Dominique Gonzalez-Foerster & Cie.
Dominique Gonzalez-Foerster & Cie.
Expodrome
‘Als in een enorm uitgestrekt landschap, of zelfs verschillende landschappen (…). De belichting varieert, in sommige delen is het al donker, maar in andere is het nog steeds middag. En op sommige plekken regent het.’ Dit citaat, afkomstig uit Dominique Gonzalez-Foersters essay Tropicality uit 1998, dat werd gepubliceerd in een catalogus van haar tentoonstelling met Pierre Huyghe en Philippe Parreno in het Musée d’Art Moderne de la Ville de Paris, kan gezien worden als een goede beschrijving van de solotentoonstelling die ze onlangs maakte voor hetzelfde museum, negen jaar later. De tentoonstelling Expodrome zou men kunnen opvatten als een soort landschap. De bezoeker wordt uitgenodigd een combinatie van verschillende omgevingen te ervaren. Gonzalez-Foerster noemt deze omgevingen ‘tijdruimten’, waarmee ze de sobere opzet van de tentoonstelling benadrukt. Men zou elke installatie puur als tijd en ruimte op kunnen vatten, waarbij ze haar opvatting over een momentopname visualiseert: ‘Misschien is het een bepaalde plek in een bepaalde tijd, misschien zetelt het net zozeer in je gedachten als in je lichaam.’ De titels van de installaties, die met grote letters in verschillende kleuren op de muren zijn gezet, verwijzen naar sensitieve ervaringen: Solarium, Panorama, Cinéma, Le Tapis de lecture, La Fée Electricité, of een gevoel van beweging: Promenade, Cosmodrome, La Jetée. Elke titel suggereert dat je een omgeving binnentreedt die haar eigen ritme en verhaal ontvouwt.
Licht en geluid spelen een belangrijke rol in de tentoonstelling en dragen bij aan haar ‘gedematerialiseerde karakter’. Gonzalez-Foerster buit de eigenschappen van deze aspecten uit om een ruimte te kunnen creëren met verschillende sferen en stemmingen. Daarbij wordt de tentoonstelling gezien als een gelaagde opeenstapeling van indrukken en de combinatie van verschillende scenario’s. De meeste werken in Expodrome zijn tot stand gekomen in samenwerking met mensen uit verschillende disciplines, onder andere musici, architecten en modeontwerpers, die Gonzalez-Foerster samenbracht in een ‘tentoonstellingsteam’, zoals ze het zelf noemt. Dit samenwerkingsverband wordt uitgedrukt in het ‘& Cie’ dat in de naam van de tentoonstelling vermeld staat. Het verandert de opzet van een monografische tentoonstelling in een collectief avontuur en maakt Gonzalez-Foersters interesse zichtbaar in het idee om via een samenwerking voortdurend de grenzen van haar eigen praktijk te blijven verkennen.
De installatie Solarium, die tot stand kwam in samenwerking met modeontwerper Nicolas Ghesquière, wordt tentoongesteld op de trap die naar de tentoonstellingsruimte leidt. Stoelen die speciaal zijn ontworpen voor de trap nodigen de bezoekers uit om rustig achterover leunend een video te bekijken, die wordt geprojecteerd op een scherm boven de trap. De video laat de langzame bewegingen zien van een aantal lichtgevende, abstracte vormen die optische fenomenen en het kleurenspel van een regenboog evoceren. Kleine, onopvallende geluiden begeleiden het verschijnen en verdwijnen van de vormen. Als een contemplatieve ervaring die de functie van de trap verandert, nodigt Solarium de bezoeker uit om een moment te pauzeren en daardoor functioneert deze installatie als de perfecte entree voor de hele tentoonstelling.
