metropolis m

V-A-C staat voor Victoria – the Art of being Contemporary. Het is de gewaagde naam van een Russische stichting die het afgelopen decennium langzaam maar zeker de internationale kunstwereld binnen is gedrongen. Een portret.

 

Mei vorig jaar opende in Venetië het Palazzo delle Zattere, met uitzicht op La Giudecca, als permanente nieuwe vestiging van de V-A-C Foundation. Het is het voormalige hoofdkwartier van de Venetiaanse havenautoriteit en een wonderbaarlijk bescheiden locatie wanneer je bedenkt dat de oprichter en financier van V-A-C de laatste jaren boven aan Forbes’ lijstje van rijkste Russen staat. Naast Peggy Guggenheims museum, François Pinaults Punta della Dogana en Palazzo Grassi is er nu dus een nieuwe ruimte voor hedendaagse kunst in Venetië, gefinancierd door een buitenlandse particulier. 

Olie- en aardgasmagnaat Leonid Mikhelson (geschat persoonlijk vermogen van 18,4 miljard dollar) is een relatieve laatkomer in de kunstsector. In 2009 richtte hij de V-A-C Foundation op in Moskou met als missie Russische kunst te ondersteunen en in dialoog met de buitenwereld te brengen en de grenzen van hedendaagse cultuur te verruimen. In het begin hield hij het dicht bij huis: zijn bescheiden verzameling bestond voornamelijk uit Russische impressionisten en de stichting werd vernoemd naar zijn dochter. Mikhelson voegde er een impliciete wens aan toe: ‘de kunst eigentijds te zijn’. En dat is nog steeds de voornaamste missie van V-A-C: jonge Russische kunst en kunstenaars naar een hoog niveau tillen en uit zijn isolement halen, en daarbij de Russische visie op cultuur verbreden. 

In Moskou wordt in opdracht van de stichting op dit moment onder leiding van Renzo Piano Building Workshop Architects getimmerd aan de volledige renovatie van GES-2, een voormalige energiecentrale uit 1904 op het eiland Krasny Oktyabr, pal tegenover het Kremlin en vlakbij het Strelka Institute en het Gorkipark (met het Garage Museum van die andere tycoon Roman Abramovich en zijn ex-vrouw Daria Zhukova). GES-2 strekt zich uit over twee hectare met zo’n 20 duizend vierkante meter oppervlak. Er wordt een complex ecosysteem voor hedendaagse cultuur ontworpen volgens Piano’s welbekende zin voor transparantie en porositeit. Hij heeft met zijn studio een vloeiend web uitgedacht als een ruimtelijke sculptuur, waar het publiek zich op intuïtieve wijze doorheen moet bewegen. 

Francesco Manacorda, de Italiaanse voormalig directeur van Tate Liverpool, is sinds vorig jaar artistiek-directeur van V-A-C. Hij licht toe: ‘We werken aan het opzetten van een instituut dat de continuïteit met de stedelijke omgeving niet wegneemt, maar juist een voortzetting ervan vormt.’ De piazza van Piano verbeeldt het oogmerk van die continuïteit en vormt een openbare ruimte die buiten begint en het nietsvermoedende publiek de open binnenruimte inloodst. Het nieuwe bouwwerk is opgedeeld in vier ‘polen’ (de openbare, welkomst-, tentoonstellings- en educatiepool) en heeft zo min mogelijk muren. De tentoonstellings- en specifieke performanceruimtes krijgen aanpasbare omhulsels, maar verder blijft alles zo open mogelijk, georganiseerd rond de centrale turbinehal vanwaar zwevende multifunctionele plateaus door trappen met elkaar worden verbonden. ‘Het blijft een bouwproject, dus we houden bewust een slag om de arm en doen geen aankondigingen. Ergens in de komende één à twee jaar zal GES-2 geopend worden voor het publiek’, stelt Manacorda. ‘Wanneer we openen, stellen we ons voor dat het instituut op een geheel andere wijze functioneert dan gebruikelijk is.’

Twee hoofdkwartieren

Wat duidelijk is, is dat er expliciet voor wordt gekozen om geen museum voor hedendaagse kunst op te richten, maar een multinationale culturele non-profitorganisatie met twee hoofdkwartieren en een grotendeels in Moskou gevestigd team dat beide locaties bespeelt onder een tweekoppige Italiaanse leiding: Manacorda als artistiek-directeur en Teresa Iarocci Mavica als algemeen directeur. Zij worden bijgestaan door een groep internationale ‘satellietcuratoren’.

De van oorsprong Napolitaanse Teresa Iarocci Mavica woont sinds 1989 in Moskou en is vanaf het eerste uur directeur van de stichting en drijvende kracht achter de ontwikkeling ervan tot een prominente internationale institutionele speler. Ze legt uit dat (culturele) productie de basis vormt voor de activiteiten van V-A-C: ‘Het discours over hedendaagse kunst in dit land is gestopt bij de Russische avant-garde, opgelost in het door de staat opgelegde socialistisch realisme en het daaruit voortgevloeide decennialange conformisme.’ Er moet dus een inhaalslag gemaakt worden. Onder haar leiding werd het kunsthistorische gat in Mikhelsons collectie opgevuld met werken uit de westerse kunstcanon. De collectie wordt nu op een waarde van 200 miljoen dollar geschat. Ook het Russische publiek, inclusief de kunstscene, moest een educatieve tijdreis maken en daarbij leren zelf te denken en verder te kijken. 

