metropolis m

Uit Nederland zat Anouk Kruithof er al een keer, de idealistische Casa Wabi Foundation, een door Bosco Sodi opgerichte community-residency in Mexico. Het doel is om met de lokale gemeenschappen een project op poten te zetten. Er is voor de deelnemers ook geen andere keuze, want de schitterende maar smetteloze werk- en tenoonstellingsruimtes, naar een ontwerp van Tadao Ando, moet op last van de Japanse sterarchitect ook smetteloos blijven. Er mag geen spijker in de muur of spatje verf geknoeid worden.

 

Casa Wabi Foundation, opgericht in 2014 door de Mexicaanse, in Brooklyn woonachtige kunstenaar Bosco Sodi, is het oorspronkelijke, door Tadao Ando ontworpen tentoonstellings- en residentiecomplex aan de kust van de Stille Oceaan in het Mexicaanse Oaxaca ontgroeid. Het gebouw gaf zijn non-profit kunstorganisatie haar naam. Het kantoor van de stichting, die onder leiding staat van Carla Sodi, de zus van de kunstenaar, bevindt zich in Santa María la Ribera, Mexico-Stad, in een prachtig gerenoveerd traditioneel herenhuis, dat ook wordt gebruikt om de meubels ontworpen door Lucia Corredor, zijn vrouw, te tonen. Een aangrenzende tentoonstellingsruimte is specifiek gericht op opkomende lokale kunstenaars die niet worden vertegenwoordigd door een commerciële galerie en daardoor minder mogelijkheden hebben om hun werk te laten zien.

Andere Mexicaanse kunstenaars hebben nu ook de mogelijkheid om te verblijven in Casa NaNo, een pied-à-terre van Sodi in Tokio, niet ver van zijn galerie SCAI THE BATHHOUSE. Drie jaar geleden, na een succesvolle tentoonstelling met de galerie, greep Sodi zijn kans om een klein huis te kopen in één van de traditionelere wijken van de Japanse stad. Casa NaNo is bedoeld om Mexicaanse mid-career kunstenaars bloot te stellen aan de Japanse esthetiek en ambachtelijke know-how, in de hoop dat ze deze kennis doorgeven bij hun terugkeer naar Mexico. Sodi’s eigen liefdesrelatie met Japan begon met een residency van drie maanden bij Tokyo Wonder Site, nadat een galerie in Kobe die zijn werk toonde hem had aanbevolen. ‘Er is een interessante connectie tussen Mexico en Japan’, zegt Bosco Sodi. ‘Elke Mexicaan die daarheen gaat, wordt verliefd op het land.’

Lang voordat hij ooit zelf naar Japan ging, was Sodi al een bewonderaar van Tadao Ando. In de ogen van Sodi belichamen diens architectenpraktijk en Casa Wabi de Japanse geest van wabi-sabi. Vandaar de naam van de stichting. Geworteld in het zenboeddhisme verenigt het tweeledige esthetische concept rustieke eenvoud en ingetogen elegantie (wabi) met vergankelijkheid en het patina dat met de jaren is vergaard (sabi). Sodi’s keuze voor Tadao Ando voor het ontwerp van het hoofdcomplex in Oaxaca werd gedicteerd door zowel strategische als esthetische overwegingen; hij dacht dat Tadao Ando’s naam en reputatie mensen naar dit deel van Mexico zouden lokken. Het kostte wat doorzettingsvermogen om de gewilde, Pritzker Prize-winnende sterarchitect aan boord te krijgen. ‘Ik vroeg het hem vijf keer en vijf keer zei hij nee,’ herinnert Sodi zich. Maar toen de Mexicaanse kunstenaar zelf bekender werd, vooral in Japan, verscheen Ando op een dag in zijn atelier, uit sympathie voor Sodi’s plan.

Zijn eigen succes als kunstenaar brachten hem de financiële middelen om zijn ambities waar te maken. Na een veelgeprezen eerste solotentoonstelling in het Bronx Museum in 2010 tekende de kunstenaar met de Pace Gallery (die hem intussen niet langer vertegenwoordigt) en begon hij ‘onfatsoenlijk hoge bedragen’ te verdienen. ‘Ik vond het niet moreel om al dat geld voor mezelf te houden’, zegt Sodi. Dat motiveerde hem om een kunststichting op te richten. ‘Voor mensen die veel geld hebben verdiend, zou het een verplichting moeten zijn om iets terug te geven.’

Mexico kent een lange traditie qua liefdadigheidsinitiatieven voor kunstenaars, en dan vooral in de staat Oaxaca. In de voetsporen van de schilder Rufino Tamayo, die uit Oaxaca de Juárez kwam, heeft kunstenaar Francisco Toledo een hele reeks culturele en educatieve instellingen gefinancierd; van gespecialiseerde bibliotheken en etnobotanische tuinen tot een fotografiecentrum, grafische kunstmuseum en handgeschept papierfabriek, voornamelijk gelegen in en rond de stad Oaxaca, waar hij woont. De vrijgevigheid van Toledo heeft op zijn beurt weer een jongere generatie kunstenaars geïnspireerd, waaronder Sodi, die ofwel woonachtig zijn in de regio of er familie hebben. Het toeval wil dat Casa Wabi en diens uitgestrekte tuinen zich bevinden op het land dat ooit toebehoorde aan de grootvader van Sodi. De kunstenaar verbleef er vaak in zijn jeugd.

