metropolis m

Crypto Logo Jihad
Black metal en de esthetiek van het kwaad

Het nummer heet War, de band Burzum. Uit de speakers klinkt een sterk overstuurde gitaar, in de verte drums. Dan valt krijsend de zang in. Het klinkt als een muppet die wordt gewurgd, al besef ik dat hier iemand met dodelijke ernst bezig is. De zanger is alleen. Hij deed de gitaar- en drumpartijen zelf: Varg Vikernes, het enige bandlid van de Noorse band Burzum. Vikernes zit nu in de gevangenis voor het vermoorden van Øystein Aarseth, de gitarist van de black metalband Mayhem, en het in brand steken van kerken. In de gevangenis wijdt hij zich aan de toekomst van het Arische ras en aan zijn eigen Weltanschauung. [1] Zijn geschriften en portretten bereiken de buitenwereld via een vanuit Rusland gehoste website.

In 1987 las ik in het tijdschrift Aardschok/Metal Hammer over de Noorse groep Mayhem en hun legendarische demo-album Pure Fucking Armageddon. Het was een tijd waarin demo’s in eigen beheer werden opgenomen en gedistribueerd op tape en er een intensief netwerk ontstond van met elkaar in contact staande cellen van bands en jongeren (vooral jongens) die

ook een band wilden. Een gitaar vasthouden, jezelf opnieuw uitvinden, heel veel herrie maken, de rede in slaap sussen. Bandnamen waren essentieel, maar even belangrijk waren bandfoto, hoesontwerp en logo, waarmee je een band op de kaart zette.

Zoals een goed restaurant in Rome onvindbaar is, is het logo van een onbekende black metalband onleesbaar. Het is een symmetrisch doolhof van hoekige vormen. Volgens de Amerikaanse ontwerper Mark Owens is Mayhem één van de eerste bands met zo’n onleesbaar logo. [2] De logo’s van voorgangers als Venom (Engeland) en Celtic Frost (Zwitserland) waren nog net wel leesbaar. Die van Mayhem was dat net niet meer. Het zou dus goed kunnen dat het onleesbare bandlogo ergens rond 1985 is ontstaan. Het onleesbare logo vervult de functie van wachtwoord; het is een grens, waarachter het geheim begint.

Metal en kunst

Cultuur houdt van metal. De soundtrack van de speelfilm Gummo (1998) van Harmony Korine bestond voor een deel uit muziek van Scandinavische black metalbands waaronder Burzum en Bathory. Modeontwerpster Lieve Van Gorp en grafisch ontwerpers Experimental Jetset gebruikten beeldelementen uit de black metal. Vintage t-shirts van Kiss, Judas Priest en andere hardrockbands zijn uiterst hip om in gezien te worden. En we zien de opkomst van kunstenaars als Jonathan Meese, Mark Titchner en Steven Shearer.

De Belgische curator en filosoof Dieter Roelstraete, zelf actief als muzikant in het genre van de grindcore, schreef een artikel over Steven Shearer. [3] Roelstraete: ‘De breed “culturele” aantrekkingskracht van grindcore situeerde zich niet alleen in de verschroeiende, destructieve energie van de muziek (en de daaraan gekoppelde belofte van een catharsische bevrijding), maar tevens in de vurige hartstocht waarmee deze levensstijl een staalhard, evocatief “NEEN” wist te belichamen (…) en dit “neen” als een legitieme culturele positie wist voor te stellen.’ [4]

