Emily Mast, foto Robin Zenner
Down, strip, extend – veel speelplezier bij Playground 23
Playground in Leuven begeeft zich jaarlijks graag tussen white cube en podium, waar de artistieke conventies van hun voetstuk worden gelicht en met een enorme energie en speelplezier nieuwe domeinen worden verkend. An-Katrien Callebaut bezoekt voor ons de editie van dit jaar en raakt een daglang niet uitgegekeken.
AKTE 1: zaterdag 19.11.2023, 11:50 – M Leuven
De trappen van het museum afdalend word ik plots overrompeld door pianomuziek, een persoonlijk ontvangstcomité, waardoor ik opkijkend merk hoe de architectuur me theatraal opslokt. Wim De Pauw geeft bezoekers een persoonlijke soundtrack bij aankomst, waardoor de banale handeling plots een gevoel voor drama krijgt. A Case of Stairs (2023) is een subtiel sensorische ingreep dat akte 1 van Playground inluidt.
Het programma in M Leuven bestaat uit tijdelijke ingrepen, films, scenografie en korte performances verspreid over het museum en zijn doolhof aan zalen. Het ene moment doorkruis ik de overzichtstentoonstelling van Dieric Bouts, die momenteel in Leuven loopt tot 14.01.2024, het andere moment lokken harde beats me naar een felverlichte ruimte waar dansers hun lichamen tot het uiterste drijven. Playground mengt de twee groepen, performer en bezoeker, waardoor het museum uitgedaagd wordt om zijn ruimte open te breken. De White Cube wordt een podium.
Ariana Loze bewijst dat het museumpubliek hier ook gretig gebruikt van maakt. In een koele zaal staat centraal een gedekte, lange tafel, waar het publiek mag aan aansluiten voor een eerste kennismaking. Er is echter één steekkaart: het menu dat voor elke deelnemer ligt, is eigenlijk een script. Hierin staan fragmenten van dialogen gevoerd op datingsapps, waaruit ze moeten kiezen om het gesprek aan tafel gaande te houden. Het zorgde voor een absurde situatie waarin vreemden kennis maken met elkaar op basis van fictie. En, al schuilend hierachter, net zoals met de rollen die we online kunnen aannemen, breekt het publiek ook langzaam open. Adriana Loze vat hiermee de sfeer van een eerste date, waarbij de spanning steeds voelbaar blijft, en toch met elke positieve interactie langzaam naar de achtergrond drijft.
Ook voor kunstenaars draagt Playground opportuniteiten met zich mee. Zo hoopt Judith Van Oeckel enkele van haar micro-choreografieën te verkopen aan het publiek. Drie beeldschermen tonen de verschillende dansen, terwijl de geluidsfragmenten uitgebreid de bewegingen beschreven. In de vitrine ligt de overeenkomst voor overdacht te wachten op een handtekening. All She Wants to Do Is Dance (2023) lijkt op het eerste zicht een slimme manier om performance te institutionaliseren en conserveren, maar het ontstaansverhaal is complexer en emotioneel. Judith Van Oeckel heeft namelijk chronische migraine, waardoor ze haar korte danscarrière reeds heeft moet opgeven. Via de microbewegingen tast ze de beperkingen van haar lichaam af in een soort laatste opvoering. De performance zelf lijkt op een veiling, waarbij een veilingsmeester statisch de nummers afroept met de bijhorende uitleg per choreografie. Simultaan voert Van Oeckel de passen minutieus en traag uit. Het is een kwetsbare opvoering en de sfeer in de zaal voelt beladen. ‘Pressure intensifies in my head’ vertelt de veilingmeester in naam van Van Oeckel.
Ik raak in een tweestrijd over de overdacht van haar microchoreografieën: als ik haar bewegingen zou kopen, dan kan ik haar ontlasten van haar pijn en haar legacy bewaren. Anderzijds, wringt het geheel, want het gaat om delen van haarzelf; haar onderzoek naar de limieten van haar lichaam; jaren van dromen en streven; haar communicatiekanaal. Tegen het einde van de performance viel de spreker stil en versnelde Van Oeckel haar bewegingen tot een geluidloze laatste dans.
Dat dans een onderzoek is naar het lichaam; in de ruimte en/of in interactie, bewijst ook Emily Mast. IFIF (2023) is een collectief spel, dat vrijheid uitbeeldt binnen zijn beperkingen. De zes dansers staan namelijk in een grid en moeten om de acht tellen, op de beats van de live muziek, verspringen van vakje en beweging. Er is geen duidelijk patroon, maar vooraf gemaakte regels lijken de uitrol van de performance te controleren. Een voor een roepen de dansers instructies in de groep, en als toeschouwer kun je langzaam de code kraken:
Down = voorover gebogen, handen reiken naar de tip van de voeten
Escape = 8 seconden speeltijd buiten het grid
Samen in een vak terechtkomen = duet uitvoeren
Strip = blote huid wordt getoond/kledingstuk gaat uit
Corners = in een vierkant verschuiven van hoek naar hoek binnen je vak
Extend = beweging aanhouden bij volgend vak
…
Ik begin er zelf een spel van te maken. De bewegingen zijn hypnotiserend, net als de muziek. Alleen door de visuele vermoeidheid van de dansers is de tijd in te schatten. Is het deze uitputting die ze ook uit hun trance haalt? Tegen het einde worden meer instructies lukraak uitgeroepen, en even vaak genegeerd, alsof ze elkaar ludiek uitdagen. Emily Mast activeert het onderbewuste in IFIF bij zowel de individuele dansers, als de collectieve groepsdynamiek.
