Het Museum is Geschiedenis
Het Museum is Geschiedenis
Museum of American Art in Van Abbe
Het Museum of American Art is geen gewoon museum. Het beschrijft de geschiedenis van het twintigste-eeuwse museum aan de hand van letterlijke kopieën van spraakmakende tentoonstellingen. Een gesprek over een museum dat zich profileert als het enige ‘echte museum van de kunst’.
Het Museum of American Art (MoAA) opende in 2004 zijn deuren in een appartement op de begane grond van de Frankfurter Allee 91 in Berlijn. Het staat vol met abstract-expressionistische meesterwerken van grootheden als Jackson Pollock, Adolph Gottlieb, Barnett Newman, Marc Rothko, Willem De Kooning, Franz Kline en Robert Motherwell. Of eigenlijk, kopieën daarvan: de collectie van het MoAA bestaat namelijk uit schilderijen en objecten die belangrijke werken uit de twintigste-eeuwse Amerikaanse kunstgeschiedenis ‘herhalen’. Grote schilderijen, vaak enigszins schetsmatig van aard, schaalmodellen van tentoonstellingsruimten, schetsen van oude foto’s van belangrijke momenten uit de kunstgeschiedenis, reproducties van pagina’s uit baanbrekende catalogi: dit zijn de ingrediënten van wat je een typische MoAA-opstelling zou kunnen noemen. Een opstelling die letterlijk een white cube in een white cube is, waar bezoekers zich kunnen verdiepen in de tentoongestelde ‘artefacten’, om zich te bezinnen op kwesties als reproductie, authenticiteit en vooral de Europese en westerse kunstgeschiedenis en de politieke aspecten daarvan.
Het MoAA legt zich toe op werk van de jaren twintig tot en met de jaren zestig. Walter Benjamin, die zich opwerpt als woordvoerder van het museum, legt uit: ‘Niet alleen is het een begrensde periode, dit instituut is ook geen kunstmuseum. Sterker nog, door geen kunstmuseum te zijn is het het “echte museum van de kunst”, een plek ter herinnering aan de kunst, de kunstgeschiedenis en het kunstmuseum.’ Het MoAA maakt ook reizende tentoonstellingen. In het Van Abbemuseum is op dit moment het Kabinett der Abstrakten (Original and Facsimile) te zien in het kader van de tentoonstelling Play Van Abbe.
Hoe zou u het MoAA in algemene zin omschrijven? Wat zijn de belangrijkste kenmerken van het museum?
‘Toen ik het Museum of American Art voor het eerst bezocht, ik meen in het voorjaar van 2005, besefte ik meteen dat dit geen gewoon museum was. Maar het duurde even voor ik besefte dat het eigenlijk helemaal geen kunstmuseum is. Natuurlijk, de voorwerpen die hier worden tentoongesteld hebben de traditionele kunstvormen (technieken), namelijk schilderijen en objecten, maar in dit geval zijn het geen kunstwerken. Alles wat het museum tentoonstelt gaat over kunst, met name over de ontwikkeling van de moderne canon zoals die vlak voor de Tweede Wereldoorlog werd geïnitieerd door het Museum of Modern Art, het MoMA, en de invloed daarvan na de oorlog. Aangezien het thema van het Museum of American Art het tot stand komen van het verhaal van de moderne kunst is, kwam ik tot de conclusie dat dit geen kunstmuseum kon zijn.’
We zijn met u in contact gebracht door de technisch medewerker van het museum, die zei dat u beter in staat was om onze vragen te beantwoorden dan hijzelf. Bent u dezelfde Walter Benjamin die wij allemaal kennen en wiens boeken wij gelezen hebben?
‘Hoewel ik niet vanaf het allereerste begin bij het museum betrokken was, ben ik er de laatste jaren mee verbonden geraakt, in de eerste plaats omdat er bepaalde ideeën worden verwezenlijkt die mij ook aanspreken. Een daarvan is de vraag hoe je jezelf “buiten” het verhaal van de kunstgeschiedenis kunt positioneren. Het belangrijkste kenmerk van de geschiedenis is de uniciteit van de hoofdrolspelers: personen, objecten of gebeurtenissen. Vanuit een metastandpunt bezien, wordt de kunstgeschiedenis echter alleen maar een verhaal en worden al die unieke historische entiteiten getransformeerd tot karakters in dat verhaal, als de karakters in een toneelstuk. In die zin kunnen we ook Walter Benjamin opvatten als een van die personages. Het maakt niet uit wie zijn rol vervult.’
U hebt het vaak gehad over de tentoonstelling Cubism and Abstract Art uit 1936 van Alfred Barr, de beroemde directeur van het MoMA. Het MoAA was in eerste instantie sterk beïnvloed door deze en latere tentoonstellingen, die allemaal georganiseerd waren door Dorothy Miller, de eerste conservator van het MoMA. Heeft deze periode nog steeds uw interesse?
