metropolis m

Pixels en regels
Angela Bulloch in De Pont

Angela Bulloch combineert licht, geluid, tekst en video in complexe installaties die de relatie tussen digitale media en het historisch modernisme onderzoeken. Als derde etappe in een grote reizende tentoonstelling toont De Pont in Tilburg een overzicht van haar recente werken: wandschilderingen en lichtinstallaties opgebouwd uit haar vermaarde pixel boxes.

Het werk van Angela Bulloch (Canada, 1966) wordt prominent gepresenteerd in de Wiener Secession (Wenen), Modern Art Oxford (Oxford), The Power Plant (Toronto) en De Pont (Tilburg). Deze museale doorbraak liet op zich wachten. Bulloch debuteerde in 1988 op de roemruchte expositie Freeze, die de opmars van de Young British Artists inluidde. Met de shock and awe van Damien Hirst heeft zij echter niets gemeen. Angela Bulloch is de first lady van de ‘interactieve’ kunst die halverwege de jaren negentig in zwang kwam, kunst die anticipeert op de ‘participatie’ van het publiek. Dat nu ook de musea belangstelling tonen zal te danken zijn aan de even aantrekkelijke als verantwoorde pixel boxes die Bulloch sinds 2000 maakt en die haar handelsmerk zijn geworden.

De pixel boxes, door de kunstenaar gepatenteerd, zijn even makkelijk herkenbaar als een Dan Flavin of een Donald Judd. Het zijn kubussen van hout of aluminium met één zijde van glas, waarachter gelijkmatig licht gloeit dat steeds van kleur verandert. Elke lichtkast bevat drie tl-lichten in rood, groen en blauw. Via een computer kunnen de lampen te samen ruim zestien miljoen kleuren produceren, meer dan het oog kan onderscheiden. Doet de voorzijde denken aan de smetteloze dozen van Judd, de achterkant ziet eruit als een luidspreker uit de jaren zeventig, met opzichtige plugs en bedrading.

De pixel box, gepresenteerd in reeksen, stapels en andere samenstellingen, zou je kunnen beschouwen als de sculpturale weergave van de pixel, het kleinst mogelijke bestanddeel van het digitale beeld dat louter informatie over kleur verschaft. Met het verdwijnen van analoge technieken bestaan steeds meer foto’s, films en televisiebeelden uit pixels. Bulloch reduceert deze beelden met behulp van software tot opeenvolgende ‘kleur-eenheden’. Zo toont De Pont het zinsbegoochelende Macro World (2002), waarin nieuwsuitzendingen van BBC World zijn vertaald in een wand van flonkerende vierkanten, die elke seconde van kleur veranderen.

Bullochs pixelplezier schept een aangename ambiance. De kwalificaties hip en cool hebben haar werk altijd aangekleefd. De wandschildering van pixels en de installatie van tientallen opgloeiende en dimmende lampen RGB Spheres (2005) in De Pont sluiten naadloos aan bij de decoratieve toepassingen van minimalistische esthetiek zoals we die kennen van Prada winkels, Wallpaper Magazine en de eigentijdse lounge- en clubscene. Maar het alsmaar opgloeien van nieuwe kleuren kan ook een vervreemdend effect sorteren. Alsof de lampen een eigen leven leiden en zich aan iedere controle onttrekken, zoals het computersysteem HAL in Stanley Kubricks 2001 A Space Odyssey (1968). Ook hightech en cinema worden steevast met Bullochs werk geassocieerd.

Waar Judd zich afzette tegen subjectiviteit, neemt Angela Bulloch afstand van intentionaliteit. Al in haar vroege werk, zoals de tekenmachines en de knipperbollen, had zij de creatie van het beeld uitbesteed aan de tentoonstellingsbezoeker. In Pushmepullme (1991) bijvoorbeeld zijn het de toeschouwers die met hun geschuifel door de galerieruimte de tekenmachine in werking stellen: sensoren vertalen de bewegingen in horizontale, verticale of diagonale strepen op de wand. De uiteindelijke muurtekening is niet ontsproten aan de verbeelding van de kunstenaar, maar een optelsom van de gedragingen van bezoekers.

