metropolis m

Raphaela Vogel kijkt met behulp van technologie graag voorbij de tegenstelling van man en vrouw in een poging andere identiteiten bloot te leggen. Waarom genoegen nemen met een beperkte opvatting van gender en seksualiteit als de werkelijkheid zoveel diffuser is.

Als we het lichaam in binaire termen zouden zien, dan kunnen we het op een somatische en psychologische manier benaderen. Lichaam en geest markeren het cartesiaanse dualisme het beste: cogito ergo sum. Dit concept van het bestaan lijkt nu verouderd, nieuwe inzichten hebben ons een ander bewustzijn gebracht als door een fluistering in de wind. Dat het somatische lichaam door de geschiedenis heen gerelateerd is aan gender en wordt beperkt door genderrollen, is een aspect van ons leven, van de gemasculiniseerde en gefeminiseerde identiteit, dat steeds onzekerder begint aan te voelen. Afbreken, ontsnappen; kijk naar jezelf en sla dan de spiegel in duigen. Dat de zintuigen en de denkende geest nu in machines kunnen worden gevat, verstoort onze veronderstelde soevereiniteit als menselijke wezens, mannelijk of vrouwelijk. Wie staat er nu aan de top van de voedselketen? Waarom zou je man of vrouw zijn als je een machine kunt zijn? Wees getuige van de technologische singulariteit die exponentieel groeit, buiten dat wat onze eigen magere geesten aankunnen. Zie hoe het je kant uit komt.

Ben je er nog? Als het voorgaande overkomt als een wilde mix van ideeën; dat is de bedoeling. De praktijk van de Duitse kunstenaar Raphaela Vogel (1988), geboren in Neurenberg en woonachtig in Berlijn, komt daarmee overeen. Lichaam, geest en technologie fuseren in één grote mengelmoes, bedekt met heftige heavymetalmelodieën. Met tentoonstellingen de komende tijd in Kunsthalle Basel, het Leopold-Hoesch-Museum, de Berlinische Galerie en Lustwarande in Tilburg bouwt ze verder aan een zeer indrukwekkend cv, waar het Bonner Kunstverein (2015) en de Motorhallen in Dresden (2016) al op vermeld staan. De kunstenaar werkt voornamelijk met video en sculptuur, en verwerkt performance en haar eigen lichaam daarin. Als we haar (of haar lichaam) zouden zien als de protagonist van haar films, dan worden de andere rollen gespeeld door drones waar ze camera’s op bevestigt die onze blik leiden.

Tijdens het spreken over de ontwikkeling van haar praktijk noemt Vogel het persoonlijke aspect dat de beeldtaal in haar werk tot nu toe heeft gedefinieerd: ‘In sommige video’s komt mijn culturele achtergrond naar voren. Ik schilderde toen ik jonger was, iets dat altijd verband hield met ruimte, actie en happening. Ik besefte dat het gebaar van iets doen, wat dan ook, interessant is. De beslissing om iets te doen betekent an sich al zo veel; wat je doet, met wie en met welke materialen. Dit basale idee vond ik interessant, misschien meer op een fenomenologische manier. In de eerste video’s experimenteerde ik veel en ging het niet zozeer om de vertelling. Langzaamaan ging ik de video’s bekijken en realiseerde ik me dat de figuur zoveel te vertellen heeft dat ik maar via de figuur ben gaan vertellen.’

In veel van haar werken lijkt Vogel op een orakelachtig wezen, gekleed in lange, vloeiende gewaden. Soms staat ze op een trotste manier ergens in de verte. Ze is tegelijkertijd aantrekkelijk en intimiderend, almachtig. Dat we haar nooit helemaal kunnen bereiken of te lang stil kunnen blijven staan bij haar subjectiviteit maakt haar schijnbaar onaantastbaar en wereldvreemd. In video’s als PROKON (2014) staat ze in een kleine kamer, hoog op een radiator, met de afstandsbediening van de drone in de hand, terwijl de machine op en neer vliegt, vastgebonden aan een metalen frame. Ze heeft de controle over wat we te zien krijgen en op welke manier. De drone werkt als de extensie van haar macht. Ze zegt daarover: ‘Ik was altijd geïnteresseerd in het uitbreiden van het lichaam met voorwerpen, in combinatie met autonome camerabewegingen. Toen er nog geen drones waren, wilde ik altijd uitbreidingen van het lichaam maken die deels eraan vast zitten, maar ook hun eigen leven leiden door het materiaal waaraan ze vast zitten. Uiteindelijk wilde ik een vliegende camera hebben, maar ik had nooit gedacht dat dit idee werkelijkheid zou worden. Camcorders waren erg groot en zwaar. Toen de eerste drone in 2012 uitkwam, heb ik er direct één gekocht. Ze waren gemaakt voor buiten, niet voor binnen, dus ik probeerde objecten te maken waar een drone doorheen zou kunnen vliegen zonder neer te storten of iemand pijn te doen. Dat was een behoorlijk agressief project, omdat een drone zoveel energie en spanning heeft. Ik probeerde die krachten daarom in de vertelling te integreren. De drone werd als een acteur onderdeel van de video.’

