SCOUTING: Casper Rila
SCOUTING: Casper Rila
Een jaar of twintig jaar gelden maakte Armando een serie tekeningen en schilderijen van ‘schuldige landschappen’. Het waren schetsen, notities van een landschap met enkele grillige lijnen. Het was het landschap van de oorlog, zoals Armando zei, drager van de misstanden die de mens er had veroorzaakt. Het leek alsof de kunstenaar het landschap het veroorzaakte leed kwalijk nam en als medeplichtige zag. In zijn ogen was het landschap voor het leven getekend. Hij toonde ons de littekens.
In de Post-St. Joost Fotografie-tentoonstelling in MKgalerie in Rotterdam werd een hedendaagse versie van Armando’s schuldige landschap geëxposeerd. De fotograaf Casper Rila (1982) had landschappen verzameld waar gruwelijke oorlogsmisdaden hadden plaatsgevonden. Te zien zijn opnames van landschappen uit Irak, Ivoorkust, Bosnië, Koeweit, China, Rwanda en Nicaragua – het ene landschap nog mooier dan het andere. Maar er is iets met de landschappen aan de hand. Het oppervlak wordt verstoord, de compositie hapert. Op cruciale plekken in het beeld, meestal op het voorplan, waar zich doorgaans in een foto iets afspeelt, trilt het beeld, na bewerking met de computer. Rila heeft hier een tafereel weggepoetst, door vlakjes uit de directe omgeving eroverheen te kopiëren. De camouflage verstoort de blik en bezorgt de landschappen een verontrustend litteken. Er wordt iets aan het zicht onttrokken.
In de door Post-St Joost geproduceerde catalogus rept Rila over de gewenning van de toeschouwer aan beelden van oorlog, die maakt dat het wereldleed nauwelijks nog bij de toeschouwer binnendringt. We zijn ongevoelig geraakt voor het beeld van de oorlog, mede doordat de echt gruwelijke beelden massaal van ons worden weggehouden. Alles wat toegang vindt in de media is esthetisch verantwoord, afgezwakt, geneutraliseerd. Rila wil deze censuur aankaarten, volgens een eeuwenoud principe: dat wat het zicht belemmert, weet de aandacht extra op zich gevestigd. Zijn digitale verstoring van het oppervlak blijkt uiterst effectief. De foto’s zijn even schitterend als verontrustend.
Toch klinkt zijn verhaal over censuur ietwat plichtmatig. Interessanter dan de voorspelbare moralistische kritiek op de censuur in de media, is de onbedoelde relatie die deze beelden aangaan met Armando’s definitie van het schuldige landschap. Zijn Rila’s beelden niet net zo goed voorbeelden van schuldige landschappen? Wordt hier niet de vinger gelegd op het verschijnsel dat het landschap de neiging heeft elk leed weg te moffelen achter een schitterend decor? En is het niet de taak van de kunstenaar het leed achter de idylle zichtbaar te maken, om zo de ware gedaante van het landschap te tonen?
Aan de overkant in Witte de With loopt op het moment van Rila’s tentoonstelling bij MK de tentoonstelling Don Quijote. In deze tentoonstelling vol definities van Utopia stikt het van de landschappen die een geheim te verbergen hebben, maar niettemin de zoete onschuld spelen. Meest grappig is de confrontatie die Richard T. Walker ensceneert tussen een wandelaar en zijn landschap. ‘Ja’, zegt de wandelaar tegen een adembenemende valei, ‘je bent mooi, schitterend, ik weet het. Maar je gedraagt je niet erg sociaal. Ik voel me totaal niet begrepen door jou. Je gaat je gang maar zonder je verder om mij te bekommeren. Wat moet ik daarmee?’ Onze verhouding tot het landschap, het is een onuitputtelijke bron van inspiratie. Het was een onderwerp voor Armando, voor Walker, het is, al is het per ongeluk, precies dat wat Rila’s foto’s tot interessante kunst maakt.
Domeniek Ruyters
is hoofdredacteur van Metropolis M