metropolis m

Jimmie Durham
Een portret in drie werken: Building a Nation, 2006

De kunstenaar en activist presenteert in het M HKA in Antwerpen zijn grootste overzicht in jaren. Bart De Baere, Michael Connor en Valerie Smith belichten het oeuvre aan de hand van hun favoriete werk.

Toen Jimmie Durham zijn functie bij de Verenigde Naties inruilde voor het vrije bestaan als fulltime kunstenaar, maakte hij zich los van het geformaliseerde, gecontroleerde debat. Hij ging werken buiten de geijkte juridische kaders voor politieke strijd. In een groot deel van Durhams kunst, in het bijzonder in Building a Nation, wordt het falen van de wet, de staat of een gezaghebbende entiteit ‘die spreekt namens het algemeen belang’ ter discussie gesteld. Het gezag wordt uitgedaagd zich op andere manieren te verantwoorden.

Om te begrijpen hoe Durham invulling geeft aan deze taak, zou je een vergelijking kunnen maken tussen zijn overtuiging dat ‘architectuur niet iets organisch is, geen deel van de evolutie, maar een uitvinding van de staat, een programma van de staat’ en het uitgestrekte, dorre landschap van oude planken die samen het open skelet van het tien meter lange Building a Nation vormen. Van de schijnbaar geïmproviseerde manier waarop dit werk is gemaakt, gaat een bedrieglijk ontwapenende werking uit. Wat je ziet, is een verzameling horizontaal geplaatste werkstations. Het heeft niets van de robuustheid die je zou associëren met de entree van klassieke ruimtes van degenen die onze landen besturen en erover beslissen. Integendeel, Durhams vertolking biedt eerder de architectuur van een spinnenweb, waar de bouwers van de natie, de captains of industry en de wetgevers, hopeloos in verstrikt zijn geraakt.

Bezoekers van Building a Nation kunnen op allerlei manieren toegang tot het werk krijgen. De vrijheid om te kiezen hoe het werk binnen te gaan is er een belangrijk onderdeel van. De toegankelijkheid ondermijnt de status van een grootse entree, een toegangspoort, ofwel een enkele plaats van binnenkomst en perspectief. In plaats daarvan eert het de vrije keuze. Deze poreusheid komt ook terug in de wijze waarop het werk is gebouwd: beetje bij beetje, op organische wijze, en grotendeels in aanwezigheid van het publiek. Aan de bezoekers werd daarmee duidelijk gemaakt dat ze de intenties achter het creatieve proces, waar het geheugen en geschiedenis onlosmakelijk mee verbonden zijn, niet als iets vanzelfsprekends moeten zien.

In die geest, weerspiegeld in de verzamelde dump, wordt de aandacht getrokken naar het verbale geweld van prominente leden van het Noord-Amerikaanse establishment, aanwezig in de vorm van lukraak opgeplakte ontruimingsberichten. Helaas blijft de wet, in de Verenigde Staten met zijn ijver voor het individuele belang en het ondernemerschap, jammerlijk tekortschieten. Omdat de wet doorspekt is met vooroordelen, kun je haar uitgangspunten maar het beste spiegelen, om zo gerechtigheid te vinden. Durham baseerde zich op de beroemde parabel van Franz Kafka, Vor dem Gesetz, en keerde de rollen van de poortwachter en de man die eeuwig wacht bij de poort om. De woorden en daden van Amerikaanse staatslieden worden op hun verantwoordelijkheden gewezen, door het simpele feit dat Durham hun uitingen opnieuw laat zien.

Naast elke verklaring in de installatie is een spiegel of een ander reflecterend oppervlak geplaatst. Als je als bezoeker de woorden van de beruchte staatsmannen bestudeert, word je daardoor herinnert aan je eigen verhalen en vooroordelen. Ook word je erop gewezen dat er maar één enkele persoon nodig is om een sociale en politieke ramp te ontketenen. Durham herinnert ons ook aan de complexiteit van het menselijk denken. Bij Kafka weet je nooit waar de waarheid ligt, wie het slachtoffer is en wie de dader, of aan welke kant je staat. Zo ook in Durhams Building a Nation. Je kunt eigenlijk niet door het werk lopen en denken erboven of erbuiten staan. Wij zijn het werk. Zo worden we aangezet om na te denken over de afstand tussen het individu en de politiek en de willekeurige verdeling tussen ons private en publieke leven, over de manier waarop we politiek geïnteresseerd kunnen zijn, en actief, en over de mate waarin politieke beslissingen invloed hebben op ons bestaan.

Zowel Kafka en Durham spelen met de last van de moraal. Hun verhalen maken een bepaalde strijdlust los, om de onderdanige en zelfgenoegzame hoeken in hun verschillende werelden wakker te schudden. Het vertellen van verhalen is een manier voor Durham om serieuze, universele problemen te onderzoeken. Ironie is de manier om ze los te laten in het publieke domein.

Valerie Smith is curator bij Haus der Kulturen der Welt in Berlijn

Valerie Smith

Recente artikelen