metropolis m

Ibon Aranberri
Integration

Ibon Aranberri (Itziar Spaans Baskenland, 1969) had het druk dit jaar met zijn bijdrage aan documenta 12, maar ook vanwege zijn solotentoonstelling Integration in de Kunsthalle Basel, waar hij twee vroegere installaties en een groot nieuw werk toonde. De presentatie is bedoeld als het eerste ‘hoofdstuk’ van een tentoonstelling die hem het komend jaar nog naar het Van Abbemuseum in Eindhoven en de Schirn Kunsthalle in Frankfurt zal voeren.

De manier waarop Aranberri de media en presentatiestrategieën uitkoos voor Integration kan het best begrepen worden als de tijdelijke manifestatie van een voortdurend werkproces. Hij presenteerde als het ware de status-quo van zijn lopende onderzoekstraject. Het getoonde in Basel komt overeen met wat er in Eindhoven en Frankfurt te zien zal zijn, maar de werken Floating Garden (2004/2007), Cave (Ir.T.no513) (2003) en Light over Lemoniz (2000-2003) zijn daar ongetwijfeld onderdeel van een gewijzigde opstelling. Aranberri voelt zich er prettiger bij als hij het geheel kan herzien in wisselwerking met de plekken van vertoning, de eigenaardigheden van de ruimtes, de eisen van de curatoren of de nieuwe ontwikkelingen in het onderzoek, dat aan de werken ten grondslag ligt.

Floating Garden, zijn nieuwe werk dat in Basel te zien is, is hier een goed voorbeeld van. Het begon in 2004 met een serie schetsen en een schaalmodel, bedoeld voor een architecturale interventie in P.S.1 in New York, waar de kunstenaar verbleef in het kader van een residency-programma. Zijn voorstel was om boven op de buitenmuren van het kunstcentrum gebroken glas in te metselen. Hoewel hij benadrukte dat het werk niet gezien moest worden als kritiek op zijn gastheren, of op de politiek in bredere zin in de New Yorkse kunstwereld, kon het nauwelijks als een onschuldig gebaar gezien worden. Muren met gebroken glas zijn vaker te zien in het Europese dan het Amerikaanse landschap, maar de boodschap is overal even duidelijk: verboden toegang! Dat Aranberri brutaal voorstelde het glas te gebruiken van Pellegrino-flessen die leeggedronken waren tijdens hippe openingen in New York, moet een extra reden zijn geweest voor P.S.1 om het werk te weigeren, al beweerde men dat dit was omwille van de veiligheid van de bezoeker.

In Basel keert Aranberri het voorstel voor P.S.1. om. Ongeveer dertig gegoten betonnen blokken en verhoogde ondersteuningen staan verspreid over de vloer, alsof het geheel haastig is achtergelaten door Zwitserse constructiewerkers. Tweederde daarvan is voorzien van gemene punten glas. Alle blokvarianten zijn aanwezig, van hoekblokken tot T-steunen, alsof het klaar staat geïnstalleerd te worden op een geschikte ommuring van een hof. Maar zulke muren zijn er niet in de Kunsthalle Basel. De andere helft van de zaal blijft angstwekkend leeg. Waarom worden deze wrede objecten hier tentoongesteld? In tweede instantie wordt de aandacht getrokken door de verzameling schragen die de betonnen elementen dragen. Ze hebben een grote variëteit: van grof gebogen staal tot voorzichtige metalen buizen, waarvan sommige zelfs heel fraai zijn afgewerkt met versieringen. De schragen lichten de elementen die ze dragen uit als artefacten, designobjecten, of gewoon wat ze zijn: bouwmaterialen. Wanneer de zon echter fel schijnt, begint het geheel te stralen en kleuren de muren groen. Ongetwijfeld verwijst dit naar de titel Floating Garden.

Aranberri wijst er in een gesprek op hoe belangrijk curator Adam Szymczyk was voor de tentoonstelling, omdat hij hem ervan overtuigde om het New Yorkse concept verder uit te werken. De energie van deze snelle omschakeling lijkt zichtbaar te worden in de botte sculpturale kwaliteiten van het beeld en de kleur. Als ik de kunstenaar erom vraag, bevestigt hij mijn indruk dat het werk een bijzondere stap is in zijn ontwikkeling en legt hij uit hoe elementen in de installatie, met name de schragen, steeds belangrijker werden tijdens het werkproces en misschien later zelfs een eigen leven zullen gaan leiden.

In vergelijking tot de wijze waarop Floating Garden in het oog springt, lijken Cave (Ir.T. no 513) en Light over Lemoniz een beetje weggestopt in de raamloze ruimtes achter de bovenzaal. Ze bestaan uit een bescheiden presentatie van archiefmateriaal gerelateerd aan twee oudere projecten. In het kader van Cave installeerde de kunstenaar een speciaal ontworpen ijzeren deur voor een grot in de Baskische bergen, waar vervolgens een expeditie naar toe werd georganiseerd. Het werk wordt hier getoond aan de hand van enkele documenten op de muur, waaronder een plattegrond met de locatie van de grot, een groot houten paneel op de vloer van de zaal (suggererend dat die een gat in de vloer bedekt) en een vage zwarte foto die een groep mensen laat zien die een rivier oversteekt nabij de afgedekte grot. Light over Lemoniz is een project dat nooit werd gerealiseerd. Aranberri wilde een vuurwerk organiseren bij een kerncentrale die gebouwd is door de Spaanse overheid, maar vanwege veel lokaal verzet nooit in gebruik werd genomen. Het werk wordt op bescheiden wijze als een diaprojectie gepresenteerd. Te zien zijn dia’s van een zeeleeuw, sommige energiekabels, actievoerders, angstwekkende diagrammen die fall-outstudies in kaart brengen en beelden van de opening van Guggenheim Bilbao.

Dit oudere werk is belangrijk voor een beter begrip van Aranberri’s werk, aangezien hij altijd voornamelijk bezig was met onderzoeksmatig werk in de publieke ruimte. Pas recentelijk is hij werk gaan maken dat speciaal voor een tentoonstellingsruimte is bedoeld, zoals Floating Garden. Het is opvallend om te zien hoe het recente werk het vroegere wegdrukt en dat doet voorkomen als een geraamte van losse herinneringen en onbetrouwbare voetnoten. Toch wil dit niet zeggen dat het nieuwe werk automatisch beter is dan het oude. De organische kwaliteit van Aranberri’s werkmethode brengt immers de manier waarop zijn ideeën tijdens de opbouw van de tentoonstelling gaandeweg cycli doormaken van groei en verval, juist onder de aandacht.

Barnaby Drabble

Recente artikelen