Ook bij de geluidswerken is het de bezoeker die de geluidsweergave aan- of uitschakelt door over een mat te lopen of op een stoel te gaan zitten (Sound Chair, 1991). De participatie van de kijker heeft de kunstenaar zelf wel eens vergeleken met videogames in een speelhal, waar de speler plaatsneemt in een speeltoestel en gaandeweg leert op welke momenten hij controle kan verkrijgen over het spelverloop. Naar eigen zeggen toont Bulloch met haar werk ‘de grenzen van de vrije keuze en de mogelijke consequenties van eigen handelen. Het werk geeft aan hoezeer individuele keuzen min of meer betekenisloos zijn, omdat het systeem of de structuur de parameters van de keuze al heeft bepaald. Het werk wil gedragingen belichten. Het stelt scherp op keuze, perceptie en controle’.1

Ook in recente werken speelt interactiviteit een rol. Pedestrian Pixel System (2000) bijvoorbeeld, bestaat uit 56 pixel boxes aan de gevel van het kunstcentrum Linz, waarvan de kleuren worden bepaald door de frequentie van voorbijgangers. Typisch voor dit soort werk is het ‘democratische’ gehalte, zoals Nicholas Bourriaud dat noemt in Relational Aesthetics. Het kunstwerk ontstijgt niet de realiteit maar is onderdeel van een gegeven situatie; het legt niets op maar nodigt uit tot open relationships, aldus Bourriaud. Kunst als katalysator voor een tijdelijk groepsgevoel. ‘We know that attitude becomes form’, schrijft Bourriaud, ‘and we should now realise that forms prompt models of sociability’.2

Dit socialiserende effect vindt een tegenwicht in Bullochs inventarisatie van regels en reglementen die de keuzevrijheid inperken. De Rules Series, waar zij sinds 1993 aan werkt, is de ruggengraat van haar oeuvre. Hierin verzamelt de kunstenaar geboden en verboden die ons doen en laten reguleren. Zo wees Bulloch op de huisregels van een topless bar, de instructies voor douanebeambten bij onderschepping van smokkelwaar, de voorschriften van een modellenopleiding in de voormalige Sovjet-Unie, richtlijnen aan huiseigenaren in Los Angeles hoe plunderingen te voorkomen, de gedragscode van parlementariërs in het Britse House of Commons en de aanwijzingen voor gebruikers van het antidepressivum Prozac. De verordeningen worden getoond in wandschilderingen, fotokopieën, op beeldschermen – de ironie wil dat een voorgeschreven vorm ontbreekt.

Wie de lijsten doorneemt ziet slechts een glimp van de overstelpende hoeveelheid regelgeving die de samenleving stuurt, beheerst en standaardiseert, van de simpele aansporing walk/don’t walk tot de spelregels van gecompliceerde videogames, van de Tien Geboden tot het wetboek van strafrecht. Gedragsregulering is het antwoord van moderne maatschappijen op het verdwijnen van herkenbare symbolen van afkomst, beroepsuitoefening en geloofsbelijdenis, die vroeger in het sociale verkeer zoveel houvast boden. Gevolg is een aanzwellende stroom regels en een verbeten preoccupatie met de uitleg daarvan. Vrijwel elk dispuut gaat over de rekbaarheid van principes en het veranderen van de regels. En zoals Bulloch in haar werk laat zien: vrijwel altijd is de invloed van het individu beperkt.

Angela Bulloch14 januari tot en met 7 mei 2006

De Pont Tilburg

Werk van Angela Bulloch is ook te zien op de tentoonstelling Satellite of Love, 26 januari tot en met 26 maart, Witte de With en TENT., Rotterdam.

1. David Bussel, ‘Who controls what? Interview with Angela Bulloch’, in Art from the UK, Sammlung Goetz., München 1997, p.22

2. Nicolas Bourriaud, Relational Aesthetics (1998), Les Presses du Réel, Dijon 2002, p.58

Dominic van den Boogerd

is kunstcriticus en oud-directeur van De Ateliers

Recente artikelen