Francesco Manacorda maakt in tegenstelling tot Mavica niet alleen geografisch en cultureel een grote sprong, maar stapte ook over van een ‘gevestigd publiek instituut dat vrijwel onwankelbaar is en zichzelf enkel binnen één specifiek kader ontwikkelt’ naar een plek ‘die in staat is innovatie en nieuw denken te absorberen’. Hij motiveert: ‘Zowel vanwege de Russische context, waarin geen sprake is van een overontwikkeld ecosysteem aan instellingen, academies en musea, als vanwege de opdrachtgever die het idee heeft om een instituut te creëren dat wil experimenteren met verschillende modellen en mogelijkerwijs kan dienen als een nieuw model voor andere toekomstige instellingen.’ 

Mavica voegt daaraan toe: ‘Moskou is een jonge stad boordevol energie, met een briljante jeugd en onverwijlde stedelijke ontwikkeling. Er ontbreekt echter een maatschappelijk middenveld en een politiek model vergelijkbaar met de westerse democratie. Mij interesseert het ontwikkelen van een idee van hedendaagsheid dat dichter bij de actualiteit en recente geschiedenis van Europa aansluit. Het gaat niet over integratie; liever zie ik de dialoog als de weg van de aansluiting.’

Diplomatieke missie

De V-A-C Foundation bestaat nu een klein decennium en bouwde in die tijd op onorthodoxe wijze een onwaarschijnlijke reeks activiteiten op die, ondersteund door een ongebreideld budget, de rol van het hedendaagse kunstmuseum onderzochten. Niet alleen werd gul geschonken aan zowel de organisaties als de productie van individuele bijdrages aan de kunst- en architectuurbiënnales van Venetië sinds 2013, maar ook aan dOCUMENTA (13) en Manifesta 10 in Sint-Petersburg. Daarnaast werden vele Russische kunstenaars ondersteund om aan internationale kunstmanifestaties mee te kunnen doen en werden intensieve banden opgebouwd in de vorm van uitwisselingen, coproducties en financiering van programmaonderdelen met instituten als het New Museum in New York, de Tate Gallery in Engeland, The Art Institute of Chicago, Kadist en met name de Whitechapel Art Gallery in Londen. De stichting richtte in samenwerking met het Antwerpse MuHKA een acquisitieprijs op; het winnende werk wordt opgenomen in de collectie van het museum. Daarnaast biedt het een curatorial summerschool aan in Moskou en worden lokale conservatieve staatsmusea, zoals het Gulag Museum en het Armed Forces Museum, gestimuleerd om hedendaagse kunstpresentaties te ontvangen. 

‘Er bestaat een vast geloof binnen het hogere management van V-A-C dat dat een culturele en politieke strategie is, een diplomatieke missie om ervoor te zorgen dat het land niet in een isolement raakt’, aldus Manacorda. Een opmerkelijke keuze voor een man als Mikhelson die ook op zijn lauweren zou kunnen rusten, maar in plaats daarvan kiest zijn leven te wijden aan de eigentijdse publieke zaak, het tegelijkertijd creëren van internationale dialogen en een voedzame bodem voor binnenlandse culturele ontwikkeling, en een kolossaal bouwproject. ‘Wat een instelling tot “openbaar” maakt, is of zij haar publiek bedient, niet of het geld publiek of privaat is.’ In businesstermen spreekt Manacorda over governance en accountablitity, over de werkzaamheid van het instituut en of dit echt geëngageerd is met het publiek dat de uiteindelijke eindbestemming is van de culturele activiteit.

Opening

De voorbereiding voor de grote opening van V-A-C in GES-2 zijn in volle gang. Manacorda kan er weinig over kwijt, behalve dat er sprake zal zijn van een reeks leidmotieven van mondiale omvang, zoals milieu en omgeving, het post-Antropoceen, genderstudies, herinnering, trauma en museologie, die over langere tijd ‘rizomatisch’ door verschillende media en verschijningsvormen zullen lopen. ‘Het tentoonstellingsformat is daarbij zeker niet bij voorbaat het primaire medium waar alles omheen draait. We hebben eerder een muzikalere benadering van opeenvolgende programmeringen. Als we ons een ander soort cultureel instituut voorstellen is dat er één die geen lijnrecht onderscheid maakt tussen disciplines. We presenteren ze niet naast elkaar; we kijken of we ze door het ontbreken van muren werkelijk in elkaar op kunnen gaan.’ 

De recente tentoonstelling General Rehearsal in het Moskou Museum for Modern Art in samenwerking met V-A-C lijkt een beetje een generale repetitie: een multidisciplinair project in drie aktes en meer dan honderd ‘acteurs’. Een tentoonstelling in de vorm van een theaterstuk, dat echter als een levend organisme is ontworpen om te veranderen en te evolueren in relatie tot zijn omgeving. Met dit project introduceerde V-A-C een vloeiendere, transparante methode om samen te werken en alle disciplines gelijk te benaderen. ‘We krijgen zo nu en dan best veel kritiek en tegenwerking. Niet van de overheid, maar direct van het Russische publiek’, zegt Manacorda. Er is dus nog best wat werk te verzetten daar in het onverzadigd hedendaagse Moskou.

   

Andrea Wiarda

is curator en schrijver

Andrea Wiarda

Recente artikelen