Naast een samenspel tussen bezoekers en performers, is ruimte ook een belangrijk deel van Playground. Zo maakt Dimitri Vangrunderbeek een materiële ingreep in het museum met From Geometry to Materiality (2023). Hij verplaatst zijn atelier naar de lobby van M Leuven, door de vloer nauwkeurig te reconstrueren in de vorm van wit/gele, strak geometrische zandtegels. Vele uren van legwerk worden gedeconstrueerd in een live performance door het bedachtzaam plaatsen van verschillende objecten in het kneedbare zand. Het is alsof de kunstenaar een fysiek gesprek wil aangaan met beide ruimtes: met zijn atelier en het museum.
AKTE 2: zaterdag 19.11.2023, 20:00 – Kunstencentrum STUK
Het tweede deel van het festival, de langere voorstellingen, is later op de dag geprogrammeerd in kunstencentrum STUK. Het tweeledig collectief Buren is als eerste aan de beurt met een try-out van hun stuk shoe/farm (2023). Oshin Albrecht en Melissa Mabesoone onderzoeken de notie van arbeid en klasse in de vorm van een hallucinant, satirische musical. Ze keren hiervoor terug naar hun eigen roots en naar hun geboortestreek, Zeeuws-Vlaanderen. De scenografie bestaat uit kanten gordijnen, jeans als symbool voor de werk-klasse en schoenen, veel schoenen. Typerende boerderijscenes worden humoristisch uitgevoerd, maar het is vooral het geluid dat hier opvalt: het geslenter van de houten klompen, de naaimachine die het ritme voor hun chants aangeeft, water dat klotst en slingerende bellen die in elkaar verstrikt raken. Het zijn heel alledaagse geluiden, ‘platteland ASMR’, die ons steeds terugbrengt naar de kern van het verhaal, uit de gekke droom. Na een absurde uitweiding over aardappelen, en een symbolische overgang in de vorm van een geboren veulen op hakken (ik begin zelf te twijfelen aan mijn observaties), kome we bij het tweede deel van het verhaal: de schoenenwinkel. Met karikaturale personages en een verassend catchy lied, ‘I’m going to the back of the store, let me find what you are looking for’, wordt onze online-consumptiemaatschappij, aangemoedigd door influencers en verkooptrucjes, onder de loep genomen. Uitvergroot, maar herkenbaar lacht het publiek mee. Shoe/farm is het compleet pakket: humor, scenografie, interactie met het publiek en een kritisch blik op de producent-koper relatie, dat terwijl een zekere genegenheid en vertrouwen van hun performance afstraalt.
Stonework (2022) van Espen Hjort & Mees Borgman is met Buren vergeleken een minimalistische kritiek op een urgent thema: onze relatie met ecologie. Centraal staat Steen in de hoofdrol, een grote kei afkomstig uit Noorwegen, waar de perfomer in gesprek mee gaat. Voor we het klimaat probleem kunnen oplossen, moeten we eerst eens nadenken over onze relatie met natuur, propageert het performancecollectief. Door het blok te balanceren op zijn lichaam, door het te verplaatsen, te bekijken, aan te raken en na te bootsen, hoopt de performer de geheimen van Steen te ontdekken. Het is een interessante theorie, al zijn de sterkste momenten voor mij juist degene waar de focus enkel op de steen ligt, zonder enige menselijke tussenkomst, behalve de ambient muziek op de achtergrond. In deze adempauzes merk ik mijn interesse naar de verhalen van over 1,5 miljard jaar, verborgen in het reliëf van Steen. Het is een goeie oefening voor thuis.
Afsluiten gebeurt met Charlotte Bouckaert die de traditie van het stilleven bestudeert in THING (2023). Fruitschalen, vazen en bloemen vormen de installatie en het podium voor de avond. Langzaam begint het mechanisme te draaien en enkele voorwerpen te verschuiven, ook de danser komt in actie. Na een studie van elk voorwerp, elke hoek en kleur, volgt een herinrichting. Manisch verplaatst ze appels, rollend over de vloer, de bewegingen van haar lichaam volgend. De bloem krijgt een eigen lichtspot en de kruiken worden gegroepeerd. Ze lijkt de ‘stil’ uit de compositie te halen met deze chaos, maar alles is voor een hoger doel, zo blijkt. De danser creëert met oog voor detail en nieuw tafereel, een nieuw stilleven. Het is iets waar wij nog te weinig belang aan hechten, de puurheid van de alledaagse compositie.
Playground geeft bezoekers, jong en oud, de kans om verhalen, ideeën en kunst te beleven op de eerste rij. Het is een ontmoetingsplaats waar de gedeelde ervaring, net als op een muziekfestival, zorgt voor verbondenheid onder publiek en performers. Bovendien bewijst Playground dat een mix van disciplines in plaats van hokjesgedrag en hiërarchie juist versterkend werkt, the best of both worlds.
Alle foto’s courtesy Playground, leuven
Playground 23, M en STUK, Leuven, 16-19.11.2023 INFO HIER
An-Katrien Callebaut
schrijft en is projectassistent bij Triënnale Brugge