Locus Solus
Locus Solus. Impressions of Raymond Roussel
Museo Nacional Centro de Arte Reina Sofia, Madrid
Een meer dan manshoge, diamantvormige sculptuur opent de tentoonstelling Locus Solus. Impressions of Raymond Roussel in het Reina Sofía in Madrid. In het hart van de transparante sculptuur staat een mannequin gehuld in een vleeskleurig badpak. Om haar heen ‘zwemmen’ kleinere poppen, van katachtigen tot een priester en een aap. Met een druk op een knop worden ze door de bezoeker geactiveerd. Le diamant (1975) van de Franse kunstenaar Jacques Carelman doet je in het fantasievolle en tegelijkertijd streng gereguleerde universum belanden van de Franse schrijver en dichter Raymond Roussel (1877–1933). Aan hem is Locus Solus gewijd.
De titel van de tentoonstelling verwijst naar Roussels bekendste boeken, Locus Solus (1914) en Impressions d’Afrique (1910). De geëxposeerde werken zijn terug te voeren op zijn oeuvre of zijn leven. Zo worden foto’s, brieven en opdrachten in boeken getoond, die je een glimp doen opvangen van zijn opmerkelijke jeugd, van de verre reizen die hij ondernam in zijn luxueuze, negen meter lange, geblindeerde kampeerwagen en van zijn contacten met tijdgenoten als de schrijvers Michel Leiris, Paul Éluard en Jean Cocteau. Een zaal is gewijd aan Roussels inspirator, Jules Verne, wiens boek Voyage au centre de la terre (1881–83) onder meer in Locus Solus opgenomen is.
Er zijn kunstwerken te zien die, direct of indirect, hun invloed ontlenen aan Roussels proza en poëzie. Zo is Carelmans Le diamant zichtbaar geïnspireerd op een passage uit het boek Locus Solus. In dit boek trachtte Roussel het onwerkelijke zichtbaar te maken door het arbitraire karakter van zijn inmiddels befaamde ‘procedure’. Deze methode bestond erin door middel van een narratief twee homoniemen met elkaar te verbinden, zoals het Franse woord ‘palmier’, dat verwijst naar een boom (de palm) en naar een soort gebak. De werkwijze leidde tot een rijk, vaak duizelingwekkend woordspel, dat bewerkstelligde wat Duchamp de ‘gekte van het onverwachte’ noemde: een imaginaire, spectaculaire wereld die door uitvinders, genieën, ‘uitverkorenen’ en kunstenaars wordt gedomineerd. Op een toneelbewerking van Impressions d’Afrique baseerde Duchamp zijn Large Glass. Duchamps notities voor dit werk zijn in Locus Solus te zien. Dit geldt ook voor schilderijen, tekeningen en aantekeningen van veel surrealisten, die Roussel als voorbeeld en inspirator beschouwden, onder wie André Breton, Max Ernst en Salvador Dalí. Dalí vertaalde Roussels juxtapositie van uiteenlopende beelden in de ‘hallucinerende’ film Impressions de la Haute Mongolie – Hommage à Raymond Roussel (1975).
Andere kunstenaars, zoals Allen Ruppersberg en Guy de Cointet, werden geïnspireerd door Roussels analyse van herhalingen in taal, zijn vingerwijzing naar het verschil tussen het woord en het ‘ding’, het zegbare en het zichtbare, zo blijkt uit de tentoonstelling. De Cointet blijkt een fervent lezer te zijn geweest van La vue (1904), een werk dat bestaat uit hyperreële beschrijvingen in versvorm. De Cointets installatie A New Life (1980), over de reikwijdte van betekenissen, is opgesteld naast enkele van Franz Erhard Walthers werken op papier, zoals Afrika (1957).
De tentoonstellingsmakers springen soepel van Walthers Afrika naar René Daniëls’ Fountain in Africa (1984) naar de beroemde documentaire Les Maîtres Fous (1954) van Jean Rouch. Vooral voor de bezoeker die niet is ingewijd in de verhalen van Roussel is de link tussen de soms sterk uiteenlopende kunstwerken niet altijd evident. Het feit dat Locus Solus, naast een visuele uiteenzetting van Roussels oeuvre, ook een inzicht verschaft in zijn persoon, verhoogt de complexiteit van de expositie. Het voordeel van zo’n opzet is wel dat het aanmoedigt om de werken te (her)lezen. Bovenal wordt in deze omvangrijke tentoonstelling het ideaal van de schrijver het ondenkbare te denken en de verbeeldingskracht te laten zegevieren binnen een conceptueel precies schrijven geëerd en geactualiseerd.
Ilse van Rijn, schrijver en kunstcriticus, Amsterdam
Ilse van Rijn
is kunsthistoricus