metropolis m

Chris Cunningham
Flex

Het werk Flex van Chris Cunningham, dat zijn première beleefde in Anthony d’Offay in Londen en onlangs te zien was in de Vleeshal in Middelburg, is heavy stuff. Wie enigszins bekend is met eerdere werkzaamheden van Cunningham wist echter wat hij kon verwachten. Begonnen als special effects- en monstermaker voor speelfilms als Hellraiser en Alien 3, bekwaamde de jonge Amerikaan (geboren 1971, tegenwoordig woonachtig in Londen) zich halverwege de jaren negentig in het maken van huiveringwekkende videoclips, onder meer voor Autechre, Portishead, Squarepusher en Aphex Twin. Vooral met de clips Come to Daddy (1997) en Windowlicker (1998) – met die vilein lachende kop van Aphex Twin-man Richard D. James – bezorgde hij MTV-kijkers de koude rillingen en vestigde hij definitief zijn naam als controversieel ‘videogenie’. Iets minder bekend, maar niet minder verontrustend is de clip voor Africa (Shox) van Leftfield. Hierin komt zijn fascinatie voor de anatomie van het menselijk lichaam, die ook zichtbaar is in het werk in De Vleeshal, duidelijk naar voren. Een slungelige, zwarte zwerver in New York wordt meermalen omver geduwd en aangereden. Bij iedere botsing breken er delen van zijn lichaam af, die – als waren het porseleinen prothesen – in scherven op de grond vallen, tot er uiteindelijk niets van hem overblijft.

Flex is het eerste werk dat Cunningham maakte voor een beeldende kunst context. De twaalf minuten durende video begint met een man en vrouw die, gevangen in een lichtbundel, zweven in een donkere leegte. Als een naakt trapezeduo voeren ze een soort paringsdans uit. Dan vallen ze ineens uit elkaar – perfect aangegeven door een elektronische break in de muziek (speciaal gecomponeerd door dezelfde Richard D. James van Aphex Twin) – en komen ze als rivalen tegenover elkaar te staan. Nadat eerst de vrouw een aantal rake klappen heeft uitgedeeld, komt de man in actie. In slow motion zien we zijn gespierde arm in beeld verschijnen: de fysieke, brute kracht ervan is angstaanjagend. Met deze gebodybuilde arm mept hij haar vervolgens finaal aan gort. Niet alleen haar lijf is gebroken, ook in de video lijkt hier – heel even – een breekpunt te liggen: alles is stil, geen beweging, geen geluid. Maar net als je denkt dat je het ergste hebt gehad, volgt de heftigste scène. Met een schok komt de vrouw weer tot leven – kokhalzend, stuiptrekkend en snakkend naar adem – en keert ook het bijbehorende, door merg en been snijdende geluid weer terug. Hier toont zich het talent van Cunningham: hij weet precies hoe montage, geluid en ritme elkaar kunnen versterken. Had hij dat als clipmaker al bewezen, hier, in zijn eerste autonome werk, lijkt het nog rauwer en effectiever naar voren te komen. Cunninghams obsessie met anatomie is, zoals hij zelf ooit zei, heel specifiek. Het is eerder gedreven door nieuwsgierigheid naar de weerstand van het menselijk lichaam dan door het zoeken naar het meest gewelddadige en afschuwwekkende effect. Hij is er ook niet op uit om te shockeren.

De meest expliciete seksscènes in Flex – de visoenen van een serie ruwe verkrachtingen – zijn bijna gefilmd als decoratieve patroontjes. Je ziet het wel vaker: degenen die het meest gefascineerd zijn door het angstaanjagende en duistere, zijn vaak de grootste angsthazen. Chris Cunnningham, die bang is voor dokters, naalden, injecties, zegt zelf ook de schijterigste persoon op aarde te zijn. ‘When people are scared of needles (…) they have a vivid imagination, and when the needle goes in, they’re picturing a macro close-up of it ripping muscle tissue apart and pushing through the body’. Behalve een minutieus oog voor het mannelijk en vrouwelijk lichaam, blijkt Cunningham ook oog te hebben voor de kwetsbaarheid van de mens. Na al het fysieke geweld eindigt Flex met een haast teder moment: de vrouw kruipt voorzichtig naar de man, raakt aarzelend zijn schouder aan en glijdt dan in een zachte, vloeiende beweging terug in zijn armen.

Chris Cunningham

De Vleeshal, Middelburg

Nina Folkersma

Recente artikelen