Shilpa Gupta
Shilpa Gupta
MMKA, Arnhem
Shilpa Gupta (1976) hanteert zulke uiteenlopende media dat het lastig is aan haar oeuvre een bepaalde beeldtaal toe te schrijven. Een onderscheidend kenmerk van het werk van de in Mumbai woonachtige kunstenaar is evenwel haar zachtaardige verkenning van internationale politiek en persoonlijke grenzen. Formeel gezien zijn er de fotografische werken, multimedia werken (zoals de robot getiteld Don’t See, Don’t Speak, Don’t Hear uit 2009), en de meer sculpturale installaties (haar Singing Cloud uit 2008-2009, gemaakt met microfoons die aan het plafond hangen). Een thematische verwantschap tussen die werken is de verbeelding van machtsverhoudingen. Gupta focust op onderwerpen als migratie en de strijd tussen subjectieve en van bovenaf opgelegde geografische grenzen.
Ondanks de beperkte beschikbare ruimte in het Arnhemse Museum voor Moderne Kunst, geeft deze solotentoonstelling een goed overzicht van de diverse poëtische middelen die de kunstenaar aanwendt. Gepresenteerd over twee zalen, biedt de tentoonstelling allereerst een serie foto’s, waarvan er een buiten de ingang is geplaatst. De beelden geven mensen weer die hun gezichten bedekken uit zelfbescherming, met wazige armen vanwege de felle beweging. Dezelfde persoon is gefotografeerd in twee of meerdere poses en op een witte achtergrond gezet, wat een gedramatiseerde suspense teweegbrengt.
Vergeleken met deze foto’s stralen de installaties in de tentoonstelling meer ingetogenheid uit. Een aantal stevige deuren is aan elkaar gebonden en vormt zo een draaiend maar toch ook stilstaand monument voor eeuwige beweging (Untitled, 2011). De deuren staan niet ver van een volgende allegorische herhaling: een kooi in een kooi in een kooi, die aan het plafond hangt (Cage, 2010). Andere werken zijn vrij expliciet in hun verwijzingen naar internationale mobiliteitsvraagstukken. There is No Explosive in This (2011) is een verzameling gebruiksvoorwerpen, die in beslag zijn genomen bij de douane van het vliegveld van Montreal en nu verpakt in een neutrale witte stof. Threat (2009) is een muurtje waarvan de stenen gemaakt zijn van zeep. Deze visies mogen een nogal somber scenario schetsen, Gupta’s A Map of My Country (2011) doet juist optimistisch aan. De kunstenaar vroeg honderd inwoners van Montreal met verschillende etnische achtergronden om een kaart van hun land te tekenen, die opeenvolgend geprojecteerd worden op de muur. Het crowd-sourced karakter van dit werk geeft een beter beeld van de hedendaagse beweeglijke grenzen en psychogeografie dan de andere werken, die meer uitgaan van onomkeerbare, eendimensionale machtsverhoudingen.
Ook een tweede ongetitelde installatie uit 2011, die bestaat uit een dichtgeslagen boek waaruit één lange blanco pagina naar beneden valt, richting de vloer, is optimistisch van aard. Volgens het bijschrift zou de installatie een uitnodiging moeten voorstellen om de ongeschreven toekomst te kunnen schrijven. Toch gaat van de enorme hoop papier op de grond eerder onverschilligheid uit. Op de vloer van dezelfde ruimte is ook Half Widows (2006) te zien, een videoprojectie van een meisje uit Kasjmir (Gupta heeft zelf onderzoek gedaan naar de omstandigheden van vrouwen aldaar) dat hinkelend een treurliedje zingt over een man die haar verlaten heeft.
Net als Gupta’s andere werken die gebaseerd zijn op haar eigen ervaringen (There is No Explosive in This and A Map of My Country), werkt Half Widows beter dan de foto’s of de andere installaties die in Arnhem worden tentoongesteld. Hoewel ze esthetisch mooi zijn en visueel opvallend, zijn de metaforische werken minder authentiek en meer voorspelbaar. Ze bevriezen de boodschap van de kunstenaar in een minder zeggingsvolle vorm. Toch komt de tentoonstelling over de volle breedte genomen over als vriendelijk en consistent, als een poëtisch en tegelijk krachtig statement ten aanzien van een wereld die minder grenzen kent dan vaak wordt beweerd.
Nicola Bozzi, freelance schrijver, Amsterdam/Milaan
Nicola Bozzi