De succesvolle kunstenaar Bjarne Melgaard houdt zich, in samenwerking met het Noorse collectief Thorns Ltd., bezig met op black metal geïnspireerde experimentele muziek. Vroeger heette Thorns Ltd. nog eenvoudigweg Thorns en was het een black metalband. De oprichter was Bård ‘Faust’ Eithun, die een gevangenisstraf uitzit voor moord. Thorns-bandlid Snorre Ruch was in 1993 getuige van (en volgens het gerechtshof medeplichtig aan) de moord die Varg Vikernes pleegde op de gitarist van Mayhem. Maar hij heeft met Thorns Ltd. een succesvolle nieuwe start gemaakt. Overal ter wereld mogen ze optreden op kunstbiënnales. In 2004 hield het voormalige black metal-ensemble een eerste optreden in het Palais de Tokyo. Dieter Roelstraete: ‘De kunst kijkt met veel afgunst en verlangen naar de bizarre excessen van een handvol verwende Noorse tieners omdat ze daarin een residu van “echtheid” meent te herkennen die in haar eigen, door de jarenlange cultus van de ironie verlamde habitat niet langer oprecht kan worden beleden. Enter “Return of the Real”! Het verlangen naar waarlijk en werkelijk “lichamelijk” beleefde negatie en/of negativiteit, daar is het de kunst in haar flirt met de metal underground om te doen.’[5]

Het citeren van black metal dient in de kunst als negatief symbool. Metal produceert tekens die bedoeld zijn om de massa níet aan te spreken. De kunstenaar die black metal-esthetiek inzet, verwijst dus naar een fenomeen dat wordt geacht zich buiten het bewustzijn van de beschouwer af te spelen. De kunstenaar wordt een boodschapper tussen de creatieve elite van ‘door ironie verlamde’ toeschouwers en een duistere tegenwereld van abjecte en archaïsche symbolen. Hier is de tegenstelling tussen goed en fout (mooi en lelijk), vrijwel ongemerkt vervangen door die tussen goed en kwaad.

De loodzware postmoderne kunstwerken van Helmut Middendorf en Anselm Kiefer en zelfs de monolithische tombes van iemand als Hubert Kiecol, zijn verre familie van het wagneriaanse machtsvertoon van de recente golf kunstenaars die black metal en gothic citeren als hun persoonlijke, visuele oerkracht.

I was made for loving youDe iconografie van black metal heeft zijn oorsprong in de hardrock, die vrij systematisch verwees naar de typografie van het Derde Rijk. Zij vertegenwoordigt wat Alain Badiou ‘radical evil’ noemt. [6] Denk aan het logo van Kiss, begin jaren zeventig ontworpen door bandlid Ace Frehley, dat onmiskenbaar verwant is aan het beeldmerk van de SS. Academici haastten zich om ieder verband met het neonazisme in twijfel te trekken. Deena Weinstein, auteur van Heavy Metal: The Music and its Culture, meent bijvoorbeeld dat metal apolitiek is en alleen in meer algemene zin geïnteresseerd in het idee van macht. Zowel fans als muzikanten gedragen zich nogal naïef. Volgens haar hebben Frehley en de andere bandleden van Kizz de twee s’en in het logo voor bliksemschichten aangezien. [7]

Robert Walser, hoogleraar musicologie aan de Universiteit van Californië, nuanceert dat beeld. In Running With the Devil schrijft hij dat heavy metalmuzikanten gebruik maken van ‘beelden van horror en gekte’ om de wereld te begrijpen en te kritiseren. ‘Hoewel ze voortdurend als een stereotype worden afgeschilderd en afgeschreven als apathische nihilisten, bouwen metalfans en -muzikanten voort op de gelaagde inhoud van muzikale vormen en culturele iconen om een wereld met meer diepgang en intensiteit te scheppen. Behalve dat (…) heavy metal slechts het wrede individualisme en het geweld dat het kapitalisme en de regeringspolitiek heeft ingeburgerd kopieert, creëert het ook gemeenschappelijke banden en stimuleert het een collectieve empowerment.’ [8]

De Utrechtse hoogleraar popmuziek Tom ter Bogt voegt daaraan toe: ‘(…) Metal is een vorm van escapisme. Dat vind je natuurlijk wat vaker bij jongeren die in de knel zitten. Een metalconcert is een viering van mensen die het moeilijk hebben. Ik denk dat dat voor Nederland overigens minder geldt. Als je in Amerika een hardcore metalfan bent, ben je sociaal gezien sterk gemarginaliseerd. Drop-outs van scholen zijn, als ze blank zijn, altijd metalfan.’ [9]