‘Als ik het goed heb begrepen, bestaat een deel van de permanente tentoonstelling in het MoAA uit artefacten die betrekking hebben op de periode na de Tweede Wereldoorlog en zijn ze afkomstig uit diverse belangrijke, reizende tentoonstellingen die door het MoMA zijn samengesteld, bijvoorbeeld Twelve American Contemporary Painters and Sculptors (1953) en The New American Painting (1958). Deze tentoonstellingen hebben een sleutelrol gespeeld bij de oprichting van het MoAA. Een van de zalen in het museum draagt daarom nog steeds de naam van Dorothy Miller. Een ander deel van het museum heeft betrekking op de vooroorlogse periode, op het ontstaan en de vroege geschiedenis van het Museum of Modern Art in New York. Het museum beschikt ook over verschillende collecties die verwijzen naar de reizende tentoonstellingen van het MoMA. Een van de meest recente aanwinsten van het museum is de collectie Kabinett der Abstrakten, de beroemde kamer voor abstracte kunst die El Lissitzky op uitnodiging van Alexander Dorner in 1928 in het Landesmuseum in Hannover inrichtte. Het museum bezit een “reconstructie” van het abstracte kabinet, dat in 1936 is verwoest door de nazi’s toen ze de leiding over het museum in Hannover overnamen, alsmede werken die het jaar daarna te zien waren op de tentoonstelling Entartete Kunst. De geschiedenis van het Kabinett der Abstrakten en het Landesmuseum heeft ook raakvlakken met Alfred Barr en het MoMA: alle werken van Malevich die nu in het MoMA hangen, zijn in 1935 vanuit het Landesmuseum naar New York overgebracht voor de tentoonstelling Cubism and Abstract Art en zijn sindsdien continu tentoongesteld.’
Zijn de artefacten in het MoAA kopieën? Kunt u iets zeggen over hun status?
‘Voor zover ik weet zijn alle schilderijen in het Museum of American Art in enige vorm kopieën. Sommige kopieën zijn 1:1, andere zijn kleiner. Bij een kopie doet het formaat er niet toe. Het zijn geen unieke zaken, eerder symbolen. Een kleine kopie van een Motherwell heeft dezelfde betekenis als een grote kopie en kan net als elk ander symbool oneindig worden vermenigvuldigd zonder dat de betekenis ervan verandert.’
U heeft het vaak over de lessen die we uit het verleden kunnen trekken voor de toekomst. Wat zegt het MoAA ons over ons heden?
‘Instellingen als het MoAA bestaan in het heden, maar in elk heden vind je sporen van het verleden en een glimp van de toekomst. Voor mij staat vast dat het hele kunstdomein iets van het verleden is, dat alleen blijft voortbestaan als gevolg van een toestand van inertie, net zoals religie is blijven voortbestaan na de Verlichting. De kunstenaar behoort tot een achterhaalde categorie, zoals priester ten tijde van de opkomst van de natuurfilosofen. Er valt niets meer te zeggen in de ik-vorm die de meeste kunstenaars hanteren. Om zinvol bezig te zijn binnen het “nieuwe paradigma” zullen kunstmusea moeten veranderen. Voor zover ze blijven bestaan worden het een soort “tijdcapsules” waar mensen naartoe kunnen gaan om te zien wat kunst en kunstmusea waren. De voormalige kunstwerken zullen hier de status van specimen krijgen met dezelfde waarde en hetzelfde belang als alle andere artefacten (kopieën, objecten, boeken, catalogi, et cetera). De kunstwerken hier zullen alleen nog worden gewaardeerd door degenen die het kunsthistorische verhaal vertrouwen en nog “geloven” in kunst. Daarnaast gaan er nieuwe plekken ontstaan die gewijd zijn aan de herinnering aan bepaalde periodes van de kunstgeschiedenis, zonder een kunstwerk tentoon te stellen, zoals het Museum of American Art. Hier wordt de situatie omgekeerd die bijna honderd jaar geleden werd gecreëerd door de ‘readymade’. Bij de readymades is sprake van niet-kunstvoorwerpen die worden getransformeerd tot kunstvoorwerpen door hun context te veranderen, terwijl in het MoAA traditionele kunstvoorwerpen, zoals schilderijen, worden getransformeerd tot artefacten.’
Als het MoAA bij wijze van spreken op tournee gaat, zoals naar de Biënnale van Istanbul en nu het Van Abbemuseum, worden dan vanuit de thuisbasis aan de Frankfurter Allee werken uitgeleend, of worden er gewoon extra kopieën gemaakt voor die plaatsen?
