metropolis m

Tentoonstellingsoverzicht’By The Way,’ moezeum. Foto: Liza Wolters.

Het nieuwe moezeum in Rotterdam is moe. Moe van racisme, xenofobie, de kunstwereld, sociale onrechtvaardigheid en het alsmaar door rollende kapitalisme. Door politiek, humor en macht samen te brengen, bieden zij een plek waar juist rust en luiheid een plek kunnen krijgen, als tegengif voor overproductie. Kelly-ann van Steveninck bezocht de tentoonstellingen ‘By The Way’, waar kunstenaars en collectieven ironie inzetten om machtsverhoudingen te bevragen.

Ik word opgewekt ontvangen bij mijn entree in moezeum te Rotterdam. De dienstdoende host vertelt dat de tentoonstellingsruimte onderdeel is van het breder cultureel georiënteerde (A)WAKE; een culturele organisatie die programma’s ontwikkelt rondom ongelijke machtsverhoudingen met een focus op de uitwisseling tussen West-Azië, Noord-Afrika en West-Europa. De tentoonstelling By The Way werd door Ghita Skali en Salim Bayri vormgegeven en is moezeums eerste geesteskind, Dertien kunstenaars en collectieven reageren daar ieder op eigen wijze reageren op het concept van autoriteit.

De ‘moe’ in moezeum (naar bell hooks-iaanse traditie geschreven zonder hoofdletter) refereert letterlijk naar het Nederlandse woord voor uitputting. Dit idee komt voort uit de frustraties die tweerichtingsburgers (de gekozen term voor bi-culturele personen) kunnen ervaren door de ongelijke structuren in de samenleving en de ratrace van de Westerse economie. Bewuste luiheid is volgens de tentoonstellingsmakers een na te streven bezigheid, maar niet een die zich laat leiden door passieve apathie. Bij binnenkomst geeft de permanent aangebrachte tekst van de Kroatische kunstenaar Mladen Stilinovic inzicht in deze ‘ode aan luiheid’. Geschreven in 1993 tijdens het tumult tussen het Oosten en Westen beoogt Stilinovic lui zijn als eigenzinnig protest tegen de almaar toenemende vraag naar productiviteit van het kapitalisme.

De oude garage waar moezeum huisvest, is nauwelijks aangepast en lijkt nog net zo ruw en onbewerkt als dat zij was toen er nog auto’s werden gerepareerd. De gietijzeren tegels van Shell, de gammele gootsteentjes en stickers van bedrijven geven de ruimte een pretentieloosheid die doet denken aan vervlogen tijden, waarin Rotterdam nog vaker ruimte bood aan initiatieven die niet gedreven werden door winstmaximalisatie. De ruimte draagt tijdelijkheid, improvisatie en bewerkelijkheid uit. Door het woord ‘museum’ in hun naam te verwerken, plaatsen de makers extra vraagtekens bij de autoriteit van kunstruimtes en laten zij hun instituut zelf ironisch uitspreken over macht. Ook in de details van moezeum zijn kleine tekenen van ludiek verzet te vinden; moezeum probeert zo horizontaal en non-hiërarchisch mogelijk te zijn en de bezoeker kan een ‘museumjaarkaart’ meenemen, waarop ‘free entrance, with or without card’ staat.