Vanuit dezelfde wens om een dialoog met de architectuur van het museum aan te gaan, is in de eerste tentoonstellingsruimte een geluidsinstallatie geïnstalleerd die ‘speelt’ met de leegte van de ruimte. Promenade, dat tot stand kwam in samenwerking met musicus Christophe Van Huffel, bestaat uit het ruimtelijke geluid van een tropische regenbui, te horen uit een aantal speakers dat tegen het plafond is bevestigd. Paradoxaal genoeg maakt het geluid, dat een mooie afspiegeling is van Gonzalez-Foersters wens om architectuur te transformeren naar de cultuur van de tropen, de ruimte ‘voller’. Deze ‘tropicalisatie’ is al vele jaren een belangrijk speerpunt van Gonzalez-Foersters praktijk en kwam voort uit haar jarenlange interesse in de relatie tussen moderniteit en tropische cultuur. Gonzalez-Foerster: ‘De tropische omstandigheden lijken in staat de prachtige, maar onvolwassen puinhoop te onthullen die de moderniteit voortbrengt.’ De geluidsinstallatie is bedoeld als een nieuwe manier om de tentoonstellingsruimte te lezen en een onbewust facet van de museumarchitectuur te onthullen.
Promenade herinnert ons aan eerdere installaties die Gonzalez-Foerster realiseerde in de context van modernistische architectuur, zoals voor het paviljoen van Mies van der Rohe in Barcelona en voor Oscar Niemeyers Ibirapuera Park in São Paolo. Voor haar deelname aan de Biënnale van São Paolo in 2006, liet ze twee zuilengroepen plaatsen, een in het paviljoen en een in de omliggende architectuur, die een kopie vormden van de zuilen van Niemeyer. Net als in Promenade, functioneert het werk als organische uitbreiding van de bestaande architectuur.
De installaties Panorama en Cosmodrome zou je kunnen beschrijven als een hedendaagse versie van het negentiende-eeuwse panorama of diorama, waarin eenvoudige special effects en lichtinstallaties worden gebruikt om levendige omgevingen te creëren. Panorama is een lichtinstallatie. Het licht wordt geprojecteerd op de gebogen wanden van de tentoonstellingsruimte, bestaande uit een heleboel gekleurde, licht doorlatende dioden, die in verschillende patronen op een groot blauw metallic paneel zijn aangebracht. De rode, oranje, witte, blauwe en groene lichten gaan aan en uit, waarbij ze verschillende ritmes en patronen vormen. De installatie roept het beeld op van een mysterieus bedieningspaneel of een stad in de verte. Cosmodrome is een licht- en geluidsinstallatie die Gonzalez-Foerster samen met de Zweedse musicus Jay-Jay Johanson ontwikkelde. Bezoekers worden uitgenodigd om een volledig verduisterde ruimte te betreden waarin een levendige, abstracte compositie is te zien. Er wordt gebruik gemaakt van verschillende lichttechnieken zoals leds, spotlichten, gloeilampen en een lichtgevende streep. Het werk roept een synthetische ervaring op waarbij sprake is van een subtiel samenspel tussen de geluidscompositie van Johanson en de lichteffecten.
De tentoonstelling Expodrome maakt indruk omdat ze uitnodigt tot een emotionele ontdekkingsreis door ruimtes waarin op elegante wijze licht, geluid en kleur tot een vloeibaar geheel zijn gemaakt. In een gesprek met Gonzalez-Foerster over haar werk stelde de filosoof Jacques Rancière het volgende: ‘Er zijn affecten, percepties, die vrijelijk bewegen, die verplaatsbaar zijn (…). Ik denk dat hier de subtiliteit ligt van de moderne sensitieve ervaring, precies op dezelfde manier als je affectie kunt vinden in muziek, in een landschap en hierover meerdere scenario’s kunt schrijven.’ Als samenspel van verschillende ervaringen benadrukt Expodrome de vrije circulatie van de perceptie. Dit wordt nog eens benadrukt door de verschillende posities die de toeschouwer inneemt in reactie op de verschillende installaties. Hij is een toeschouwer in Solarium en Cosmodrome en in het retrospectief van films te zien in Cinéma. Hij is een wandelaar in Promenade en La Jetée, en een lezer in Le tapis de lecture. De tentoonstelling als geheel fungeert als een subtiele montage tussen verschillende omgevingen, brengt ze met elkaar in verband en genereert verschillende vormen van perceptie: ‘emoties, dromen, herinneringen, licht, geluid, temperatuur en stemmingen’, zoals Gonzalez-Foerster het zelf het meest treffend omschreef.
Christophe Gallois