Parallelle universa – Een bezoek aan Riga
Twintig jaar na de val van de Sovjet-Unie worstelt Riga nog met het verleden en zijn toekomst. Net als vroeger vluchten mensen weg in verhalen, allerhande ficties. De kleine en gevarieerde kunstscene in Riga vaart er wel bij.
‘Ik denk dat elke geografische plek in staat is om van alles te genereren. Absoluut alles dat kan worden gegenereerd’, zei kunstenaar Hardijs Lediņš (1955 – 2004), een van de meest intrigerende figuren binnen de Letse hedendaagse kunst. Wat is het dat in staat zou zijn om een kunstscene in de grootste stad van de Baltische staat, Riga, te doen ontstaan?
Letland is een klein land met een ingewikkeld verleden, dat vergelijkbare processen heeft doorstaan als alle andere landen die erin slaagden zich vrij te maken van het socialisme. Tijdens een bezoek aan het Riga van twee decennia na de val van de Sovjet-Unie krijg ik nog steeds het gevoel dat mensen somber zijn over de huidige situatie binnen de kunstwereld. ‘Ik denk dat we gelijklopen met Polen en andere voormalig socialistische landen: met onze lokale “archiefkoorts” en interesse in de lokale kunstgeschiedenis, met name de niet-geïnstitutionaliseerde kunst uit de socialistische tijd. Figuren als Hardijs Lediņš en de Workshop for the Restoration of Unfelt Sensations, Valdis Āboliņš, kinetische kunstenaars uit de jaren zeventig enzovoort. Maar persoonlijk denk ik dat elke beweging, als daar al sprake van is, bestaat uit slechts een paar mensen’, zegt Inga Lāce, curator van het Latvian Centre for Contemporary Art (LCCA) en curatorial fellow bij de Appel arts centre in Amsterdam. De recente tentoonstellingen in Riga geven echter een tegenovergestelde indruk: de hedendaagse kunstinstellingen kijken naar de toekomst waarbij verwijzingen naar het verleden meer als (vaak humoristische) hint of als verzameling van herinneringen worden gepresenteerd dan als bron van verdriet en nostalgie.
Een goed voorbeeld is het recente retrospectief van Hardijs Lediņš in de Nationale Bibliotheek van Letland. Ledinš. Between This and the Other werd geopend in november 2015 en leidde het jaar van Hardijs Lediņš in LCCA in. De meest productieve kunstenaar van de jaren tachtig blies met zijn geluids- en multimedia-experimenten en performances de Letse kunstwereld nieuw leven in en zette Riga wereldwijd op de kaart. Vandaag de dag is hij nog steeds een inspiratiebron voor veel jonge kunstenaars, zoals te zien in de tentoonstelling The Castle of Light die tegelijkertijd gepresenteerd wordt in de bibliotheek. De presentatie van Lediņš’ werk in dit moderne gebouw toont het historische verleden in videoclipstijl. De esthetiek van de openbare ruimte staat ver af van de bruingrijze monotone traplambrisering (typisch voor Sovjetarchitectuur) en is eerder een multidisciplinaire omgeving. Te horen is muziek van Laurie Anderson en te zien zijn artikelen van Lediņš over architectonische zaken, zoals in zijn filmlezing Man in a living Environment.
Het nieuwe gebouw van de Nationale Bibliotheek werd geopend in 2014 na jaren van debat en is ontworpen door een van de belangrijkste naoorlogse Letse architecten, Gunārs Birkerts. Het gebouw doet denken aan een heuvel gemaakt van glas en staal. De website van bibliotheek zegt dat de vorm ‘de liefde van de architect voor zijn land en diens geschiedenis uitdrukt’. Birkerts zelf zegt: ‘Hedendaagse architectuur moet de grenzen van de tijd overbruggen; geworteld in het verleden, met de blik op de toekomst.’ Een oudere vrouw, de museumbewaker, wijst naar een futuristisch gebouw op Lediņš’ tekening The Blue Lagoon, en zegt: ‘Het lijkt op ons prachtige nieuwe gebouw, nietwaar?’
Tegenover de Nationale Bibliotheek, aan de overkant van de rivier, staat kim? Contemporary Art Center. De naam is een afkorting van de vaak gestelde vraag ‘Wat is kunst?’ (‘Kas is māksla?’ in het Lets) binnen de huidige discussie over de situatie van de hedendaagse kunst en de rol van de kunstinstellingen. Zane Onckule, de programmadirecteur, legt uit: ‘kim? functioneert sinds zijn opening als onderdeel van een onaangekondigd spel. Het presenteert en positioneert zichzelf op verschillende manieren, die ook verschillend ingeschat worden, afhankelijk of je uit Riga komt of niet.’
kim? is opgericht in 2009 en heeft sindsdien het werk van ongeveer tweehonderd lokale en internationale kunstenaars getoond. ‘Sinds de oprichting van kim? is Riga internationaler en iets bekender geworden, omdat de instelling niet alleen kunstenaars uitnodigt maar ook curators, critici en andere kunstprofessionals’, zegt Kaspars Groševs, kunstenaar en medeoprichter (samen met Ieva Kraule) van de niet-commerciële galerie 427. De afgelopen zes jaar was kim? gevestigd in een twee verdiepingen tellend, negentiende-eeuws, postindustrieel pakhuis, gelegen in een wijk dichtbij de centrale markt van Riga. De recente tentoonstellingen Polystyrene’s Braces van Donna Huanca, Palindrome van Ezra Wube en Exit, Stuttering and Nebula (samengesteld door Groševs) zullen de laatste zijn op deze plek. Vanaf september zal kim? zijn programma voortzetten op een andere, grotere locatie.
De galerie 427 werd geopend in april 2014 en is de enige door kunstenaars gerunde instelling in Riga. Hoe dat kan? ‘Wegens het gebrek aan initiatief’, zo legt Groševs uit. ‘De mentaliteit van mensen is er niet naar; ze zijn vooral met zichzelf bezig. Ook is er moed voor nodig om iets anders te doen en een projectruimte te beginnen.’ 427 gaat zijn eigen weg en doet niet veel moeite lokale bekendheid te verwerven. ‘Over het algemeen is het lastig lokale kunstenaars te vinden die bij ons programma passen’, zegt Kaspars. Het blijkt zelfs soms interessanter te zijn een kunstenaar te verzinnen, dan een internationale kunstenaar te vinden. Een voorbeeld is de tentoonstelling van de fictieve kunstenaar M.S., wiens naam is ontleend aan die van een bekende Letse voetballer.
Dit soort fictionalisering zie je overal om je heen in Riga. In plaats van een enkele theorie of geschiedenis zijn er tal van samengestelde verhalen te vinden. Letten proberen via die ficties te ontsnappen aan de werkelijkheid, het hier en nu. In het redactioneel van het laatste nummer van het onafhankelijke culturele tijdschrift Interdimension, uitgegeven door Popper Publishing en gerund door Maija Kurševa, wordt gesproken over de hang naar ‘parallelle universa’. De Letse kunstwereld houdt zich er graag in op, met als voordeel dat iedere instelling op geheel eigen wijze functioneert. Ze ontplooien zich op nadrukkelijk gevarieerde wijzen, testen verschillende tentoonstellingsformats uit, maar zijn soms ook volkomen onzichtbaar of juist direct of didactisch. Maar zonder uitzondering zijn ze het waard om in de gaten te worden gehouden.
Uit het Engels vertaald door Loes van Beuningen
Weronika Trojanska
is kunstenaar en schrijft over kunst