Daragh Reeves
Daragh Reeves
The fountains of New York
Tot eind november kon je in de kelder van Post CS bij W139 terecht voor Daragh Reeves solotentoonstelling The Fountains of New York. De in 1974 in Leeds geboren Reeves is afkomstig van de Ateliers, maar genoot zijn vooropleiding aan het Camberwell College of Arts (Londen) en de School of Visual Arts (New York). Over belangstelling heeft Reeves niet te klagen, eerder dit jaar toonde galerie Ellen de Bruijne Projects (Amsterdam) Un Borghese Piccolo Piccolo, een bewerking van de gelijknamige tragikomedie van Marlo Monicelli uit 1977. De plot van Monicelli’s film is als volgt: wanneer hun zoon tijdens een gewapende overval door een verdwaalde kogel wordt gedood, slaan bij het echtpaar Vivaldi de stoppen door. Ze nemen wraak op de jonge overvaller. Reeves bewerkte de film op verschillende manieren. Hij voegde getekende fragmenten toe, plakte sommige scènes af en liet zijn grootmoeder, terwijl ze de film bekijkt, over de telefoon dialogen simultaan vertalen. In The Fountains of New York, één van de laatste wapenfeiten van scheidend directeur Ann Demeester, stelt Reeves eveneens de relatie tussen zijn films en videowerken enerzijds, en tekeningen, posters en ‘appropriated images’ anderzijds aan de orde. De fascinatie voor het medium film en het op een filmische manier vertellen van verhalen lopen als een rode draad door de expositie.
Het basisidee achter de tekeningen die in de tentoonstelling te zien zijn lijkt simpel. Laat een individu een speciaal door jou geselecteerde film kijken en maak daarvan een portret. Reeves suggereert de receptie van de film in het hoofd van de geportretteerde te hebben vastgelegd, in een patroon van om het hoofd getekende lijnen en details, maar erg veel maken de beelden uiteindelijk niet duidelijk. Ook van de vellen papier met daarop quasi-humoristische teksten als ‘For sale, small inkdrawing, framed, features dracula in catsuit…’ en ‘For sale: greek statue, marble…’ gaat weinig overtuiging uit. De kunstenaar probeert nadrukkelijk de relatie tussen tekst en betekenis te ontwrichten, maar het belangrijkste gevolg is dat alles vaag wordt.
Interessanter is de fotoserie No retreat no surrender (2005), waarin te zien is hoe de zon een schaduw werpt op een rood plastic flesje, dat zich bevindt op een opengeslagen schrift. Hier is net als in de getekende portretten sprake van de suggestie van het verglijden van de tijd, met een schaduw die teksten onthult als ‘No retreat’ en ‘No surrender’. Reeves maakte de foto’s tijdens een treinreis door Europa. Het idee is intrigerend, met de aantekening dat het medium film wellicht een betere optie was geweest, dan immers had je kunnen registreren hoe met het verstrijken van de tijd de tekst wordt blootgelegd. Waarmee duidelijk wordt dat dit soort onderzoek toch eigenlijk is voorbehouden aan het domein van de film. Indrukwekkend is daarom met name de ruimte waarin duizenden lichtdeeltjes van een filmprojector letterlijk licht werpen op een serie tekeningen. Hier wordt een bioscoopfilm tot zijn fysieke essentie teruggebracht.
Intrigerend is ook de video Night Club. Hoewel een duidelijke verhaallijn ontbreekt en een climax uitblijft, bekruipt je een unheimisch gevoel. De nachtelijke tocht door de onbekende stad voert je langs louche nachtclubs, donkere steegjes en desolate locaties. Reeves maakte voor Night Club gebruik van filmshots die al eerder waren ‘geleend’, volgens eigen zeggen een verwijzing naar de ‘home movies shots’ uit de feature films. De keuze om het werk te presenteren in de nauwe, oplopende gang pakt goed uit, het versterkt het beklemmende gevoel. De meeste indruk maakt eigenlijk nog wel Fallen Drawings, een ogenschijnlijk eenvoudige video van een ondefinieerbaar papieren muurobject dat omlaag tuimelt en uiteindelijk uiteenvalt. Een van de weinige werken die geen toelichting behoeft, een verademing. In de laatste zaal staan we plots oog in oog met de video waaraan de tentoonstelling zijn naam dankt, The Fountains of New York. Daarin zien we flitsen uit het leven van de kunstenaar Daragh Reeves. Van quasi-absurde performances – een jongeman in pak dansend voor een tv, een Aziatisch meisje in een zwembad dat een platenhoes boven water houdt waarop het gezicht van komiek Bill Cosby valt te ontwaren – tot het ‘vertrouwde’ onderzoek waarbij noties als duur en tijd en lichtwerking een belangrijke rol opeisen. Een logische afsluiter, want hoe graag W139 ook spreekt over ‘de verschillende aspecten van Reeves’ veelzijdige kunstenaarspraktijk’, uiteindelijk zijn het vooral de videowerken die weten te beklijven.
Lennard Dost