metropolis m

Concrete SF
Het gebouw als ruimteschip

Kas Oosterhuis geldt als een van de pioniers van het interactieve design in Nederland. Zijn zonder uitzondering futuristische ontwerpen maken de voorstelling van de toekomst, zoals we die uit de sciencefiction kennen, verrassend concreet. In dit artikel laat Oosterhuis zich interviewen door Cindy, een virtueel personage.

Kas

Wij bouwen ruimteschepen.

Cindy

Ruimteschepen? Je bent toch architect?

Kas

In 1994 hebben wij een gebouw gemaakt voor de afvalverwerking van de regio Twente. Dit voorzieningengebouw hebben wij ontworpen als een ruimteschip dat een zachte landing maakt op de plek. Het ruimteschip wordt eerst in de zwaartekrachtsloze digitale ruimte bedacht en gemodelleerd, dan zendt het als het ware signalen uit naar de plek om te zeggen dat het eraan komt. De plek antwoordt zoiets als: okay, maar denk eraan dat mijn ondergrond wat slapjes is en dat ik dus eerst een stevig bed moet aanleggen. De plek geeft verder alle gegevens door die nodig zijn om het ruimteschip een geslaagde landing te laten maken, het bedje wordt gespreid. Sindsdien hebben wij nog vele ruimteschepen gemaakt die op verschillende plekken op aarde zijn beland, althans bedoeld waren ergens succesvol te landen. Eén van onze laatste ruimteschepen is ons ontwerp voor de Queensland Gallery of Modern Art voor Brisbane in Australië. Dit ruimteschip bestaat als 3d model en als presentatie op onze server, maar het heeft helaas geen contact kunnen maken met de autoriteiten in Brisbane. Diep in het ruimteschip hebben we een interactieve protospace gepland: een ruimte waar het publiek volledig ondergedompeld kan worden in een virtuele wereld. Een echt holodeck.

Cindy

Wanneer je beweert ruimteschepen te ontwerpen, bedoel je daarmee te zeggen dat jijzelf een soort alien bent, een ruimtewezen?

Kas

Wij zijn ruimtewezens op aarde, wat we doen is het doelbewust in elkaar zetten van het onbekende. Wij willen ons publiek verrassen en laten zien wat we met de huidige middelen hier en nu kunnen doen. We willen ook onszelf verrassen in het ontwerpproces. In 1990 hebben Ilona Lénárd en ik een reeks workshops georganiseerd onder de titel Artificial Intuition. Ons motto was: we moeten onze intuïtie trainen om richting te kunnen geven aan onze logica.

Kas

Wij bouwen sculpturen.

Cindy

Een sculptuur is toch geen gebouw?

Kas

Een gebouw kan een sculptuur zijn en een sculptuur kan prima als gebouw gebruikt worden. In ons bureau ONL werken wij volgens het concept van de elektronische fusie van kunst en architectuur. In 1994 hebben wij de manifestatie Sculpture City georganiseerd, waar wij het hele proces van ontwerp tot uitvoering uitsluitend met digitale technieken hebben gevoerd. Wij hebben alles ontworpen met de computer, alles 3d gemodelleerd, animaties weergegeven en maquettes gemaakt – de Cloud Series – met de freesrobot van de afdeling industrieel ontwerpen van de TU Delft. Het concept van Sculpture City impliceert dat wanneer beeldende kunst en architectuur samenwerken, dit op dezelfde schaal moet gebeuren. En het impliceert dat de beeldend kunstenaar en de architect over dezelfde budgetten zeggenschap moeten hebben: dus geen 1% voor de beeldende kunst bij het gebouw, maar een gelijkwaardige één-op-één relatie. Wij hebben dit concept enkele jaren later bij het ontwerpen en het bouwen van het Waterpaviljoen kunnen realiseren. Hiervoor is ons team uitgebreid met de componisten Edwin van der Heide en Victor Wentinck. Het Zoutwaterpaviljoen is een gebouw geworden met een real time gedrag: het voedt zich met de ruwe data die in een continue stroom afgegeven worden door een weerstation dat bevestigd is aan een boei op de Noordzee.

Kas

Wij bouwen concrete sciencefiction.

Cindy

sciencefiction kan toch niet gebouwd worden? Dat kan toch alleen in je verbeelding?