De kunstenaar betaalt ongeveer de helft van het jaarlijkse budget zelf, een relatief bescheiden bedrag van 300 duizend dollar. De regering van Oaxaca betaalt twintig procent van de rekening. De rest komt uit donaties. Naast het woongedeelte van de familie Sodi huisvest Casa Wabi het openluchtatelier van de kunstenaar. Aan het andere eind van de hoge 312-meter lange, gepolijste, betonnen muur, die het hele pand overspant en de bergen en de tuinen van de zee en de dorpjes scheidt, liggen zes zelfstandige huisjes die zijn ontworpen om evenzoveel kunstenaars te huisvesten. Twee gesloten en verschillende semi-open ateliers gelegen aan de kant van de berg zijn direct toegankelijk via één van de zeldzame openingen in de muur die Ando bedacht voor Casa Wabi. In de praktijk maken weinig kunstenaars gebruik van de speciale werkruimtes: ze mogen geen verf op de vloer spatten of iets aan de muren spijkeren. De hoofdmuur is ook onaantastbaar, in overeenstemming met de strikte richtlijnen van Ando. In deze strijd tussen de architecturale praktijk, de intentie om de puurheid van het oorspronkelijke ontwerp te behouden en de kunstenaars voor wie de plek is bedoeld, zijn die laatsten de verliezers op dit moment. En toch, ondanks de ongelukkige associaties, vooral binnen de Mexicaanse context, heeft de muur ook positieve kanten: wanneer je van het ene deel van dit multifunctionele gebouw naar het andere loopt, worden je gedachten vanzelf vertraagd en wordt een meditatieve gemoedstoestand bevorderd.

Een residentie bij Casa Wabi duurt meestal tussen de één en drie maanden. Zijn verblijf gaf Salvatore Arancio, een Italiaanse, in Londen woonachtige beeldhouwer en videokunstenaar, de ’tijd om dingen uit te schakelen, zich te concentreren en te werken’. Werk maken wordt in geen geval verwacht van residenten, of dit nu kunstenaars, schrijvers, curatoren, chef-koks, filmmakers of dansers zijn. Hooguit worden ze aangemoedigd iets bij te dragen aan het collectieve bitácora, een soort log- of dagboek, als aandenken aan hun verblijf. Historicus Gustavo Parra stelt dat Casa Wabi geen ‘productieresidentie’ faciliteert, maar eerder een ‘communityprojectresidentie’. Parra’s rol is om uitwisselingen tussen residenten en de ongeveer twaalf omliggende gemeenschappen waar Casa Wabi mee werkt mogelijk te maken. 

Een bezoek aan sommige van deze gemeenschappen, in wat één van de meest achtergestelde staten van Mexico is, voelt aan als een stap terug in de tijd. Neem El Venado, waar paarden rond een paal lopen die vastzit in een vat gevuld met klei om bakstenen mee te maken. Zonder elektriciteit, laat staan internettoegang, lijkt het dorp lichtjaren verwijderd van het stijlvolle ontwerp en de moderne voorzieningen van Casa Wabi. Arancio, die vaak met klei werkt, heeft totems gebouwd met behulp van de vaardigheden van de bewoners van twee lokale gemeenschappen en de materialen die ze produceren, namelijk bakstenen in El Venado en kokosnoten in Agua Zarca. Deze symbolische handeling was bedoeld om de twee gemeenschappen, die zelden met elkaar in contact komen ondanks de gezamenlijke lagere en middelbare scholen, dichter bij elkaar te brengen.

Hoewel de verschillende culturele en educatieve programma’s van Casa Wabi niet alleen op kinderen en tieners zijn gericht (de Amerikaanse kunstenaar Jens Siena heeft bijvoorbeeld labels ontworpen voor een vrouwencoöperatie om ze te helpen hun producten te verkopen), worden er veel schoolbezoeken georganiseerd. Dat is waar het kleipaviljoen van Álvaro Siza goed tot zijn recht komt. Beschut door een halfronde bakstenen muur, meer in overeenstemming met de lokale bouwtradities, worden elke week maximaal drie schoolgroepen ontvangen rond de openluchtoven en werkruimte. ‘Het is een heel culturele dag voor hen’, zegt Sodi. Wanneer de kinderen aankomen, krijgen ze eerst een film te zien in een speciaal gebouwde projectiekamer naast de tentoonstellingsruimte in het hoofdcomplex. Daarna gaan ze naar het kleipaviljoen en luisteren ze vaak voor de eerste keer naar klassieke muziek. Het schooluitje eindigt met een lunch en een bezoek aan het onlangs geopende Guayakanpaviljoen, een soort plantenkwekerij. 

Bosco Sodi ziet Casa Wabi als een langdurig project, waarvan hij hoopt dat het hem zal overleven. De effecten van het werk van de stichting op de gefragmenteerde gemeenschappen van dit ruige en afgelegen deel van Oaxaca beginnen net zichtbaar te worden. ‘Het gaat nog lang duren, omdat onze lokale bezoekers voorlopig nog kind zijn’, zegt Sodi. ‘Het zal mooi zijn om over dertig tot veertig jaar te zien dat het een betere gemeenschap heeft voortgebracht.’Uit het Engels vertaald door Loes van Beuningen

Uit het Engels vertaald door Loes van Beuningen

Agnieszka Gratza

Gerelateerd

Recente artikelen