Nieuwe muur voor Touwtjespringend meisje van Co Westerik
Ter nagedachtenis van de overleden kunstenaar Co Westerik (1924-2018) deden familieleden, Stichting Droom en Daad, Gemeente Rotterdam en CBK Rotterdam onlangs een oproep aan alle Rotterdammers: wie heeft een geschikte muur voor de herplaatsing van het in 1988 gesloopte kunstwerk Touwtjespringend meisje? Het moest een markante, zichtbare plek in de stad worden en de muur moest uit bakstenen bestaan. Uit tientallen inzendingen koos een jury, bestaande uit Ernest van der Kwast, Siebe Thissen en Wim Pijbes, een locatie waar alle partijen enthousiast over zijn.
Het werk zal worden aangebracht op de bakstenen muur van het Ooghuis, onderdeel van Het Oogziekenhuis Rotterdam op de hoek Blekerstraat-Schiedamse Vest. “Het gebied rondom het Oogziekenhuis is een centrum van verandering en verdichting. Het inwonertal van de wijk Cool rondom de drukke Witte de Withstraat zal de komende jaren verdubbelen. In dat nieuwe Rotterdam wordt het meisje van Co Westerik een monumentaal werk van formaat. Voor nieuwkomers een eerste kennismaking met beeldende kunst op straat; voor oudere Rotterdammers een feest van herkenning”, aldus Siebe Thissen, CBK Rotterdam.
Het beroemde wandreliëf uit 1976, ontworpen voor de blinde muur van het oude politiebureau aan het Haagseveer, werd in oktober 1988 door een sloopkogel neergehaald. Een treurig moment voor veel Rotterdammers. Er werden tal van pogingen ondernomen het kunstwerk terug te laten keren, maar Co Westerik legde zich neer bij de teloorgang van zijn werkstuk: “Het is nooit een kunstwerk voor de eeuwigheid geweest”.
Reconstructie
Het werk bestond uit een ingenieus opgebracht reliëf, bestaande uit cement, vermengd met pigmenten, dat handmatig werd beschilderd. Daarom was het ‘meisje’ veel meer dan slechts een muurschildering. Dankzij de dynamiek van vorm en kleur kon het beeld zich zo sterk verankeren in het culturele geheugen van de Rotterdammer.
Co Westerik deed alles zelf. Een technisch team, aangevoerd door zoon Willem Westerik, buigt zich de komende maanden over de uitvoering. Dat blijkt een bijna archeologische uitdaging: want hoe maakte Co Westerik zijn reliëf? Gestreefd wordt naar een zorgvuldige reconstructie die het origineel zo dicht mogelijk benaderd. Na afronding van het onderzoek wordt bepaald wanneer de werkzaamheden kunnen beginnen.
Willem Westerik:
“Is er een mooiere hommage denkbaar dan de terugkeer van het Touwtjespringend meisje in Rotterdam? Na de fantastische overzichtstentoonstelling in Museum Boijmans Van Beuningen komt er dit najaar een expositie in Londen. Daarnaast publiceren we binnenkort al zijn werkjournalen, deze geven een gedetailleerd inzicht in de werkmethodes van mijn vader en zijn kunstenaarschap. Zo leeft hij voort, op de Blekerstraat en ver daarbuiten.”
Co Westerik in zijn journaal op Koninginnedag 1976:
“Coolsingel: Het Haagseveer. De ribbels en happen in de onaffe betonplak gaven om 12 uur 30 een sterke slagschaduw. Gezien dat 20 cm beton reliëf (is volgens aannemer zover als ik kan gaan in dikte) een heel behoorlijk ‘tekenende’ schaduwwerking zal hebben.”
Het Oogziekenhuis Rotterdam:
“Kunst is voor Het Oogziekenhuis erg belangrijk. Binnen het ziekenhuis wordt kunst ingezet om patiënten af te leiden van de gedachten aan de behandeling. We zijn erg blij dat we met de plaatsing van het werk van Co Westerik iets voor de stad kunnen betekenen.”
Wim Pijbes, directeur Stichting Droom en Daad:
“Jarenlang was het Touwtjespringend meisje van Co Westerik het meest geliefde gevelkunstwerk van Nederland. Het is fantastisch dat dit iconische beeld nu een nieuw leven krijgt.”