Black metal en Guantánamo Bay

Ik wilde met Ter Bogt spreken over het gebruik van metal als folterinstrument in de gevangenis van Guantánamo Bay. [10] Dit werd op indringende wijze in beeld gebracht in The Road to Guantánamo, de documentaire die Michael Winterbottom maakte over Shafiq Rasul, Asif Iqbal en Rhuhel Ahmed uit Tipton (Engeland), die door de Amerikaanse bezettingsmacht in Afghanistan als terrorist werden beschouwd en opgesloten in Guantánamo Bay. [11] Via luidsprekers wordt de geketende gevangene blootgesteld aan black metal op concertvolume. Volgens bronnen zouden de gevangenisbewaarders Metallica’s Enter Sandman hebben gedraaid, en dat uren achter elkaar; in de versie van Winterbottom gaat het om Cradle of Filth, een black metalband uit Suffolk, Engeland. [12]

Ter Bogt: ‘Voor de mensen die daar gevangen zitten staat dit soort muziek heel ver weg van hun eigen muzikale idioom. Zelfs voor westerse oren kan het letterlijk duivels klinken. De meeste mensen die je dat soort muziek laat horen, zullen gek worden. (…) Juist met het zogenaamde ‘grunten’ wordt iets duivels naar voren gehaald dat waarschijnlijk in andere culturen ook herkenbaar is. Ik weet het natuurlijk niet zeker, maar ik denk dat die manier van zingen crosscultureel refereert aan heel donkere dingen. Daarom is het zo effectief. Het kan ook muziek zijn die populair is onder de mensen die daar gevangenisbewaker zijn.’ [13]

Guantánamo Bay is de plek van de ‘statusloze’ gevangenen, zij hebben geen vertegenwoordiging of verdediging, noch als burgers, noch als soldaten, en zijn overgeleverd aan een rechtssysteem dat de wet zelf heeft opgeheven.

Is metal de muziek van deze ‘uitzonderingstoestand’, de soeverein die de levende wetteloosheid is, de Leviathan? Ik vraag me af of metal echt zo apolitiek is als Weinstein zegt. Misschien is het probleem wel de begripsverwarring tussen ‘politiek’ en ‘het politieke’. Metal is inderdaad niet bezig met politiek als ‘beleid’, maar heeft de manier waarop metal zich in zijn meest extreme vorm heeft ontwikkeld en de wijze waarop deze muziek wordt ingezet, niet alles te maken met ‘het politieke’, in termen van ‘polariseren’, het articuleren van verschil?

Het logo is een wachtwoord

Voor mijn zestiende verjaardag wilde ik graag het debuutalbum van de Californische metal-revelatie Possessed hebben. De plaat heette Seven Churches en was opgedragen aan de menselijke sterfelijkheid. De bandleden poseerden op de hoes, gehuld in lederen spijkerapplicaties, met bloed, gitaren en versterkers. Uit de foto’s van de bandleden sprak de wens uit de puberende lichamen te treden en te worden aanbeden door duizenden vrouwen (in de praktijk: vier à vijf zwaarlijvige mannen aan het bier). Maar ook de wens om de destructieve energie van de drop-out te verbeelden.

Het ‘nee’ van metal is sterker verbonden met ideeën over macht en geweld of de imaginaire almacht van het totalitaire (De Mayhem-gitarist was bij leven aanhanger van de Roemeense dictator Ceauşescu), dan met ideeën over gelijkheid en anarchie. Dat onderscheidt metal van punk. Volgens Dieter Roelstraete is zo’n onderscheid ‘typisch jaren tachtig’: ‘Ik denk dat punk altijd meer te maken had met de ethiek van het (een) verzet, en metal meer met de esthetiek van het (een) verzet; dat metal een affirmatief cultureel fenomeen zou zijn lijkt me echter onmogelijk te kloppen – ‘reactionair’ impliceert niet noodzakelijk identificatie met de macht.’ [14]

Het logo van Possessed had de Fraktur-letter. Aan het onleesbare logo van bands als Mayhem ging een lange periode vooraf waarin metal- en hardrockbands vooral herkenbaar waren aan het gebruik van deze ‘blackletter’, die door Bismarck ten tijde van de Duitse eenwording als ‘enig juiste’ werd beschouwd en die later tot beeldmerk diende van het antisemitische tijdschrift Der Stürmer van de nazi-ideoloog Julius Streicher. De Duitse bezettingsmacht schafte de Fraktur al in 1943 af als huisstijlletter vanwege zijn onleesbaarheid.

