metropolis m

Deze zomer biedt een tot op heden ongekende opstapeling van biënnales. Doordat La Biennale di Venezia vorig jaar werd doorgeschoven, valt de editie van dit jaar samen met de documenta in Kassel. Voeg daar de Berlin Biennale en Manifesta 14 aan toe, en je hebt eigenlijk al geen tijd meer over voor een ontspannen strandvakantie. En dan heb ik het nog niet eens over de biënnales van Riga, Istanbul, Lyon en Casablanca die iets later deze zomer zullen openen.

Bij La Biennale stonden we in de speciale bijlage van nummer 2 al uitgebreid stil. In dit nummer bespreken wij twee andere toonaangevende kunstmanifestaties die, zo laat het zich aankondigen, de fundamenten van de biënnalestructuur ter discussie willen stellen. Manifesta, die door haar nomadische karakter sowieso lastiger vastroest in gewoontes, zal dit jaar plaatsvinden in Prishtina, Kosovo. Volgens Hedwig Fijen, oprichter en directeur van Manifesta, is de nadruk van de biënnale in afgelopen edities steeds meer komen te liggen op het op gang brengen van stedelijke en sociale transformatie.

Bij deze ambitieuze strategie hoort een experimentele werkwijze. Zo is Manifesta momenteel bezig met het uitrollen van het Western Balkans Project, een internationaal en interdisciplinair project waarmee het bereik en de duurzaamheid van de biënnale moet worden vergroot. Het zal uiteindelijk, in overleg met de lokale bevolking, leiden tot een permanent instituut, het Centre for Narrative Practice. Dit instituut openen ze niet alleen, maar in hechte samenwerking met verschillende stedenbouwkundige, activistische en culturele organisaties in onder andere Albanië, Bosnië en Herzegovina, Bulgarije, Noord-Macedonië en Servië.

Het vormgeven en inrichten van een dergelijk project valt allang niet meer binnen het takenpakket van de traditionele curator. Om die reden wijst Manifesta voor elke editie een aantal creative mediators aan. Een van de dragers van deze titel, Catherine Nichols, merkt in dit nummer op dat het haar bewuster maakt van de bemiddelende rol die ze inneemt. In plaats van organiseren en uitpakken, verschuift bij Manifesta zo steeds meer de aandacht richting ‘luisteren en samenwerken’.

Ook de aankomende editie van de vijfjaarlijkse documenta in Kassel, Duitsland, belooft deze zomer anders dan normaal te worden vormgegeven en ervaart daar nu al de groeipijnen van. Voor documenta fifteen werd het Indonesische collectief ruangrupa uitgenodigd om als curator op te treden. Haaks op het inmiddels toch wat gedateerde idee van de stercurator en de celebrity artist, nodigde ruangrupa vooral groepen en collectieven uit om gezamenlijk de documenta in te richten. Het delen van middelen, zowel tastbaar als ontastbaar, staat hierbij centraal.

ruangrupa neemt niet alleen een andere werkwijze, maar ook een nieuw vocabulaire mee naar Kassel. Onlangs publiceerde ze een gehele glossary, met daarin termen uit onder andere het Indonesisch, het Māori en het Arabisch, die veelal cirkelen rond allerlei vormen van collectiviteit. Het belangrijkste begrip hieruit is misschien wel Lumbung, een term die traditioneel gezien verwijst naar een Indonesische voorraadschuur, maar die in Kassel als collectieve denkwijze zal worden toegepast. Wij staan in dit nummer ook stil bij nongkrong, dat niet zozeer de omstandigheden maar juist de methodiek van het samenkomen beschrijft.

Dat het experimenteren met de structuur van een biënnale of grote kunstmanifestatie kan rekenen op controverse werd de afgelopen maanden duidelijk. In januari werd ruangrupa beticht van antisemitisme vanwege de deelname van een Palestijns kunstcollectief dat zich zou hebben uitgesproken over een culturele boycot van Israël. ruangrupa en de documenta-organisatie ontkenden de aantijging. Artistieke vrijheid, aldus ruangrupa, is essentieel, maar het moet ook bediscussieerd kunnen worden. Er werd een forum georganiseerd onder de titel ‘We need to talk!’ dat in mei zou plaatsvinden. Echter leidde de geselecteerde deelnemers tot een nieuwe golf van kritiek, waarop ruangrupa besloot het gehele forum af te gelasten. De tentoonstelling zal voor zichzelf spreken, hopen ze.

De biënnales leken na hun glorietijd aan het begin van deze eeuw alweer enige tijd op hun retour. Maar de kritiek en controverse die ze recentelijk hebben weten te genereren, bewijst dat ze hun zeggingskracht nog niet verloren hebben. De experimentele strategieën van zowel Manifesta als van deze documenta lijken er zelfs nadrukkelijk op gericht de discussie over wat kunstmanifestaties kunnen zijn en doen gaande te houden. Ongetwijfeld zullen de aankomende edities van documenta en Manifesta niet geheel vlekkeloos verlopen. Belangrijk is daarbij te beseffen dat controverse geen doel op zich is. Beide manifestaties lijken bovenal aan te willen tonen dat modellen van meerstemmigheid en samenwerking kunnen leiden tot nieuwe netwerken, duurzame sociale verbetering en, wie weet, langdurige vriendschap.

Laura van den Bergh

is eindredacteur van Metropolis M

Recente artikelen