Wellicht kunnen we haar kunstpraktijk zien als een voortzetting van het project van een kunstenaar als Rebecca Horn, die in Body Extensions het evenwicht tussen lichaam en ruimte probeert te verkennen. Voor Vogel is de camera het verlengstuk van het lichaam, maar met het verschil dat de drones waarop de camera’s zijn gemonteerd confronterend, strijdlustig en zelfs dreigend zijn, en ook willen aanvallen. Het is alsof ons vlees zich in een overlevingsstrijd met de technologie bevindt. En terwijl het ons bestaan verder uitbreidt naar de omringende ruimte, probeert het ons ook te elimineren.

Vogel noemt afhankelijkheid, onafhankelijkheid en controle de thema’s in haar werk. In de video Mogst mi du ned mog i di (2014) staat de kunstenaar, squat ze en dribbelt ze in een kaal, steengroen landschap, terwijl de drone die ze bestuurt om haar heen cirkelt en (soms) te dichtbij vliegt, in haar comfortzone. Is dit een beeld van zelfvernietiging? Andere shots tonen onheilspellend de schaduw van de drone die op de grond wordt geworpen. De drone lijkt te lopen als een mechanisch dier. Het werk doet denken aan de recente aflevering ‘Metalhead’ van Black Mirror, waarin drones in de vorm van honden jagen en alle mensen doden, onophoudelijk en zonder schuldgevoel.

De video Prophecy (2016) toont een uitgestrekt strand waar Vogel met witte stukken stof staat die aan haar vastzitten en die poëtisch in de wind golven. ‘De verbinding tussen de drone en de camera is onzichtbaar. Dus ging ik naar buiten met enorme stukken stof en textiel. Ik legde de stof neer, zodat ik de golven tussen de afstandsbediening en de drone via de wind kon visualiseren. Dit werd net een witte jurk en de blik van de drone op mij in de video was als de blik van een man op zijn bruid, omdat het een lange, witte stof betrof. Normaal gesproken bevestig je een camera op de drone en richt je de camera op de aarde. Ik bevestigde de camera zo dat je steeds delen van de drone zelf ziet. Het leek daarom alsof de drone ogen had. Ik liet de drone me aanvallen; het werd een strijd tussen controle en geen controle.’ Cruciaal genoeg is het de blik van de drone die onze ervaring van de scène bepaalt. Terwijl Vogels lichaam het middelpunt is, bepaalt de drone wat we wel of niet kunnen zien. Dit werk is zo een voorbeeld van een complexe en zichzelf flagellerende subjectiviteit, waarbij de vrouw de externe blik controleert, die paradoxaal genoeg ook haar eigen blik is en die haar tegelijkertijd probeert te vernietigen.

In haar sculpturen wordt het lichaam verder gecompliceerd en verdwijnt de subjectiviteit eruit. Het lichaam is zowel onderwerp als object. In haar tentoonstelling in BQ Berlijn stonden sculpturen van grijze, plastic urinoirs die normaal gesproken in de openbare ruimte naast de als relikwieën aan de muur gehangen dierenhuiden. Projectoren waren geïntegreerd in verticaal staande, zilveren vormen met draadtentakels die als armen functioneerden en gestapelde gele bierkratten met zilveren kegels daarop als leunende lichamen waaruit andere projectoren hun felle lichten wierpen. In de tentoonstelling in Bonner Kunstverein stond een tyrannosaurus rex op wielen centraal, met een projector erin en daarnaast enkele witte vazen die langzaam uiteen leken te bezwijken. Overleving naast en verval. We zijn niet langer gewoon man en vrouw, we zijn ook dier, machine, verleden, heden en toekomst.

Het werk van Vogel past bij dat van kunstenaars als Jesse Darling en Katja Novitskova die de subjectiviteit deconstrueren en compliceren, die verder kijken dan de binariteit van man en vrouw, en die vaak daarbij technologie inzetten. Waarom genoegen nemen met één categorie als we vloeibaar zouden kunnen zijn? Vogels werken voelen soms mythisch en soms futuristisch aan; ze breiden zich uit door de ruimte en de tijd, en overstijgen daarmee de vernauwende blik. 

Raphaela Vogel – Ultranackt

Kunsthalle Basel, Bazel

18.05.2018 t/m 12.08.2018

 

Hybrids

Lustwarande, Tilburg

26.05.2018 t/m 23.09.2018

Met werk van Raphaela Vogel, naast dat van Neïl Beloufa, Giulia Cenci, Simon Denny, Oliver Laric, Sarah Pichlkostner, Timur Si-Qin, Evita Vasiljeva, Anne de Vries en Dan Walwin.

Louisa Elderton

is schrijver en curator

Gerelateerd

Recente artikelen