweldig, ik vind het fantastisch je te zien! Maar laat het niet te serieus worden. Het is een flirt, denk ik, en om het die kracht te laten behouden moet het ook zo blijven.
Onlangs hoorde ik Block Rockin’ Beats in Bojan Sarcevic’ driedelige projectie getiteld Cover Versions (2001), waarin een Turks maqam ensemble vier westerse nummers speelt. De structuur van het werk is mechanisch en al snel voorspelbaar: er zijn vier segmenten omdat er vier liedjes zijn (de andere drie zijn Could You Be Loved van Bob Marley, Come As You Are van Nirvana en I Heard It Through The Grapevine van Marvin Gaye). Vier keer zie je ze hoe de Turkse muzikanten een nieuw liedje onder de knie proberen te krijgen. Ze nemen het in zich op, analyseren het grondig en voeren het opnieuw uit door de geluiden van de – voor hen – onbekende drums, gitaren en ritmeboxen te vertalen in die van een canun, hobo, daraboeka en bendir. En hoe klinkt het? Het lijkt allemaal vreselijk op elkaar en daarnaast is het ook nog saai. Maar dat betekent niet dat Cover Versions niet een succesvol en geslaagd werk is. Ik weet niet zeker of het te maken heeft met mijn persoonlijke relatie met Block Rockin’ Beats of dat het objectief gezien het segment is dat het meest onderhoudend is: op het moment dat de groove erin komt, zie ik dat ook de muzikanten de rillingen krijgen. Ik kan zien hoe ze zich eraan overgeven, enthousiast worden, naar elkaar kijken, lachen, in vervoering door de muziek, onderzoekend, toonaarden en noten analyserend in een poging het juiste verband te vinden. Dit is de enige plek waar dit werk uit de verf komt, waar het niet gezien wordt als een quasi-politieke boodschap (via Bob Marley) of een grensoverschrijdende troost (Nirvana), maar in plaats daarvan als een naïeve, culturele en puur muzikale verbintenis.
Het gaat over de manier waarop je verbanden wilt leggen, denk ik. Je kunt ervoor kiezen dat op een creatieve, persoonlijke, poëtische manier te doen en daardoor iets nieuws creëren, maar je kunt er ook voor kiezen letterlijk te kopiëren waardoor je uiteindelijk niet verder komt dan een louter slimme, handige vertaling. Cover Versions leunt te zwaar op een directe omzetting en maakt de ontmoeting van twee onbekenden dun en voorspelbaar. Maar de neiging Sarcevic’ werk af te doen als niet meer dan slim wordt weerlegd door de subtiele schoonheid (ja, schoonheid) van het tweede werk dat in Stedelijk Museum Bureau Amsterdam werd gepresenteerd, Untitled (2001).
In de onbekende en niet te traceren ruimte waar voor mij de kracht ligt van Block Rockin’ Beats, precies in die ruimte heeft Sarcevic Untitled gesitueerd. Een zwarte vrouw, kalm, bijna lethargisch, zit achterover in een lage stoel, de voeten omhoog, buiten in een straat in Bamako. Om haar heen lopen een paar kinderen wat rond; een meisje brengt een cassetterecorder, zet hem neer naast de vrouw en drukt op play. We horen niet alleen de straatgeluiden en de kinderen maar nu ook de trage, lijzige blues van Nina Simone. Het geheel is gefilmd op 16 mm, de beelden bibberen enigszins en slaan soms over, vergelijkbaar met de slechte geluidskwaliteit van de muziek die uit de recorder klinkt. Beeld en geluid versmelten op deze manier, de een vertaalt perfect de ander zoals ze zich voortbewegen in hetzelfde slome ritme. Zo refereren ze aan elkaar zonder illustratief te worden en staan ze toe dat het niet uitgelegd hoeft te worden – het mag blijven als het is, zonder ‘bezitsdrang’. Vragen als: is Nina Simone de persoonlijke keuze van de vrouw?, acteert ze?, is haar verteld dat ze zorgvuldig moet luisteren?, wat is gechoreografeerd?, komen in gedachten als je kijkt, maar de antwoorden zijn niet belangrijk genoeg om je aandacht af te leiden. In plaats daarvan voel je jezelf hun wereld binnensluipen, in die straat, met die muziek, onder de indruk van de afgemeten onverschilligheid die ze voor jou aan de dag leggen.
En in tegenstelling tot Cover Versions is het verband hier, tussen de vrouw en haar muziek, tussen ons en de film, tussen de maker en zijn werk, gemaakt zonder rationele verantwoording. We zien en voelen deze relaties instinctief, ervaren ze als fysiek bevredigend en net zo natuurlijk als luisteren naar muziek terwijl je auto rijdt. Beweging van het beeld, van de vrouw en de kinderen en van de projectie zelf worden naadloos weerspiegeld in de voortgang van het lied.
Bojan Sarcevic
Cover versions24 maart – 6 mei
Maxine Kopsa