Ola Vasiljeva
Vandaag is de laatste dag van haar tentoonstelling bij 1646 in Den Haag. In Metropolis M Nr 3 staat dit korte portret.
De in Letland geboren en momenteel in Den Haag woonachtige Ola Vasiljeva (1981) werkt met video, maar noem haar geen videokunstenaar. Haar werk is onmiskenbaar romantisch, maar noem haar geen romanticus. Haar werk laat zich moeilijk typeren. Werkend met video, sculptuur, tekeningen, textiel, muziek, choreografie, gevonden voorwerpen en werk van andere kunstenaars, maakt ze installaties, of beter gezegd omgevingen met een vreemde, onbestemde sfeer. Aan de basis ervan ligt een belangstelling voor alles wat zich afkeert van de samenleving.
In de installatie Alchimie du Verbe (2009-2010), die in drie varianten is uitgevoerd, komt een interesse in de outsider en de rebel naar voren. De titel is een verwijzing naar de bundel Une Saison en Enfer (1873) van de jonge, aan opium verslaafde Franse dichter Arthur Rimbaud, waarin hij in het deel ‘Alchimie de Verbe’ een ode brengt aan alles wat niet maatschappelijk geaccepteerd is. Op een diaprojectie is een vrouw te zien die zich heeft omringd met objecten, dikwijls opiumparafernalia. Ze neemt verschillende poses aan die zijn ontleend aan de tekeningen van Jean Cocteau die hij maakte toen hij afkickte van opium. Een ander onderdeel van de installatie is een groep kleine keramische figuren, die Vasiljeva liefkozend ‘artful dodgers’ noemt, naar de kleine dief uit Charles Dickens’ Oliver Twist (1838) die stal om zijn vrienden eten te kunnen geven. Een tweede serie keramische sculptuurtjes uit het werk Le Bateau (2010) noemt zij haar ‘Jean Genets’, naar de beruchte Franse schrijver die in zijn autobiografische boeken de bourgeoisie belachelijk maakte, diefstal en homoseksualiteit verheerlijkte en ‘het slechte’ tot kunst verhief. Alchimie du Verbe openbaart Vasiljeva’s fascinatie voor geïsoleerde figuren aan de rand van de samenleving, en voor hen die balanceren tussen goed en kwaad.
In een gesprek dat ik met haar had, vertelt Vasiljeva dat een werk altijd begint met een verwijzing. Dat kan een Franse schrijver zijn, maar ook een liedje van The Carpenters, het werk van kunstenaar Charles Atlas, of de ratjetoe aan stijlen die haar opviel in de interieurs toen ze na een afwezigheid van enige jaren terugkeerde naar Letland. In dit land waar ze opgroeide is na de val van de Muur, onder invloed van de westerse televisie, een bonte mix aan stijlen ontstaan in de huisinterieurs.
Die woonkamers zouden voor Vasiljeva een betere tentoonstellingsomgeving vormen dan de grote, kale, status bevestigende ruimtes van westerse galeries. Sterker, haar installaties hebben zelf wel iets van een woonkamer, zo nauwkeurig als de beschikbare ruimte steeds gevuld wordt met talloze objecten van verschillende oorsprong.
Tijdens haar verblijf aan de Rijksakademie was Vasiljeva medeoprichter van het collectief de Oceans Academy of Arts (OAOA): een kleine, steeds wisselende groep kunstenaars die samen publicaties en tentoonstellingen maakt, waarbij nooit duidelijk is wie voor welk onderdeel verantwoordelijk is geweest. Net als in haar eigen werk is het niet van belang wat de herkomst is of op welk onderdeel van het werk de nadruk ligt.
Vasiljeva zoekt ook veelvuldig de samenwerking op met andere kunstenaars. Matthew Lutz-Kinoy verzorgde eerder al choreografieën voor Petit Maître (2010) en Facedance (2011), waarin hij live of in een videomontage danst. Hij neemt nu ook de choreografie voor zijn rekening in de video’s voor Francis Ponge (2011), Vasiljeva’s nieuwste project dat te zien zal zijn bij kunstenaarsinitiatief 1646 in Den Haag. Uitgangspunt voor dit werk zijn de Chinese begrafeniskostuums die Bill Bowers, die kostuumontwerper van de legendarische travestiegroep The Cockettes (1969-1972), onlangs aan Vasiljeva liet zien. De kostuums bevatten verwijzingen naar het ideaal van onthechting uit oosterse filosofieën, het idee dat een reine levenswandel gepaard gaat met het zich losmaken van de materiële wereld en behoeftes. Vasiljeva ziet een verband met de hoge mate van abstractie die schuilt in het literaire werk van de Franse dichter Francis Ponge (1899-1988). Hij schreef in zijn werk geen verhalen over mensen of gevoelens, maar enkel over zijn ervaringen met alledaagse dingen. Vasiljeva ontwerpt met Ponge indachtig haar eigen begrafeniskostuums, die worden gedragen in een op video vastgelegde choreografie van Lutz-Kinoy. Waarin haar presentatie in 1646 uiteindelijk resulteert is nog niet bekend, maar laat zich wel al raden: een typische Vasiljeva-kamer vol objecten en rekwisieten die op allerlei manieren met elkaar samenhangen, zonder dat duidelijk wordt hoe precies.
Jolien Verlaek is webredacteur van Metropolis M
Ola Vasiljeva: Francis Ponge1646, Den Haag
10 juni t/m 2 juli
Ola Vasiljeva, Suzan Noesen, Hreinn Fridfinnsson, Ansuya Blom (groepstentoonstelling)
Galerie van Gelder
6 juli t/m 20 augustus
Jolien Verlaek