
Kunstenaar Hans van Lunteren, groot promotor van ’toevallig groen’ in de stad, is overleden
Ons bereikt het verdrietige bericht dat Hans van Lunteren (79) is overleden, hovenier, ecoloog & kunstenaar en belangrijk voorvechter voor de waardering van ’toevallig groen’ in de stad. Hij ijverde vele jaren voor de erkenning van zogeheten zaailingen, het groen dat overal in de stad kan opkomen.
‘Toevallig groen’ in Utrecht uit de anonimiteit halen, was de missie waar Hans van Lunteren zich al jaren mee bezig hield. Hij bracht zaailingen in kaart, organiseerde samen met zijn partner Ienke Kastelein er allerlei activiteiten omheen en schreef erover, o.a. in een rubriek in de lokale krant DUIC. Hij wist ook plantsoenendiensten in gemeentes ervan te overtuigen zaailingen meer te waarderen, in plaats van ze te verwijderen.
In 2023 vertelt hij erover aan AD. Inmiddels had hij al bijna honderd bomen in Utrecht in kaart gebracht. Hij zag de zaailingen die opkomen op plekken waar geen groen bedoeld is als een wezenlijk onderdeel van de stad. ‘Juist dát maakt dit soort bomen zo bijzonder’, zei hij. ‘Niemand houdt er rekening mee, en toch staat hij er. Het is hét teken dat de natuur altijd zijn gang blijft gaan.’
Shanghaipark
De zaailing was niet het enige project waarmee hij aandacht trok. Van Lunteren maakte vijftig jaar geleden naam met het Sjanghaipark in Overvecht Noord, een van de eerste projecten van Nederland waarbij bewonersparticipatie een rol speelde. Het park aan de Karl Marxdreef verving het aangeharkte groen dat de gemeente daar eerder neerzette. Bewoners maakten ruimte voor speelplekken en groene kunst.
Destijds was deze vorm van bewonersparticipatie iets nieuws: bewoners en kunstenaars namen samen de verantwoordelijkheid voor het opnieuw inrichten van het park. Mede op initiatief van Van Lunteren.
Bij het jubileum van het park in 2021 vertelde hij erover aan DUIC. Het herinrichten van het Sjanghaipark door de buurtbewoners was in zekere zin een reactie op de ontwerpen van de nieuwbouwwijken uit de jaren zestig en zeventig, die erg functionalistisch waren ingericht. ‘Ons doel was om de omgeving meer identiteit te geven, en om de bewoners een stem te geven. Het was de bedoeling dat het een proces van vallen en opstaan werd. Dat was in die tijd uniek: de inrichting was niet tot in de puntjes ontworpen, maar kreeg de ruimte om te kunnen groeien.’
Van Lunteren trok zich na enige tijd terug om zich te concentreren op zijn kunstenaarschap om jaren later, toen het park helemaal dichtgroeide – het was nu eenmaal een kunstwerk, dus durfde niemand er iets aan te veranderen – er toch weer mee aan de slag te gaan. Het onderhoud wordt nu al jaren onder zijn leiding gedaan door een ploeg van vijftien mensen .

Van Lunteren bleef ook actief als beeldend kunstenaar. Hij heeft meerdere projecten in de openbare ruimte gerealiseerd.