metropolis m

The White Road. An Unbroken History van Edmund de Waal is het fascinerende verslag van een lange reis door de geschiedenis van het porselein.

‘Porselein wordt al duizend jaar gemaakt, al duizend jaar verhandeld. En al achthonderd van die duizend jaren bestaat er porselein in Europa’, schrijft Edmund de Waal in de inleiding van De witte weg. Met de ambitie om deze lange geschiedenis van deze speciale vorm van keramiek te vertellen, begaf hij zich in de voetsporen van Marco Polo naar de belangrijke centra voor porselein in de wereld: Jingdezhen in China, Versailles, Dresden, Plymouth, de Indiaanse streken Ayoree en Etruria, Londen en Dachau. Het is een wereldreis van epische dimensie, waar De Waal jaren voor op pad is geweest en met opvallend gemak verslag van doet. Hij bespreekt de mijnen waar het steengruis voor de productie van keramiek vandaan komt, het kobalt waarmee geglazuurd wordt, de eigenaardige Chinese omgang met keramiek, de Europese hofcultuur, de geschiedenis van Wedgewood tot aan de voorliefde van de nazi’s om porselein als geschenk weg te geven. De geschiedenis van het porselein wordt tastbaar, als hij haar letterlijk in handen neemt, als hij in een verafgelegen musea uiterst zeldzame stukken in handen krijgt gedrukt. De Waal spreekt met kennis van zaken, niet alleen als beschouwer van het medium, maar ook als producent.

Bijgaande voorpublicatie komt uit het hoofdstuk dat is gewijd aan Jingdezhen. Het gaat in op de eigenaardige betekenis van keramiek in het mekka van de Chinese keramiekidustrie Jingdezhen China, waar ook Jennifer Tee (zie elders in dit nummer), frequent naartoe reist voor de productie van haar werk.

Niemand verdedigt hier de esthetische kant. Iedereen is hier om zijn dagelijks brood te verdienen, iedereen bewandelt vakkundig een pad tussen replica en… wat is het juiste woord… Fraude? Nep?

Nou, geen van beide. Dat is nogal ingewikkeld in een land waar het kopiëren een gewaardeerde vorm van respect is, een manier om vaardigheden te leren. De herhaling van de prestaties uit een vorige regeerperiode is op zich een hoogstaande daad.

En verder, voeg ik er zachtjes aan toe, heb ik tientallen jarenzelf geprobeerd dit soort potten te maken. Dat gecraqueleerde glazuur is bij mij nooit goed gelukt. Ik zou er alles voor hebben gegeven zó’n kom te hebben kunnen maken, en zeker tweemaal.

Ik kijk naar mijn aantekeningen: lijsten met doorgestreepte, herhaalde en mislukte pogingen tot taxonomieën voor al deze replica’s. Objecten die lijken op X; replica’s van Y; eerbetoon aan Z. Stuk voor stuk een soort verhaal. Nep. Fraude. Ersatz. Vals. Beunhazerij. Pastiche. Namaak. Vervalsing. Schijnvertoning. Hoe maak je sowieso iets, hoe ga je om met de wens om een mooie porseleinen kom te maken als die wordt achterhaald door iets dat vorig jaar, honderd jaar of duizend jaar geleden is gemaakt?

Op een vochtige julimiddag wedijvert deze straat met oude verhalen. Stop waar je wilt, laat je ogen ergens op rusten en je bent verkocht: een idee, een kans, een discussie. En na een week hier in Jingdezhen besef ik dat dit is wat ik begin te waarderen in de Tao Shu, de bloemlezing van geschriften over porselein van meer dan tweehonderd jaar geleden. Alles is opgenomen in dit plakboek over porselein; zich ontrollende lijsten met de beroemde potten van voorbije dynastieën, geheime glazuren, verhalen over wie wat deed en hoe het werd doorgegeven, warrige anekdotes, aanvallen op oude geleerden. Ik vind steeds meer zekerheid in de willekeur van het boek, de manier waarop een lijst met voorwerpen of attributen almacht wordt toegeschreven, die vervolgens verontwaardigd onderuit wordt gehaald door de volgende.

Niets kan tippen aan deze energieke verhalen van Chinese geleerden over hun potten.

De literatuur is doordrenkt van verhalen over het vreemde leven van porselein.

Een man kwam op een koude ochtend beneden en ontdekte toen hij een porseleinen bak wilde leeggooien dat het restje water op de bodem bevroren was; eronder zag hij een takje perzikbloesem. De volgende ochtend verscheen er een pioentakje met twee bloemen. ‘De volgende dag had zich een winterlandschap gevormd, dat de bak vulde met water, dorpen met bamboe huizen,vliegende wilde ganzen en reigers op één poot, allemaal zo volledig als een afgewerkt schilderij […] En nooit was een afbeelding tweemaal hetzelfde.’

Een man stuurde een theekom ‘als cadeau naar een arme vriend, die na thuiskomst thee zette en in de kom schonk, waarna er onmiddellijk een paar kraanvogels verschenen, die uit de kom vlogen, eromheen cirkelden en pas verdwenen toen de thee was opgedronken’.

Ik ken al die verhalen van haver tot gort, elke emotionele nuance, aangezien ik heb geleerd iets te maken waarvan ik kon houden. Als tiener prikte ik een ansichtkaart boven de schijf in het atelier. Er stond een celadon theekom op met een craquelé zo fijn als de nerven van een blad. Keer op keer heb ik geprobeerd die kom na te maken, in afwachting van het moment dat hij tot leven zou komen en de kraanvogels eruit zouden vliegen.

*

Mijn zeven stuks voor 5 dollar gekochte, nieuwe oude, onbetaalbare theekommen uit de Tangdynastie, vorige week gemaakt en nauwelijks in een krant gewikkeld, stoten tegen elkaar in het plastic tasje als ik terugloop naar mijn logies door het zachte regentje aan het begin van de avond. Ik vraag me af hoe ik moet schrijven over deze stad. De met elkaar verweven oude verhalen maken het erg moeilijk te bepalen in welke tijd ik moet schrijven; de verleden tijd is hier niet erg verleden, en het heden, dat rammelt in mijn tas, is heel erg oud. Tijden zijn veranderbaar en moeilijk te controleren.

En er zijn zoveel verhalen dat een plakboek de enige manier lijkt om ze te verzamelen, een soort plastic zak waarin ze met z’n allen tegen elkaar stoten.

Tegen de tijd dat ik terug ben is al een van mijn zeven nieuwe kommen uit de Tangdynastie gebroken. Nieuwe scherven brengen geluk, denk ik terwijl ik ze bij mijn verzameling op de vensterbank in de jeugdherberg leg.

De Nederlandse vertaling van het boek, onder de titel De witte weg, verslag van een obsessie, wordt in oktober uitgegeven bij De Bezige Bij.

Edmund de Waal

is kunstenaar

Recente artikelen