metropolis m

Volgend jaar is het honderd jaar geleden dat in Weimar de vooruitstrevende kunst- en ontwerpopleiding Bauhaus werd opgericht. K20 in Düsseldorf trapt het jubileumjaar alvast af met een tentoonstelling over Anni Albers (1899-1994): ontwerper, kunstenaar, docent en auteur, opgeleid aan Bauhaus. Walter Gropius, architect en oprichter, had met zijn school een synthese van beeldende en toegepaste kunst voor ogen. Later ontwikkelde het onderwijs zich meer richting techniek en (vormgeving voor de) industrie, maar in de beginperiode namen kunst en ambacht een centrale plaats in. Het oeuvre van Anni Albers strekt zich uit over deze gebieden. 

Albers was na het voorbereidende jaar, de Vorkurs, het liefst aan de glaswerkplaats gaan studeren. Maar zoals het in de praktijk de meeste vrouwelijke studenten verging, werd ook zij doorverwezen naar het ‘vrouwenklasje’: de weefafdeling. Zelf hield ze weven aanvankelijk ook voor zu weibisch, maar door haar systematische onderzoek naar de inherente abstractie van het kruisen van draden groeide ze uit tot een pionier in de moderne kunst. Het Museum of Modern Art (MoMA) in New York gaf haar in 1949 zelfs als eerste vrouwelijke kunstenaar een solotentoonstelling.

De twee identieke, streng geometrische werken waar de tentoonstelling in Düsseldorf mee opent, naar een ontwerp uit 1926, laten haar kracht zien. Ritmisch wisselen gele, witte en zwarte vlakken en de mengvormen van deze kleuren elkaar af. Er zit overduidelijk een systeem achter (gebaseerd op de getallen twee en drie), maar de compositie is dynamisch. Niet voor niets siert dit werk vele boekomslagen, zo ook de catalogus van deze tentoonstelling. Opvallend genoeg zijn de werken niet door Albers zelf gemaakt. De originele uitvoering is verloren gegaan. 

Tijdens de studie aan dat instituut ontmoet Annelise Else Frieda Fleischmann (haar meisjesnaam) ook toekomstige echtgenoot Josef Albers. Samen verhuizen ze in 1925 met de school mee naar een gloednieuw gebouw in Dessau. De opkomst van het nationaalsocialisme zorgt ervoor dat Bauhaus in 1933, inmiddels in Berlijn, de deuren moet sluiten. Philip Johnson, architect en conservator van het MoMA biedt Josef en Anni Albers een uitweg. Hij nodigt ze uit les te komen geven aan Black Mountain College in North Carolina. Het afstudeerwerk van Anni Albers, een lichtreflecterende en geluiddempende stof voor wandbekleding, noemt hij haar ‘paspoort naar Amerika’. 

Vanaf 1935 begint het echtpaar Albers vanuit hun nieuwe standplaats de kunst en cultuur van Midden- en Zuid-Amerika te ontdekken. Ze zijn diep onder de indruk van de abstracte patronen die ze in antieke, precolumbiaanse textiel aantreffen, waarvan enkele voorbeelden uit hun privéverzameling in de tentoonstelling te zien zijn. De vondsten sterken Anni Albers in haar opvatting dat textiel een volwaardig artistiek medium kan zijn. In het standaardwerk On Weaving, dat ze in 1965 publiceert, neemt ze vele afbeeldingen op van Latijns-Amerikaanse textiel. Ze draagt het boek op aan ‘mijn grote leermeesters, de wevers van het oude Peru’. Aan de totstandkoming en het belang van deze publicatie wordt in de tentoonstelling terecht veel aandacht besteed. 

Ook in haar eigen werk is een beweging richting autonomie te zien. De (nog altijd) abstracte, kleinere weefsels die ze vanaf halverwege de jaren dertig maakt, noemt ze pictorial weavings. De visuele indrukken van de reizen en het samenwerken met lokale wevers laten hun sporen na. Zo echoot het weefsel Two (1952) de architectuur van eeuwenoude Incatempels. Over een raster van vierkanten is in bruin en okergeel een meanderend motief aangebracht. Het lijnenspel lijkt ook aan taal en tekens te refereren, een terugkerend thema in haar werk. De relatie met taal is ook terug te zien in verschillende werken die Albers in de jaren zestig voor synagogen maakt. Een andere fascinatie is die voor knopen. In tekeningen en textiel verkent Albers het verstrengelen van de draad. De tentoonstelling eindigt met gedrukt werk, waar Albers zich eind jaren zestig op stort nadat ze haar weefgetouw aan de wilgen heeft gehangen. Ze houdt van de snelle reproduceerbaarheid van het drukken; heel anders dan het tijdrovende handweven. 

Voor de liefhebber is deze tentoonstelling een must see. Door de kwetsbaarheid van het werk is het uitgesloten dat er de komende jaren een vergelijkbare presentatie plaatsvindt. Spijtig is dat het werk niet in context wordt getoond, noch geduid volgens de nieuwste inzichten uit de kunst- en designgeschiedenis. Weliswaar staat deze tentoonstelling in een rijtje solo’s gewijd aan vrouwelijke kunstenaars (Agnes Martin en Carmen Herrera gingen haar voor in K20), haar positie als vrouw blijft nagenoeg onbesproken. Ook haar verhouding tot belangrijke figuren uit haar netwerk, zoals haar docent en inspiratiebron Paul Klee, haar docent en collega Gunta Stölzl en natuurlijk haar echtgenoot, de beroemde schilder Josef Albers, wordt niet uitgewerkt. Van laatstgenoemde zijn op enkele documentaire foto’s na geen kunstwerken te zien. 

De catalogus voorziet helaas ook niet in deze omissie: de publicatie volgt min of meer dezelfde chronologische opzet als de tentoonstelling. In korte bijdragen behandelt een tiental experts thema’s gelieerd aan haar werken en verblijfplaatsen. Alleen de laatste bijdrage over haar artistieke nalatenschap plaatst Anni Albers in een wat bredere context, als wegbereider van de fiber art, de opkomst van de autonome textielkunst in de jaren zestig. In de tentoonstelling is een enkel werk van Lenore Tawney en Sheila Hicks, een leerling van zowel Josef als Anni Albers, opgenomen. 

Deze inhoudelijke kritiek neemt niet weg dat het verzamelde werk van Anni Albers een lust voor het oog is. De uitgebalanceerde composities en het subtiele materiaalgebruik hebben de tand des tijds moeiteloos weerstaan. Voor de kenner moge duidelijk zijn dat haar bijdrage een essentiële schakel is in de wordingsgeschiedenis van de abstracte kunst. Het is jammer dat dit niet aan een breder publiek duidelijk gemaakt wordt. 

Victoria Anastasyadis 

is freelance kunst- en designhistoricus

Anni Albers

Kunstsammlung Nordrhein Westfalen (K20), Düsseldorf

09.06.2018 t/m 09.09.2018

 

Tate Modern, Londen

11.10.2018 t/m 27.01.2019

 

Victoria Anastasyadis

junior curator toegepaste kunst en design bij het Stedelijk Museum Amsterdam

Recente artikelen