metropolis m

De films van Soul Wilmering zijn tegelijk intiem en theatraal. Ze gaat in gesprek met haar personages en laat ze delen van hun leven naspelen. ‘ik wil ze anders naar de verhalen laten kijken.’

Vita Soul Wilmering (1996) rondde dit jaar het residentieprogramma van de Ateliers af met de film Spiegl (2021). In de film volgt Wilmering een Joodse man, Yitschak Spiegl, die vluchtte uit communistisch Tsjechoslowakije in 1988. Samen met hem reist Wilmering naar Oostenrijk, waar ze verschillende plekken bezoeken waar hij als vluchteling verbleef. Spiegl vertelt een intiem verhaal over de zoektocht naar zijn identiteit, waarin fragmenten uit zijn persoonlijke geschiedenis afwisselen met nagespeelde herinneringen, met opera als rode draad.

Wilmering is opgeleid als filmmaker aan de Koninklijke Academie voor Schone Kunsten (KASK) in Gent. Na haar afstuderen begon ze in 2019 aan het postacademische programma van de Ateliers, waar ze haar praktijk als filmmaker opnieuw moest verkennen. ‘Hiervoor heb ik nooit een eigen atelier gehad, dus toen ik het atelier kreeg vroeg ik me vooral af hoe ik de ruimte precies zou kunnen gebruiken,’ vertelt Wilmering. ‘Ik ben gaan werken met het inzetten van fictieve en performatieve elementen in mijn films, zoals het ensceneren van herinneringen.’ Haar werk bevindt zich op de grens tussen documentaire en fictie. Meestal start ze haar projecten vanuit een documentaire basis, waarbij ze op een intieme manier communiceert met de mensen die ze filmt. Het maakproces wordt onderdeel van de film zelf, zo legt ze bijvoorbeeld vast hoe ze samen met haar personages beslist wat er in de volgende scène gaat gebeuren. ‘De vraag waar ik aan het begin van mijn werkperiode aan de Ateliers stond, op wat voor manieren ik de ruimte kan inzetten om de werkmethoden open te breken, valt dus ook samen met de gesprekken die ik voer met de personages van de film.’

Naast haar werk als filmmaker speelt ze als muzikant in verschillende bands. Het was toen ze viool speelde in een klezmerband dat ze Spiegl leerde kennen, doordat hij de muziek herkende vanaf de straat in Amsterdam-Zuid. Wilmering: ‘We zijn hierdoor aan de praat geraakt en hij vertelde me hoe muziek een manier is om in contact te komen met zijn persoonlijke geschiedenis.’ Spiegl is opgegroeid als pleegdochter van een Tsjechische moeder. Hij is geboren als intersekse, wat betekent dat hij mannelijke en vrouwelijke geslachtskenmerken bezit. Toen hij in 1988 vluchtte uit het voormalige Tsjechoslowakije, vlak voor de val van het ijzeren gordijn, had Spiegl nog de uiterlijke kenmerken van een vrouw. Tijdens het maken van Wilmerings eerdere film Oyfn veg shteyt a boym (On the road stands a tree) in 2017, besloot hij om dit aan haar te vertellen. Jarenlang had hij er niet over gepraat, mede door het onbegrip en de afwijzing die hij destijds had ervaren in de Joodse gemeenschap. ‘Inmiddels hebben we ook een hechte vriendschapsband opgebouwd,’ vertelt Wilmering.

De naar hem vernoemde film opent met een scène waarin ze samen naar historische fotodocumentatie van de Burcht van Praag kijken. Het verhaal ontvouwt zich als opera, afgewisseld met fragmenten van de treinreis naar Wenen. De opera is gefilmd in een vrij sobere setting in een studio. In tegenstelling tot een normale opera zijn er geen theatrale elementen toegevoegd. Je ziet enkel close-up beelden van de jonge muzikanten die het verhaal van Spiegl vertolken: don’t ask me where the border lies / ask how can it be expanded / do you see the Iron Curtain that I am passing through / no one knows I won’t return.

Het theatrale component bestaat uit het oproepen van bepaalde herinneringen en het naspelen van bepalende momenten uit zijn leven: van het inpakken van zijn spullen voor zijn vertrek uit Tsjechoslowakije en het aanvragen van asiel in Wenen, tot een onbeantwoorde liefde. In de film is te zien hoe ze gezamenlijk bepalen hoe ze het moment zullen naspelen waarop Spiegl besloot om weg te gaan bij zijn pleegmoeder. Wilmering speelt zijn pleegmoeder en pakt zijn spullen in. Terwijl ze naspelen hoe zijn pleegmoeder zijn kleding vouwt, merkt Spiegl op dat de scène eigenlijk niet klopt. Destijds droeg hij namelijk nog vrouwenkleding. Hij vertelt dat hij zich toen al een man voelde, ondanks dat hij in een vrouwenlichaam geboren is. ‘Dat was de strijd tussen mij en mijn lichaam.’

Wilmering vertelt: ‘In Gent was ik ook al bezig met de maakprocessen te integreren in de werken zelf. De reden dat ik de fictieve en performatieve lagen naast elkaar laat bestaan, is om mensen op een andere manier naar een verhaal te laten kijken. Door het naspelen van de herinneringen neemt iemand een bepaalde rol aan.’ De uitdaging ligt er vooral in de balans tussen het kwetsbaar opstellen, het delen van de pijnlijke momenten en het spelen van een spel. Als toeschouwer vraag je je soms af wat er echt is en wat er in scène is gezet. ‘Juist de tegenstrijdige emoties in personen trekken mij aan, vanuit een fascinatie voor wat erachter zit. Yitschak is tegelijkertijd ook heel getraumatiseerd door wat hij heeft meegemaakt, waardoor je soms bijna niet meer kan volgen wat er in hem gebeurt als hij de herinneringen speelt.’

De vorm van opera leent zich bij uitstek voor het overbrengen en uitdiepen van die tegenstrijdige emoties. Het zorgvuldige balanceren tussen de verschillende vertelvormen, documentair, fictief en theatraal, maakt Wilmerings werk eindeloos interessant om naar te kijken. Alsof je laag voor laag meer te weten komt over de persoon, maar tegelijkertijd nooit zeker weet wat gespeeld is of echt, wat authentiek is of een spel.

De film Spiegl gaat in wereldpremière op het International Film Festival Rotterdam (IFFR)

26.1.2022 t/m 6.2.2022 (onder voorbehoud)

Nadeche Remst

is kunsthistoricus

Recente artikelen