Mercury in Retrograde
Mercury in Retrograde
In De Appel in Amsterdam richtte kunstenaar Michael Blum voor de tentoonstelling Mercury in Retrograde diverse zalen in met oud kantoormeubilair uit de jaren veertig. Hij toonde originele oorlogsdocumenten in vitrines en een video waarin een spiritueel medium door de lege tentoonstellingszalen van De Appel loopt, op zoek naar verborgen sporen uit het verleden. Met het werk brengt Blum de geschiedenis van het pand aan de Nieuwe Spiegelstraat in herinnering, waar gedurende lange tijd de joodse bankonderneming Lipmann, Rosenthal & Co gevestigd was.
In de Tweede Wereldoorlog richtten de Duitsers onder dezelfde naam een tweede bank op, waarmee ze op slinkse wijze joods bezit wisten te vorderen. Blum reconstrueert het verhaal en weet de spanning op een mooie manier voelbaar te maken. Maar zijn presentatie, verspreid over zes zalen is wel erg uitgesponnen, met als gevolg dat de overige deelnemers in deze groeptentoonstelling op het tweede plan lijken te zijn beland. Dat tweede plan is bijna letterlijk zo te interpreteren, gezien het feit dat de zalen waar het werk van alle andere deelnemers geëxposeerd wordt alleen achterom toegankelijk is, via een doorgaans verborgen wenteltrap achter der kassa.
Mercury in Retrograde betekent ‘het schijnbaar tegen de klok indraaien van de planeet Mercurius’. Een fenomeen dat volgens astrologen duidt op ‘het aanbreken van onberekenbare gebeurtenissen en stoornissen, die zullen leiden tot een herziening van onze kijk op de dingen’. De curatoren uit het Curatorial Training Programme (CTP) kozen de naam voor hun eindpresentatie, waarin ze werk tonen dat vergeten mythes en geschiedenissen moet doen herleven.
De reflectie op de geschiedenis is al langer onderwerp in de kunst, zoals bijvoorbeeld in de tentoonstelling Time and Again (2004) als onderdeel van het grootschalige project Who if not we?, georganiseerd door het Stedelijk Museum in Amsterdam, waarin kunstenaars uit voormalig Midden- en Oost-Europa hun eigen geschiedenis onder de loep namen. Het CTP van De Appel volgt een bredere aanpak, en heeft kunstenaars gekozen die weinig met elkaar gemeen hebben, anders dan hun behoefte terug te kijken op de geschiedenis. Een duidelijke, inhoudelijke lijn ontbreekt.
Blum is het meest overtuigend in zijn historische reconstructie, die bijna een-op-een in de zalen van de Appel is uitgevoerd. Hij neemt de bezoeker aan de hand en biedt in verscheidene zaalteksten voldoende informatie om het werk begrijpelijk te maken. Tekstuele toelichting blijkt sowieso bittere noodzaak in deze tentoonstelling, waar je zonder begeleidende tekstjes weinig van begrijpt. Het begeleidende boekje moet hierin voorzien, maar dat blijkt niet afdoende. Zo is het ondanks de toelichting gissen naar de betekenis van het uit gips vervaardigde driedimensionale eiland dat Aurélient Froment achter glas in een zaal plaatste.
Stephen Dillemuth leek met zijn werk Wie is het mensch van deze twee niet verder te komen dan een ietwat illustratieve weergave van het archief van Frederik van Eeden. Van Eeden, bekend als auteur van de klassieker Van de koele meren des doods trachtte eind negentiende eeuw de gevestigde normen te doorbreken op het gebied van gezondheid en voeding. In de reformbeweging die destijds in meerdere delen van Europa populariteit genoot, ziet Dillemuth de voorganger van de huidige lifestyle-concepten, hetgeen hij toont in een wand vol wijzerplaten van klokken, uitgevoerd in meerdere druktechnieken, foto’s van een naakte man in een bos en een stoel van witgeverfde takken.
Interessanter was de bijdrage van Missingbooks, de naam waaronder Germaine Kruip, Maxine Kopsa en Maria Barnas vergeten boeken opnieuw uitgeven. Ze toonden een intrigerende video waarin de laatste twintig minuten van het leven van de Argentijn Rodolfo Walsch zijn ‘gereconstrueerd’. Na kritiek te hebben geuit op Videla en de junta, kwam deze schrijver onder verdachte omstandigheden om het leven. In 1975 schreef Walsch Un oscuro dia de justicia (A dark Day of Justice) dat na uitgave werd gecensureerd. Op initiatief van Missingbooks is het boek herdrukt.
Op de bovenste etage van De Appel is het de film Rich Cat Dies of Heart Attack in Chicago van Fernando Sánchez Castillo te zien. De film is geïnspireerd op de institutionele akte waarmee de Braziliaanse president Costa e Silva in 1968 de dictatoriale macht verkreeg, maar de thematiek is universeel. In prachtige beelden wordt op de maat van een klassiek muziekstuk het bronzen hoofd van een archetypische heerser stelselmatig afgerost. Het wordt bekogeld met molotovcocktails, bepist door honden en men probeert het zelfs met twee paarden uiteen te trekken. Dit werk moet het hebben van vakmanschap en humor.
Zoals uit deze voorbeelden blijkt, zijn er genoeg mooie werken op deze tentoonstelling te zien, maar welk punt de curatoren willen maken blijft onduidelijk. De zes zalen van Blum zijn een ijkpunt, die het geheel terugleiden naar zijn lokale basis. Weer een ander ijkpunt is een soort openingsstatement, geformuleerd door de curatoren met objecten uit de Nova Zembla-collectie van het Rijksmuseum. Ze verwijzen naar de expeditie van Willem Barents, op zoek naar een nieuwe handelsroute via de poolcirkel, strandend op Nova Zembla. De opgezette ijsbeer, boeken en navigatiehulpmiddelen lijken de fantasie van de toeschouwer te moeten prikkelen, en hem aan te sporen zijn eigen expeditie te ondernemen, langs de diverse werken uit deze tentoonstelling. Maar in feite wordt hier ook gezegd: dit is het startpunt, zoek het verder zelf maar uit.
Annemiek van der Bruggen