Fraktur is ondanks de vrijwel exclusieve verbintenis met de nazi’s zeer wijdverbreid. Gerespecteerde kranten als The New York Times, Le Monde en de Frankfurter Allgemeine tooien zich ermee, eminente advocatenkantoren, diverse drankmerken, ga zo maar door. Metal- en hardrockbands gebruikten Fraktur in combinatie met een umlaut (Motörhead). Via de umlaut wordt verwezen naar het Derde Rijk. Fraktur is als vorm ook verwant aan spijkers, vlammen, gebladerte, kastelen, messen, zeisen, kerktorens en hekken en heeft in meer dan één opzicht verwantschap met de latere generatie (onleesbare) logo’s. Fraktur wordt nog steeds veel gebruikt, voor diploma’s en huwelijkskaarten bijvoorbeeld. Er is niemand die denkt aan Possessed of Motörhead als hij een in Fraktur gecalligrafeerde evening invitation ontvangt van Brian en Joanne om op zaterdag 28 februari 2004 aanwezig te zijn bij hun huwelijksfeest in Farnham Castle, Surrey. Hoe kan de Fraktur naar het kwaad verwijzen, terwijl deze letter in de praktijk zo wijdverbreid is en zoveel toepassingen kent, denk aan Warsteiner, Jägermeister, Hertog Jan? Wie denkt aan de nazikrant Der Stürmer als je die namen op de bieretiketten leest?

Het feit dat Fraktur bruikbaar is om belangrijke, beslissende en bindende momenten typografisch te markeren (zoals het afstuderen of het trouwen) is niet in strijd met zijn gebruik als machtssymbool. En de diverse drankgiganten verwijzen met hun gothische logo’s naar ambachtelijkheid, traditie en origine. Naar een productie voorafgaand aan de georganiseerde industrie, waarvan de werkelijke kwaliteit alleen begrepen kan worden door kenners. De Amerikaan Roberto Martinelli, hoofdredacteur van het online magazine Maelstrom, schrijft: ‘Een logo is heel belangrijk voor het bepalen van het beeld van een bedrijf of product. Dit geldt ook voor bands.

(…) Met name bij black metal is er sprake van een soort omgekeerde esthetiek: stekelig, onleesbaarheid, ingewikkeld. Deze dingen worden toegevoegd omdat ze de connaisseur vertellen: “dit een cultplaat is die absoluut de moeite waard is”.’ [15]

Eenmansband

Met de opkomst van activistische of gewelddadige black metal verdwijnt de band als meervoudig begrip. Het éénmanscollectief ontstaat; een enkele persoon die onder zijn eigen logo opereert. Muziek en logo worden vehikel voor de distributie van hoogstpersoonlijke ideeën.

Het ontstaan van de eenmansband valt terug te voeren op de invloed van punk op metal, aan het eind van de jaren zeventig, toen hardrock was verworden tot een symfonisch genre voor middelbare mannen met een paardenstaart en te dure audioapparatuur. Onder invloed van de punkbeweging werden de metalbands kleiner en de muziek harder en sneller. Metal splitste zich op in ontelbare subgenres, met als overkoepelend thema de metafysica: het kwaad en het bovennatuurlijke.

Tijdens de ‘grindcore’ werd punk, met de techniek van metal getransformeerd tot een metafysisch verzet tegen een naamloze totale heerschappij, met de bijna-apocalyps van Tsjernobyl, de deplorabele levensomstandigheden in de dirty old town onder Margaret Thatcher, en de dreigende kernoorlog tussen Amerika en de Sovjetunie als wisselgeld. Black metal ging voor versleuteling van beeldmerk en muziek en een verdere uitwerking van haat, satanisme en heidendom, waarbij na enige tijd de daad bij het woord werd gevoegd. Er vielen doden.