Hoewel de thema’s van de meeste werken serieuze onderwerpen als discriminatie en machtsmisbruik aankaarten, komt deze ironie veelvuldig terug door de tentoonstelling heen. Het videowerk Real Integration (2021) van Qiaochu Guo en Jing He waarin het Nederlandse inburgeringsexamen wordt nagebootst, is komisch en schrijnend tegelijk: de kunstenaars verweven hun eigen ervaringen met alledaags racisme in Nederland. Een computerstem draagt stoïcijns vragen voor, waarna vier opties als antwoord opgeworpen worden. Deze laten zien hoe men wordt aangeleerd om micro-agressies te beantwoorden met humor of inschikkelijkheid. Het werk Je Maintiendrai (2012) van Willum Geerts toont de Nederlandse vlag die fier vanuit de eerste verdieping steekt. Bij nadere inspectie blijkt het een afbeelding te zijn van een rood strak t-shirt, een vleeskleurige streep buik en nauwe blauwe jeans, die tezamen de vaderlandse driekleur uitbeelden. Het werk is van een aantal jaar terug maar blijkt in toenemende mate relevant: de vlag is ondersteboven gehangen tot symbool gemaakt van de boerenbeweging, en het in het vaandel dragen van de gemiddelde witte man lijkt sinds de verkiezingsoverwinning van de PVV steeds meer de norm te worden in zowel het politieke als het medialandschap.

Deze speelse componenten zorgen voor een bepaalde laagdrempeligheid die de makers goed hebben weten te verweven door de tentoonstelling heen. Ook de plattegrond met aanvullende informatie, beschikbaar in het Engels, Nederlands en Arabisch, is toegankelijk en helder geschreven. De tekstuele slordigheden in de alinea’s zijn daardoor bijna charmant, maar geven de verder zorgvuldig ontworpen folder een wat gehaaste indruk. De politieke urgentie blijft echter nooit ver weg. Dat moezeum onderdeel is van het activistisch ingestoken (A)WAKE is het meest voelbaar op de bovenste verdieping van het pand. Het videowerk Don’t Eat the Moon (2024) over de sinaasappel-teelt in Jaffa in Palestina, pre-Nakba, van Soumeya Ait Ahmed en Nadir Bouhmouch is helaas buiten werking op het moment van bezoeken. De ruimte ernaast borduurt echter voort op het onderwerp en biedt alle gelegenheid tot anti-autoritaire participatie door middel van de workshop-ruimte van de Book Bloc Brigade, een initiatief wat haar oorsprong vindt in de Italiaanse studentenprotesten uit 2010. Hier kan men covers van inspirerend gebleken boeken, dit keer voornamelijk van auteurs die de nadruk op Palestina leggen zoals Richard Becker of Edward Saïd, naschilderen op verstevigd karton. Deze worden vervolgens als schild gebruikt tegen politiegeweld tijdens demonstraties, waardoor de betogers letterlijk en figuurlijk worden beschermd door het woord van revolutionairen voor hen.

'Book Bloc Brigade,' By The Way, moezeum. Foto: Liza Wolters.

Alhoewel het cliché van Rotterdam als ongepolijste arbeidersstad in vele opzichten nog steeds standhoudt, voorziet zij steeds minder aan creatieve ademruimte. Experimentele initiatieven in de kunstwereld worden veelal alleen nog toegelaten in de vorm van investeringskapitaal voor projectontwikkelaars en kunnen door deze precaire tijdelijkheid geen blijvende stempel drukken op hun omgeving. In een stad met de meest politiek-rechtse coalitie van de grote steden (en de enige met de VVD), die haar verleden soms vergeet in haar haast naar de toekomst, is een dergelijke plek als moezeum een verademing te noemen. Het benieuwt mij wat de makers voor verdere invullingen gaan geven aan het concept van actieve luiheid. De veelal scherp gelaagde en gevatte werken in By The Way zijn in de traditionele zin van het woord allesbehalve lui te noemen, maar creëren in hun verwerping van autoritaire structuren een nieuw waardekader dat tot nadenken stemt. Door met een knipoog actieve luiheid tegenover de razendsnelle kapitalistische ontwikkelingen te positioneren, stellen zij dat het niet te serieus nemen van autoriteit wellicht de beste manier van verzet is.

By The Way is  tot 20 december te bezoeken bij moezeum in Rotterdam

Kelly-ann van Steveninck

is kunsthistoricus met als specialisatie moderne en hedendaagse kunst en stagiair bij Metropolis M

Gerelateerd

Recente artikelen