metropolis m

Instant design

De laatste ontwerpnoviteit heet Rapid Manufacturing. Via een computergestuurde machine kan het ontwerp direct worden uitgevoerd. De vrijheid lacht de ontwerper toe, maar schrikt ook af. Droog Design toonde de eerste technische hoogstandjes en organiseerde een discussie onder de titel Fear of Freedom.

Je hoeft het maar te bedenken en te tekenen en het kan gerealiseerd worden: de droom van iedere industrieel ontwerper. Werd diens verbeelding tot nu toe ingeperkt door de (on)mogelijkheden van de bestaande reproductiemethoden, die hobbel lijkt bijna tot het verleden te behoren. De Franse ontwerper Patrick Jouin ontwikkelde een methode die het samenvloeien van ontwerp- en productieproces een stap dichterbij heeft gebracht. Dat opent zoveel mogelijkheden dat er al gesproken wordt van een nieuwe revolutie in design. Reden genoeg om stil te staan bij die mogelijkheden en de consequenties ervan voor de ontwerppraktijk van designers en kunstenaars.1

De toenemende digitalisering van het ontwerpproces en de mogelijkheid een virtueel object rechtstreeks te vertalen in een fysiek object heeft de afgelopen decennia een wereld aan mogelijkheden geopend. De eerste Rapid Prototyping-technieken ontstonden rond 1980 met de komst van krachtige computers. Ze werden aanvankelijk gebruikt voor medische apparatuur en inmiddels profiteren ook de auto-industrie, architecten en ontwerpers ervan. Zo kan iedere gewenste vorm gerealiseerd worden en kunnen complexe factoren en randvoorwaarden, waaronder de drukbelasting en materiaalsterkte, al in de ontwerpfase worden bekeken, getest en op elkaar afgestemd.

Het proces in het kort: via het CAD CAM programma (Computer Aided Design en Computer Aided Manufacturing) wordt van een tweedimensionale tekening een virtueel computermodel gemaakt. Met dat driedimensionaal model kan eindeloos geëxperimenteerd worden totdat het precies voldoet aan alle eisen. Er bestaan verschillende RP-technieken. De stereolithografiemachine, waarmee Patrick Jouin werkt, bestaat uit een vat, gevuld met vloeibare kunsthars of fotopolymeer (= fotosensitieve vloeistof) of polyamide poeders. Door middel van computergestuurde laserstralen, die de informatie van het virtuele model exact volgen, wordt het vat gescand en waar de stralen elkaar doorsnijden, worden hars of poeders uitgehard. Het fysieke object wordt zo laag voor laag opgebouwd door de lagen van het virtuele model exact te volgen. Het proces oogt als pure magie. Op dit moment kunnen de machines alleen polyamide aan, maar er wordt al geëxperimenteerd met mengsels van kunststof en aluminium. Op termijn denkt men met ‘oudere’, versmeltbare materialen als glas en staal te kunnen werken.

Vanwege de hoge kosten is de RP-techniek tot op heden alleen geschikt voor het produceren van het eerste product of kleine series van kleine objecten. Voor reproductie in grote oplages is een vertaalslag nodig: van het prototype wordt een mal gemaakt en in die mal wordt keer op keer materiaal gegoten of geperst. Tot nu toe is de ontwerpvrijheid dus gebonden aan wat de reproductiemogelijkheden toelaten. Dat verandert op termijn. Het Belgische productiebedrijf Materialise kan sinds kort ook grotere afmetingen aan (objecten van twee meter bij tachtig centimeter) en heeft de RP-techniek efficiënter gemaakt waardoor de verwachting van het eerste uur, directe productie, in zicht komt.