Venom, het legendarische stel snotneuzen uit het grauwe Newcastle dat de black metal uitvond, kon nauwelijks spelen en was in die zin meer een tweemansband dan een trio. Het Noorse Darkthrone, met onleesbaar logo, is een van de bekendste en meest dubieuze tweemansgroepen. Maar de bizarste metalband ooit is waarschijnlijk het Zweedse duo Abruptum, met als frontman een dwerg genaamd It. De muziek van Abruptum kwam tot stand door zelfpijniging. De invloedrijke Zweedse black metalgroep Bathory was in essentie een éénmansproject van de in 2004 aan een hartstilstand overleden Ace Börje ‘Quorthon’ Forsberg. En dan is er nog Burzum met Varg Vikernes als enige muzikant en Leviathan in zijn hoogstpersoonlijke heilige oorlog van allen tegen allen.

Schijnbeeld

Het onleesbare black metallogo ontwikkelde zich analoog aan typografische vormen van versleuteling en geheimhouding die sinds kort op internet worden ingezet, zoals de zogenaamde ‘Captcha’: de ‘Completely Automated Public Turing test to Tell Computers and Humans Apart’. Captcha’s zijn zonder tussenkomst van mensen gegenereerde woordbeelden die moeten worden overgetypt door een computergebruiker – bijvoorbeeld bij het aanmaken van een gratis e-mail account – om te garanderen dat deze een mens is en geen machine, om zo misbruik door spammers te voorkomen. Om deze reden moeten zulke woordbeelden vrijwel onleesbaar zijn. De woorden die in de captcha’s zijn terug te vinden zijn vaak abstracte lettercombinaties die ‘niets’ betekenen. Grafisch ontwerper Jeremy Jansen genereerde ettelijke duizenden van zulke captcha’s, waaronder woorden als ‘shehell’, ‘castro’, blutzn’ en ‘askednex’. Deze spookachtige letterbeelden doen denken aan de namen en logo’s van black metalbands, zoals ‘Arthimoth’, ‘Horna’, ‘Myrkskog’, ‘Toxocara’, Tsjuder’ en ‘Xasthur’.

Wie zoekt naar de verbeelding van het kwaad komt automatisch bij tekens en symbolen terecht die dat kwaad representeren in zijn extreemste vorm. Black metal ontwikkelt met behulp daarvan nieuwe symbolen, die tegelijk cryptografisch versleutelde woordbeelden zijn, onleesbaar en onkenbaar, die samenvallen met, en functioneren in, het tijdperk van de individualisering. Waar de propagandasymbolen van het Derde Rijk bedoeld waren voor hele volkeren, kunnen black metallogo’s de haat van individuen en kleine groepen symboliseren ten opzichte van anderen die meer of minder specifiek worden benoemd. Dit omschrijft Alain Badiou wanneer hij het kwaad een ‘schijnbeeld van waarheid’ noemt: ‘Als een abrupte breuk binnen een situatie, uitgevoerd onder de noemer van echte waarheidsvinding, niet de leegte maar de volledige bijzonderheid van die situatie uitlicht, hebben we te maken met een simulacrum van de waarheid. (…) Het trouw zijn aan het simulacrum, in tegenstelling tot het trouw zijn aan de gebeurtenis zelf, reguleert de breuk met de oorspronkelijke situatie niet door middel van de universaliteit van de leegte, maar door de gesloten bijzonderheid van een abstract gegeven (de Duitsers of de Ariërs). Zijn onveranderlijke werking is de oneindige constructie van dit gegeven, en het kan niet anders doen dan de dingen er omheen “leegmaken”.’ [16]

