metropolis m

Moderncité

Wijzen naar de merkwaardigheden en gebreken van de modernistische stad; de tentoonstelling Moderncité laat zich vooral lezen als een salontafelboek met foto’s van impressies van wereldsteden, hun rauwe plekken en gemodelleerde bouwsels, meer dan als een samenhangende essaybundel waarin het grootstedelijke modernisme stevig wordt doorgezaagd. Francis Alÿs, Pedro Cabrita Reis, Anita Molinero, Marcelo Cidade en Jordi Colomer tonen in Stroom Den Haag hun visie op het wel en wee van de modernistische stad, met São Paolo en Brasilia in een hoofdrol.

Marcelo Cidade laat in de video Porque Duchamp caminhava? (waarom liep Duchamp?) de hoofdpersoon door een van de hoofdstraten van São Paolo lopen, op de hielen gevolgd door een cameraman. Dit geeft het gevoel dat de toeschouwer ook met de hoofdpersoon mee rent, over muurtjes klimt, tegen prullenbakken aanschopt, hier en daar met een stift een kreet op de muur zet en zo nu en dan meezingt met zijn walkman. Onderweg komt de persoon kenmerken tegen van de grote stad: graffiti, vuilnis, de werkers en de shoppers, de reclame, het verkeer en het verschil tussen arm en rijk: iedere deelnemer aan het dagelijkse leven van deze stad leeft zijn eigen individuele realiteit. Wat niet duidelijk wordt, is het verhaal dat Cidade wil vertellen in deze video, bezien vanuit het concept van Moderncité. In de tour door São Paolo blijft Cidade hangen in een modernistisch canon in plaats van te zoeken achter de clichés van verlaten plekken met gedoofde brandjes, slordige tags en braakliggende treinremises. En dat terwijl de grote steden van Brazilië van dit moment in sneltempo een eigen hedendaagse identiteit ontwikkelen, zoals bijvoorbeeld blijkt uit vele interessantste graffitischrijvers, Braziliaanse politieke hiphop en de rauwe Baile Funk (dancehall uit de favela’s).

Anita Molinero speelt subtieler in op de verloedering in de steden. In de ruimte van Stroom ligt een indrukwekkende sculptuur. Een zorgvuldig verbrande en versmolten kliko – het symbool van de ordentelijk georganiseerde afvallogistiek van een leefgemeenschap, dat in afgefikte staat zoveel vertelt over een gebied. Op een metaforische manier laat Molinero zien hoe het volgens haar gesteld is met het de hedendaagse stad. Niemand voelt zich verantwoordelijk buiten de deur van zijn of haar eigen huis, wat een buurt direct markeert als een verlaten plek waar de menselijkheid langzaam uit zicht verdwijnt.

Jordi Colomer slaagt er in om met zijn projecten de indruk te geven dat hij de grote, modernistische stad naar zijn hand zet. In El Orden Nuevo (De nieuwe orde) toont hij hoe hij over de modernistische stad denkt. Op een tafel ligt een landschap van witte blokken. Vagelijk tekent zich een plattegrond af, maar het is duidelijk dat er eigenlijk geen absolute structuur geldt voor dit bouwgebied: de modernistische stad namelijk, bestaande uit witte identiteitsloze en op oneindige manieren te plaatsen blokjes, kan alle vormen aannemen en dan nog zien de steden er allemaal hetzelfde uit. Aan weerskanten van de tafel staan zakken die normaal op het bouwterrein gebruikt worden voor afval. Hier echter puilen verse witte blokken uit. Klaar voor gebruik. De modernistische stad volgens Colomer kent een oneindig modulair systeem.

Een ander werk, Anarchitekton, bestaat uit een reeks performances die Colomer deed in verschillende wereldsteden. Hij maakte kartonnen modellen na van kenmerkende gebouwen en laat een vaste figurant daarmee rondlopen alsof het een vaandel is. De performances van Jordi Colomer zijn humoristisch en theatraal, maar door hun absurditeit tonen ze de schizofrene, utopische ontwikkelingsgedachte van de modernistische stad.

De serie Anarchitekton Brasilia neemt de hoofdstad van Brazilië onder handen. Brasilia werd in 1960 geïnaugureerd na in vijf jaar tijd uit de grond gestampt te zijn onder auteurschap van de toenmalige president Juscelino Kubitschek en de stedenbouwkundige Lucio Costa. Costa baseerde het stedenbouwkundige plan op de vorm van een vliegtuig: aan de centrale boulevard zijn de regeringsgebouwen gelegen, aan de twee ‘vleugels’ liggen de grote woonblokken (superquadra’s). Brazilia is exemplarisch voor de modernistische stad. De nadruk ligt op openheid, licht en lucht en een efficiënte scheiding van de functies in de stad in woongebieden, beurskwartieren en cultuurcentra. Precies gelegen in het geometrische centrum van het land, was Brasilia een geometrisch en modelachtig object, een principe waar Colomer met zijn El Orden Nuevo ook naar verwijst.

Voor Anarchitekton Brasilia maakte Colomer een model van het congres van Oscar Niemeyer, waarmee een figurant staat te zwiepen en te zwaaien voor het originele gebouw. Even later komt de hoofdpersoon weer terug in beeld, nu met een flatgebouwencomplex uit een van de satellietsteden rondom Brasilia als vaandel. Deze buitenwijken – al gauw sloppenwijken, ontstonden direct tijdens de aanbouw van Brasilia vanwege onvoldoende huisvestigingscapaciteit in de gloednieuwe stad. Colomer legt met zijn acties voor het congresgebouw in Brasilia de vinger op de zere plek doordat hij speelt met de schaal van een regeringsgebouw en spot met het principe van het architectonische hoogstandje als mascotte van een staatsinrichter.

Colomers acties vormen binnen de tentoonstelling een gunstige uitzondering, maar over het geheel genomen is de kritiek van de kunstenaars op de modernistische stad nogal clichébevestigend: de geplande stad is een utopische vergissing, de metropool en haar gebouwen staan ver van de menselijke maat, de stad is vervuild en de zucht naar persoonlijk gewin is de boosdoener. Het maakt de strekking op z’n zachts gezegd nogal eenzijdig. Daarom is Moderncité weliswaar een mooie en zogezegd poëtische tentoonstelling, maar ook een die de dichterlijke vertaalslag mist om een dergelijk onderwerp echt aan de kaak te stellen.

Bregje van Woensel

Recente artikelen