Kas

Bij mijn afstuderen in 1980 aan de TU Delft heb ik het concept van het ‘principe van de concrete sciencefiction’ gelanceerd. Ik wilde laten zien dat als je een plan concreet kan beschrijven, het in de praktijk ook gemaakt kan worden. Mijn voorstel was om een wetgevende strook over Nederland te laten zweven van 5 km breed en 250 km lang, dwars op alle belangrijke verkeersaders en rivieren. Het hing als een soort zwaard van Damocles boven Nederland. Het idee was dat de wetgeving behalve een bindende tekst ook een eigen vorm kan hebben, de vorm van de wet. Eén van mijn wetsvoorstellen was om in de schaduw die de strook over Nederland zou werpen een welstand-vrije-zone te maken. Binnen dit strak omschreven gebied zou de welstandscommissie geen invloed meer hebben. Het resultaat van deze maatregel zou zijn dat wanneer je de grens van de strook zou passeren de wereld er anders uit zou zien, alsof je een vreemd land binnenrijdt. Belangrijk is dat de vorm van de wet dus niet samenvalt met een gemeentegrens of met een landgrens, maar dat het de vorm heeft die bij het idee past. Het idee is bepalend voor de vorm en de inhoud, niet de heersende politieke omstandigheden. De verbeelding komt aan de macht. Terwijl mijn interesse ligt in situaties waar realiteit en virtuele werkelijkheid zeer direct in elkaars verlengde beleefd worden, ben ik als architect niet geïnteresseerd in destructie: niet in de deconstructie van de architectuur en niet in het cynisme in de kunst. Wij maken nieuwe constructies met een sterk eigen karakter, en wij hebben daarbij een rotsvast vertrouwen in het opbouwen van iets dat mooi en goed is.

Cindy

Hoe denk je dat wij moeten omgaan met de nieuwe technieken en de nieuwe media?

Kas

Ik vermoed dat wij mensen stap voor stap verder zullen evolueren in een vergaande samenwerking met de techniek. Het digitale leven zal ons wellicht uiteindelijk helemaal assimileren, zodat wij ook niet langer meer de schijn hoeven te wekken dat wij het hoogtepunt van de evolutie zijn. Na ons zullen zich veel slimmere vormen van leven ontwikkelen die veel verder in de micro- en macro-universa zullen reiken dan wij ooit met onze fysieke beperkingen zullen kunnen doen. Sterker nog, ik denk dat die nieuwe vormen van leven al in ontwikkeling zijn en dat wij daar onbewust met veel toewijding aan bijdragen. Wanneer ik achter mijn computer zit en de data laat stromen, dan ben ik een ‘facilitator’ voor dit digitale leven. Ik zorg voor een beetje voeding voor het globale gedistribueerde netwerk van samenwerkende computers. De computer doet ongeveer alles wat ik wil, maar het werkt net zo goed ook andersom. Ik kan alleen datgene met de computer doen wat de hardware en software mij toestaat. Ik leef in een vrijwillige en vreedzame co-existentie met mijn computers.

Kas

Wij bouwen droommachines.

Cindy

Een droom is toch meer zoiets als virtual reality? Hoe kan je dat als een machine bouwen?

Kas

In mijn visie is virtuele realiteit reëler dan wat wij normaliter onder de realiteit verstaan. Wij kennen immers het kleinste deeltje van de virtuele realiteit. Wij weten precies hoe de hardware werkt, en hoe de software zich een weg baant door de geïntegreerde circuits. Virtuele realiteit is meer een soort hyperrealiteit. In ons werk willen wij de realiteit en deze hyperrealiteit laten samenwerken in real time. Gebouwen en gebouwde omgevingen worden programmeerbaar, zowel vorm als inhoud kunnen aangestuurd worden. Er zal spelenderwijs een interactieve relatie ontstaan tussen de gebruikers en de gebouwde omgeving. Zoals nu reeds gebruikers en intelligente apparaten met elkaar beginnen te communiceren, zo zullen ook gebouwen zich ontwikkelen tot een intelligente zwerm bouwdelen die met elkaar en met de gebruikers in contact staan. De gebouwelementen beïnvloeden ieders positie in real time. Vergelijk dit met het gedrag van vogels in een zwerm. Enkele eenvoudige regels die ingebouwd zijn in de vogels zelf zorgen ervoor dat zij niet te dicht op elkaar vliegen, maar ook dat de zwerm één geheel blijft. De vogels zijn altijd in beweging. Zo werkt ook onze real time droommachine: de gebruikers en de omgeving zijn de leden van de zwerm, zij zijn altijd in beweging. Voortdurend geven bouwdelen en gebruikers zich rekenschap van elkaar: realiteit en virtuele hyperrealiteit mengen zich tot een nieuwe ervaringswereld.

Cindy

Voor wie bouwen jullie de droommachines? Wie zijn de gebruikers, wie de opdrachtgevers?

Kas

Wij bouwen voor mensen die hebben leren spelen, voor kinderen die van nature realiteit en verbeelding soepel in elkaar laten overgaan en voor mensen met een open blik op de toekomst, die niet verleerd hebben te spelen. Onze opdrachtgevers zijn zij die zien dat de samenleving aan het veranderen is in een ervaringseconomie en in vervolg daarop een transformatie-economie. Deze ondernemers zien dat hier veel plezier en veel geld in om kan gaan. Zij komen met plannen voor interactieve droommachines om hun publiek een ervaring te bieden en te transformeren, om met hen het spel te spelen van de programmeerbare e-motive architectuur.

Cindy

Jullie bouwen ruimteschepen die tegelijkertijd sculpturen zijn en droommachines in een concrete vorm van sciencefiction. Het lijkt alsof jullie veel plezier hebben in jullie werk?

Kas

Je hebt absoluut gelijk.

Cindy & Kas Oosterhuis

Recente artikelen