Metal ligt al meer dan twintig jaar ideologisch onder vuur. Mensen willen metal met morele en religieuze argumenten verbieden en horen er de stem van de duivel in. Evenzo moralistisch zijn de argumenten – die van de oneindige tolerantie voor alles wat anders is – waarmee metal al meer dan twintig jaar wordt verdedigd door mensen die er slechts puberaal verzet in zien. Ze wijzen op de positieve catharsis die metalfans ondergaan tijdens concerten. Beide voorstellingen van zaken zijn te simpel. Van Kiss tot Burzum, is black metal de subculturele ontwikkeling van een esthetiek van het kwaad. Die ontwikkeling heeft decennia geduurd en heeft geresulteerd in de toepassing daarvan op tekens (logo’s), groepsidentiteit (bands), muziek (noise) en mensen (moord). Dat alles is gebeurd tegen de achtergrond van een steeds geavanceerder informatie- en netwerkomgeving, MySpace en wellicht ook Second Life, die mogelijkheden biedt om groepen te construeren uit volledig geïndividualiseerde cellen of éénmanscollectieven, die hun eigen (deels fictieve) identiteiten voortdurend verbouwen met steeds nieuwe combinaties van onthulling en versleuteling. Black metal wordt gebruikt als audiovisueel martelwerktuig, waarbij het symbolisch wordt voor het systeem van de uitzonderingstoestand in Guantánamo Bay. In die zin is black metal uiteindelijk niet alleen een politiek instrument, maar ook een politiek project.

1 Michael Moynihan, Didrik Søderlind, Lords of Chaos: The Bloody Rise of the Satanic Metal Underground, Feral House, Los Angeles 1998. Varg Vikernes bracht de oprichter en gitarist Øystein Aarseth (artiestennaam Euronymous) in 1993 om het leven; dit nadat Mayhem in 1991 al afscheid had moeten nemen van zanger Per Yngve Ohlin (artiestennaam Dead), die zelfmoord pleegde met een jachtgeweer. Euronymous was naast gitarist van Mayhem ook eigenaar van de platenzaak Helvete in Oslo en het platenlabel Deathlike Silence Productions, waarop hij eigen en andermans muziek uitbracht. Aarseth was een sleutelfiguur in het ondergrondse netwerk van de black metal, die werkte aan een geheel eigen visie op de wereldgeschiedenis, volkenkunde en religie.

2 Mark Owens, per e-mail, juli 2006.

3 Dieter Roelstraete, ‘Todestrieb, Différence, Nothingness’, in: A Prior, #12, 2005.

4 Dieter Roelstraete, ibid.

5 Dieter Roelstraete, per e-mail, april 2007.

6 ‘(…) Although the idea of a radical Evil can be traced back at least as far as Kant, its contemporary version is grounded systematically on one ‘example’: the Nazi extermination of the European Jews. I do not use the word ‘example’ lightly. An ordinary example is indeed something to be repeated or imitated. Relating to the Nazi extermination, it exemplifies radical Evil by pointing to that whose imitation or repetition must be prevented at all costs – or, more precisely: that whose non-repetition provides the norm for the judgement of all situations.’ Alain Badiou, Ethics: an Essay on the Understanding of Evil, Verso, Londen 2002.

7 Deena Weinstein, per e-mail, juli 2006.

8 Robert Walser, Running With the Devil. Power, Gender and Madness in Heavy Metal Music, Wesleyan/University Press of New England, Hannover 1993.

9 Tom ter Bogt, gesprek, augustus 2006.

10 Zie bijvoorbeeld http://foia.fbi.gov/guantanamo/122106.htm: ‘Rumors that interrogator bragged about doing lap dance on defendant, another about making defendant listen to satanic black metal music for hours.’

11 Zie ook de website van het Center for Constitutional Rights, New York, voor de verklaring van de ‘Tipton Three’:

http://www.ccrny.org/v2/legal/september_11th/docs/Guantanamo_composite_statement_FINAL.pdf

12 Zie bijvoorbeeld http://www.cageprisoners.com/articles.php?id=19404: ‘Music as Torture, Music as Weapon.’

13 Tom ter Bogt, op.cit. noot 9.

14 Dieter Roelstraete, per e-mail, maart 2007.

15 Zie http://www.maelstrom.nu/ezine/interview_iss7_74.php

16 Alain Badiou, Ethics: an Essay on the Understanding of Evil, Londen, Verso 2002.

Daniël van der Velden

Recente artikelen