In nauwe samenwerking met Patrick Jouin heeft het bedrijf een serie meubels geproduceerd onder de naam SOLID. De eerste exemplaren kennen nog de nadelen van prototypes, de vertaling van virtueel naar fysiek object. Het scannen, uitharden en afkoelen neemt dagen in beslag (en de meubels zijn dus onbetaalbaar: 6000 – 16000 euro). De laatste noviteit belooft echter meer. De OneShot is een inklapbare kruk die ondanks zijn complexiteit geen draagas of losse schroeven en scharnieren nodig heeft. In één draaibeweging vouwt de bundel van polyamide poten zich uit tot een krukje. Het ontwerp is zonder mallen gemaakt en ook niet geassembleerd; zitting, poten en verbindingsstukken zijn in één productieproces, plat liggend, vervaardigd. Door de geringe hoeveelheid ruimte die dat inneemt worden meerdere objecten gelijktijdig geproduceerd: Rapid Prototyping wordt daarmee Rapid Manufacturing (en de kruk kost een fractie van zijn zusjes: 2000 euro!) De expositieruimte van Droog Design in Amsterdam had de primeur: in september en oktober 2006 werden daar de eerste meubels uit de SOLID-serie uit 2004 getoond en het allernieuwste staaltje van technisch kunnen.

Zoete wraak

Wat verandert door deze ontdekking? Op termijn zal tussen prototype en eindproduct geen intensief productieproces meer staan. Bovendien wordt maatwerk eenvoudiger, toegesneden op de individuele wensen van gebruikers en de behoefte van ontwerpers om uniciteit te creëren binnen een industrieel proces, het computerprogramma valt immers op elk moment te manipuleren. En last but not least, de ontwerper krijgt maximale ontwerpvrijheid. Een revolutie, luiden de commentaren. Volgens anderen is de hype niet helemaal terecht. Dat de techniek in potentie veel kan was bekend, maar voorlopig kunnen de superlatieven nog even in de kast.

Serieproductie draait uiteindelijk om grote aantallen, snelheid en kostenbesparing. Men kan zich afvragen wanneer de voordelen van andere, goedkopere technieken daadwerkelijk achterhaald zullen zijn dankzij de nu nog kostbare RP-techniek, zeker als je hier de goedkope productie in derdewereldlanden bij betrekt. Bovendien zijn grote oplages wel interessant voor de industrie, maar lijkt dat vooralsnog haaks te staan op de praktijk van de meeste ontwerpers, die veel dichter bij het produceren van unica en kleine oplages ligt dan bij de aantallen waar nu alleen het troetelkind van de designwereld, Philippe Starck, van kan dromen. Jouins vormentaal appelleert eerder aan de smaak van een kleine kring designadepten dan aan die van de grote massa. Het lot van de eerste technische hoogstandjes uit de Bauhausperiode zijn wat dat betreft tekenend: niet de doelgroep, de arbeiders, maar een handvol cultureel geïnteresseerden haalde de innovatieve, goedkoop te produceren buismeubelen in huis.

Unica en serieproductie – hier brengt RM een noviteit, de zoete wraak van de industrie. Al jaren klinken in de designwereld bezwaren tegen industriële productie die een overdaad aan zielloze wegwerpproducten heeft gebracht. Door ontwerpers is daarom in de afgelopen jaren met veel succes geëxperimenteerd met seriële productietechnieken die ook unica konden opleveren.2 Dat zij daarbij meestal teruggrijpen naar traditionele ambachten als keramiek en textiel is geen toeval, uniciteit behoort hier eerder tot de mogelijkheden dan de onmogelijkheden. Nu blijkt een ontwerper met een geavanceerde techniek en een relatief jong materiaal als plastic precies hetzelfde te kunnen, maar hij vertelt daarmee, los van het materiaal, geen nieuw verhaal. Wel nieuw is de copyrightproblematiek. Wie kan zijn naam verbinden aan een product dat op termijn een combinatie zal worden van data die worden gegenereerd door ontwerper, systeem, randvoorwaarden en individuele inbreng van gebruikers?

