De winnaars en verliezers van de BIS 2021-2024
De geadviseerde verdeling van de rijkssubsidie in het kader van het advies Basisinfrastructuur door de Raad voor Cultuur levert ondanks een flink aantal nieuwkomers (en dus ook enkele pijnlijke afvallers) geen grote verschuivingen op.
Bekend was al dat er in elke provincie een museum gesteund zou gaan worden. Enkele musea (Centraal Museum, het Fries Museum en het Bonnefanten) moeten nog even wat sleutelen aan hun aanvraag alvorens een bedrag van 250 duizend te krijgen toegekend, maar verder is de verdeling zoals verwacht, mede vanwege enkele strategische coalities, zoals tussen Museum Arnhem en Het Valkhof, het Frans Hals Museum en het Amsterdam Museum en het Noordbrabants Museum met Stedelijk Museum Breda en het Van Abbemuseum.
Regionalisering was het grote programmapunt deze BIS, naast de al langer spelende wens tot meer inclusiviteit en het bijpassende divers gekwalificeerd publieksbeleid. En gespreid is er. Het Westen moet enkele plekken inleveren, bijvoorbeeld bij de presentatie-instellingen, die gelimiteerd zijn tot één instelling per stad. In Amsterdam krijgt Framer Framed de subsidie toegewezen en niet De Appel, de Oude Kerk, Het Hem en W139. Vooral voor De Appel is dat bitter aangezien het advies zeer positief was.
West in den Haag verliest de subsidie en valt uit de BIS ondanks hun ambitieuze en goedbezochte programma in de voormalige Amerikaanse Ambassade. De Vleeshal in Middelburg krijgt daarentegen wel een plek in de BIS, net als Witte de With, ‘mits’ er eerst nog wat wordt gesleuteld aan de aanvraag die nog niet is goedgekeurd. In Utrecht is BAK net als de vorige keer subsidie toegekend in twee categorieën, als presentatie-instelling en als postacademische instelling, zij het dat laatste pas als ook BAK de plannen nog wat aanscherpt. Onder de presentatie-instellingen mogen verder Marres in Maastricht en MU in Eindhoven zich verheugen over de prolongatie van hun positie in de BIS.
Van de diverse regio’s is Enschede spekkoper, dankzij de toekenning van subsidies aan Gogbot (categorie festival) en Tetem (de nieuwe categorie ontwikkelinstelling), met hun technologisch geïnspireerde programma’s. In Rotterdam pakt Worm het geld als ontwikkelinstelling, en niet Mama en V2. In de overzichten valt op dat heel veel bekende beeldende kunstinstellingen geprobeerd hebben in deze nieuwe categorie met haar wat vage functieomschrijving aan te vragen, tevergeefs. Naast Tetem en Worm is er geen toekenning in de beeldende kunsthoek. Het TexielLab van het Textielmuseum in Tilburg zou je ertoe kunnen rekenen. Dat mag zich verheugen over de toekenning van zijn aanvraag. Maar verder valt vooral op dat de ontwikkelinstelling in deze BIS een nogal urban-achtig karakter heeft, en een vergaarbak is van disciplines die in de traditionele categorieën niet aan bod komen.
Bij de postacademische instellingen verschuift er niet veel. De Rijksakademie, De Ateliers, Jan van Eyck Academie, EKWC en BAK krijgen geld. Alleen de hoogte van de bedragen verschuift iets.
Opvallend is verder dat het Noorden er wat bekaaid vanaf komt in de nieuwe BIS, met enkel wat museale steun. Daar moet wel bij opgemerkt worden dat uit de Noordelijke provincies ook weinig aanvragers in de diverse categorieën waren.
De Raad stelt in de aanbevelingen voor de toekomst dat het wenselijk zou zijn als er meer presentatie-instellingen ondersteund zouden kunnen worden. De minister sloeg dat verzoek eerder al in de wind. Verder bepleit de Raad het loslaten van de restrictie van de toekenning van maximaal een presentatie-instelling per stad, die voor Amsterdam met veel gegadigden erg nadelig uitpakt.
Wat deze laatste punten betreft: op deze website valt deze week meer te lezen over de beleidsmatige overwegingen achter de BIS in de artikelenreeks van Nous Faes. Lees hier Wat wil de BIS? Deel 1: pilaren en bezwaren