‘In feite heeft het MoAA in beide gevallen reeds bestaande collecties uitgeleend. Op de Biënnale van Istanbul was de collectie Savremena umetnost u SAD (Modern Art in the USA) te zien. Het thema daarvan is de reizende MoMA-tentoonstelling van 1955-1956, die begon in Parijs en eindigde in Belgrado, na onderweg verschillende Europese steden te hebben aangedaan. Hoewel dit wellicht de belangrijkste tentoonstelling van moderne kunst was die ooit in Belgrado te zien is geweest, was die helemaal vergeten. Dankzij deze MoAA-collectie is dit nu weer in onze herinnering gebracht. Het Kabinett der Abstrakten, dat nu in het Van Abbemuseum te zien is, is een collectie die voor het eerst in januari 2009 is tentoongesteld in de Halle für Kunst van Lüneburg. Wat betreft het maken van nieuwe kopieën voor een specifieke context zou ik zeggen dat het antwoord in principe “ja” is. Er worden nieuwe kopieën gemaakt en er vinden kleine veranderingen plaats. Het viel mij op dat een aantal artefacten in de MoAA-tentoonstelling in Istanbul niet eerder te zien waren geweest in Belgrado en ik vermoed dat er in de tentoonstelling in het Van Abbemuseum van Kabinett der Abstrakten dingen zullen zitten die in Lüneburg niet te zien waren.’
‘In feite heeft het MoAA in beide gevallen reeds bestaande collecties uitgeleend. Op de Biënnale van Istanbul was de collectie Savremena umetnost u SAD (Modern Art in the USA) te zien. Het thema daarvan is de reizende MoMA-tentoonstelling van 1955-1956, die begon in Parijs en eindigde in Belgrado, na onderweg verschillende Europese steden te hebben aangedaan. Hoewel dit wellicht de belangrijkste tentoonstelling van moderne kunst was die ooit in Belgrado te zien is geweest, was die helemaal vergeten. Dankzij deze MoAA-collectie is dit nu weer in onze herinnering gebracht. Het Kabinett der Abstrakten, dat nu in het Van Abbemuseum te zien is, is een collectie die voor het eerst in januari 2009 is tentoongesteld in de Halle für Kunst van Lüneburg. Wat betreft het maken van nieuwe kopieën voor een specifieke context zou ik zeggen dat het antwoord in principe “ja” is. Er worden nieuwe kopieën gemaakt en er vinden kleine veranderingen plaats. Het viel mij op dat een aantal artefacten in de MoAA-tentoonstelling in Istanbul niet eerder te zien waren geweest in Belgrado en ik vermoed dat er in de tentoonstelling in het Van Abbemuseum van Kabinett der Abstrakten dingen zullen zitten die in Lüneburg niet te zien waren.’
Maxine Kopsa is redacteur van METROPOLIS M
Maxine Kopsa is redacteur van METROPOLIS M
De presentatie Kabinett der Abstrakten (Original and Facsimile) van het Museum of American Art is tot en met augustus 2010 te zien in het Van Abbemuseum in Eindhoven in het kader van het programma Play Van Abbe. In maart wordt daar de tentoonstelling Sites of Modernity aan toegevoegd.
De presentatie Kabinett der Abstrakten (Original and Facsimile) van het Museum of American Art is tot en met augustus 2010 te zien in het Van Abbemuseum in Eindhoven in het kader van het programma Play Van Abbe. In maart wordt daar de tentoonstelling Sites of Modernity aan toegevoegd.
Walter Benjamin is een vermaard cultuurfilosoof en theoreticus op het terrein van de kunstgeschiedenis. In 1963 publiceerde hij zijn beroemde boek Het Kunstwerk in het Tijdperk van de Mechanische Reproductie. Vele jaren na zijn tragische overlijden verscheen hij weer, met de lezing Mondriaan ’63-’69, een initiatief van het Centrum voor Marxisme in Ljubljana in 1986, en het jaar daarop was hij te zien op de TV Gallery in Belgrado. Later publiceerde hij het essay On Copy (2005), het artikel Provinzial-Museum (2009) en de interviews My Dear, This is Not What it Seems to Be (2005) en Places of Re-remembering (2009). Ook was hij in 2006 medecurator (met Inke Arns) van de groepstentoonstelling What is Modern Art? De laatste jaren wordt zijn naam in verband gebracht met het Museum of American Art in Berlijn.
Walter Benjamin is een vermaard cultuurfilosoof en theoreticus op het terrein van de kunstgeschiedenis. In 1963 publiceerde hij zijn beroemde boek Het Kunstwerk in het Tijdperk van de Mechanische Reproductie. Vele jaren na zijn tragische overlijden verscheen hij weer, met de lezing Mondriaan ’63-’69, een initiatief van het Centrum voor Marxisme in Ljubljana in 1986, en het jaar daarop was hij te zien op de TV Gallery in Belgrado. Later publiceerde hij het essay On Copy (2005), het artikel Provinzial-Museum (2009) en de interviews My Dear, This is Not What it Seems to Be (2005) en Places of Re-remembering (2009). Ook was hij in 2006 medecurator (met Inke Arns) van de groepstentoonstelling What is Modern Art? De laatste jaren wordt zijn naam in verband gebracht met het Museum of American Art in Berlijn.
Vertaling: Leo Reijnen
Vertaling: Leo Reijnen
Maxine Kopsa