metropolis m

Flirten met theater
Eva Wittocx over Playground in Leuven

In november vindt in STUK in Leuven de vierde editie plaats van Playground, een experimenteel festival dat zich richt op het raakvlak tussen beeldende kunst en performance. Curator Eva Wittocx spreekt over de hoogtepunten van dit jaar.

Domeniek Ruyters

Kun je iets vertellen over de achtergrond van Playground?

Eva Wittocx

‘Het vertrekpunt voor de eerste editie van Playground in 2007 was de vaststelling dat er heel wat beeldend kunstenaars zijn die in performance geïnteresseerd zijn, en omgekeerd ook heel wat podiumkunstenaars die uitstapjes maken naar andere kunstvormen, zoals film en installatie. Het festival duurt steeds een tiental dagen en omvat reguliere voorstellingen, gemaakt door of met beeldend kunstenaars, installaties en beeldend werk dat een reflectie biedt op performance. We brengen ook experimentele producties die aspecten van zowel de beeldende als de podiumkunsten combineren. Playground staat niet voor de directe, spontane, revolterende bodyart waarmee performance binnen de beeldende kunst vaak geassocieerd wordt. De voorstellingen waar wij ons op richten, zijn meer doordacht, en zeer beeldend van aard.’

Domeniek Ruyters

Als ik het wel heb, is dit de vierde editie. Heeft elke editie een eigen karakter of accent?

Eva Wittocx

‘Het is niet de bedoeling om elke editie een eigen thema of karakter te geven. Ons vertrekpunt is steeds zeer breed. Soms, na verloop van tijd, nadat het programma samengesteld is, worden er lijnen zichtbaar in de programmering. Dit jaar zijn er een aantal projecten die de ruimte van het theater grondig onderzoeken. De voorstelling van Markus Schinwald en Oleg Soulimenko speelt zich bijvoorbeeld af op het plafond van het theater, terwijl het publiek eronder zit of ligt. James Beckett bouwt een hele installatie waar het publiek actief doorheen wandelt. Verder is er een video-installatie van Candice Breitz, die met een cast van identieke tweelingen noties als identiteit, originaliteit en improvisatie onderzoekt. Gisèle Vienne werkt met etalagepoppen en Nina Beier introduceert een ‘gepensioneerde’ danseres die alle bewegingen uit haar carrière, die ze zich nog kan herinneren, opnieuw opvoert.’

Domeniek Ruyters

Zijn er producties die speciaal voor de gelegenheid gemaakt zijn?

Eva Wittocx

‘Er zijn kunstenaars die ik al een tijd volg, met wie ik gesprekken voer om eventueel een nieuwe productie te maken voor Playground. Dit jaar resulteerde dat in de nieuwe productie van Markus Schinwald en Oleg Soulimenko. In andere gevallen vraag ik kunstenaars, van wie ik het idee heb dat hun werk een theatrale inslag heeft, of ze niet eens een voorstelling zouden willen maken. Er zijn er ook die wel eens een miniperformance bij hun tentoonstelling brachten, maar nog nooit echt op een podium hebben gewerkt, zoals bijvoorbeeld Orla Barry twee jaar geleden. Vorig jaar trad Aurélien Froment voor het eerst in een theaterzaal op, samen met de Belgische acteur Youri Dirckx. Zij werkten meer dan een maand in Leuven aan deze voorstelling, die later is doorgereisd naar Parijs, New York en Amsterdam. De meeste kunstenaars met wie wij werken hanteren niet de logica van podiumkunstenaars, die zoveel mogelijk willen spelen en toeren. Na één of enkele opvoeringen beginnen ze graag aan iets nieuws.’

Domeniek Ruyters

Ik heb de indruk dat er langzamerhand een zeker circuit aan het ontstaan is voor dit genre van performancekunst. Naast Playground in Leuven is er Performa in New York, en in Nederland bijvoorbeeld If I Cant’t Dance, I Don’t Want To Be Part Of Your Revolution, waar je vaak dezelfde namen tegenkomt. Heb je een verklaring voor de populariteit van het genre?

Eva Wittocx

‘Ik denk dat er altijd al wel kunstenaars geweest zijn die geïnteresseerd waren in het raakvlak tussen kunst en theater. Misschien wordt er de laatste jaren inderdaad wel meer aandacht aan gegeven door bepaalde organisaties, musea en festivals, maar ik zou het niet zo direct een genre noemen. In mijn ogen gaat het om heel uiteenlopende projecten, waarmee zowel beeldend kunstenaars als theatermakers bezig zijn.’

Domeniek Ruyters

Ik zag dat de Frans-Amerikaanse kunstenaar en theatermaker Guy de Cointet voor de derde keer op jullie festival te zien is. Vanwaar deze interesse?

Eva Wittocx

‘Guy de Cointet past zo goed in Playground, omdat hij eerst kunstwerken maakte en die later de hoofdrol liet spelen in monologen en voorstellingen, die opgevoerd werden in zowel galeries als theaterzalen. De inhoud van de voorstellingen schuurt aan tegen televisiesoaps en alledaagse situaties, waaraan hij via een subtiel spel met taal een surreële twist geeft. In 2007 toonden we Tell Me uit 1979, nadat ik een dvd van de voorstelling in het CRAC in Sète had gezien. In 2008 brachten we vervolgens drie monologen, waarvan er één sinds De Cointets overlijden niet meer was opgevoerd. Dit jaar programmeren we Iglu, een samenwerking met beeldhouwer en decorontwerper Robert Wilhite, die in de periode 1977-78 met De Cointet aan vier performances werkte. In Iglu speelt, anders dan in Tell Me, muziek een grote rol. De relaties tussen de acteurs zijn abstract en mysterieus. Te horen is bijvoorbeeld een cassette voor de zelfstudie van Spaans en een ‘silent harp’, die stilte produceert ? een knipoog naar John Cage. We tonen daarnaast een documentaire die Marie de Brugerolle over De Cointet maakte, met heel wat interviews met kunstenaars en acteurs met wie hij samenwerkte, onder wie Mike Kelley en Larry Bell. Het is een mooie aanvulling om dit bijzondere werk breder te duiden. In samenwerking met If I Can’t Dance… en het Stedelijk Museum komt Iglu na Playground dit najaar ook naar Amsterdam.’

Domeniek Ruyters is hoofdredacteur van METROPOLIS M

Domeniek Ruyters is hoofdredacteur van METROPOLIS M

Domeniek Ruyters

is hoofdredacteur van Metropolis M

Recente artikelen