De grenzeloze vrijheid van de ontwerper: hoe wenselijk is zij en is vrijheid überhaupt mogelijk? Een vergelijkbaar technisch hoogstandje, blobarchitectuur, heeft veel wanproducten opgeleverd. De meeste eisen en grenzen overleven iedere technische innovatie. Een zwevende stoel behoort in virtual reality tot de mogelijkheden, maar blijft onhandig in die andere werkelijkheid. Veelzeggend is Jouins OneShot. De foto’s verbergen het grotendeels, maar in werkelijkheid blijkt de kruk op een hinderlijk lelijke paal te rusten. Ongetwijfeld was hij constructief noodzakelijk maar hij veroverde daarmee wel een te grote stem in het designproces.

Natura design magistra

De waarde van deze technische innovatie hangt af van de waarde van de producten die ermee gemaakt wordt. Is het verhaal, de betekenis of de schoonheid op dit moment in de designgeschiedenis belangrijk? Techniek omwille van de techniek charmeert alleen techneuten, niet de potentiële afnemers van gebruiksproducten.

Bij de opening van Jouins tentoonstelling organiseerde Droog Design het symposium Fear of Freedom om de mogelijke implicaties van de RM-techniek te bespreken. Naomi Kaempfer, artdirector van Materialise, refereerde aan een oude gedachte: dat technische innovatie altijd een onredelijke angst oproept in het begin. Maar Patrick Jouin was realistisch en erkende dat grenzeloze vrijheid ook verschrikkelijk is. Hij beperkte zijn eigen vrijheid en besloot inspiratie dáár te zoeken waar al velen hem voorgingen: de natuur. Voor beeldhouwers is dat geen onbekend gegeven. De complexe vormen van de natuur zijn een betrouwbare raadgever waar het gaat over de sculpturale eisen van een fysiek object, waaronder constructie, balans en zwaartekracht. Bovendien lijken natuurlijke vormen vanouds het patent te bezitten op schoonheid.

Twee vliegen in een klap moet Jouin hebben gedacht. Zijn meubels refereren aan boomwortels, honingraatpatronen, cellenstructuren en de schoonheid van wuivende grashalmen. Natura designo magistra! Dat herinnert aan de zwart-witfoto’s die Karl Blosfeld in de jaren dertig maakte van minuscule onderdelen van planten. Uitvergroot getuigen ze van de ingenieuze organisatie in de natuur en inspireerden vooral in het midden van de vorige eeuw menig beeldhouwer en architect. Of het een zwaktebod is wanneer ook designers teruggrijpen naar natuurlijke vormen om te ontsnappen aan het dilemma van maximale ontwerpvrijheid? Ze hebben in de laatste eeuw met argusogen naar de vrijheid van kunstenaars gekeken en ondertussen steeds meer autonomie veroverd binnen het designvak. Functionaliteit bleek geen heilig huisje en nu blijken ook productietechnieken binnenkort geen ‘natuurlijke’ grenzen meer op te werpen. Dat roept interessante dilemma’s op voor de ontwerpwereld die misschien weer toe is aan het formuleren van een nieuwe definitie van functionaliteit. Voorlopig is die wereld verrijkt met enkele, prachtige sculpturale objecten die als technische hoogstandjes ogen, sterk herinneren aan de natuur en vagelijk verwijzen naar gebruik.

Het seminar Fear of Freedom vond op 11 september plaats bij droog@home, Staalstraat, Amsterdam

www.droogdesign.nl

1. In galerie De Praktijk in Amsterdam toont Theo Schepens plastic sculpturen onder de titel Eenzaamheid, verveling, ellende, walging, niks te beleven. Oplossing: ook met boeren en arbeiders omgaan. Refererend aan de gebruikelijke plastic objecten spreekt hij over zijn fascinatie plastic beelden te maken, omdat die fris, fleurig en disposable (‘wegwerpbaar’) zijn!

2.In Nederland maakte Hella Jongerius naam op dit terrein, onder andere met haar B-servies (1997) dat door te hoge stooktemperaturen ongelijkvormige exemplaren oplevert binnen eenzelfde productieproces.

Louise Schouwenberg

is hoofd van de masteropleiding Contextual Design (MDes) van Design Academy Eindhoven, en hoofd van de nieuwe masteropleiding Material Utopias (MFA) van het Sandberg Instituut Amsterdam.

Recente artikelen