metropolis m

Leslie Labowitz Starus, Life On Earth, West Den Haag (2025). Foto: Gert Jan van Rooij / West Den Haag

Wat kunnen we van de natuur leren? Het is een terugkerende vraag, waar een grote veronderstelling achter zit: ‘we’ staan buiten de ‘natuur’. Bij West in Den Haag laten verschillende kunstenaars echter zien hoe de mens verbonden is met de levende wereld en bovenal, hoe verschillende vormen van onderdrukking samenhangen met de onderdrukking van de natuur. Stella Kummer bezoekt de tentoonstelling Life on Earth, waar het vooral de kwetsbare menselijkheid is die haar aanspreekt.

Life on Earth onderzoekt onderdrukking vanuit een ecofeministisch theoretisch kader, maar dit betekent niet dat de makers zich ‘beperken’ tot het feminisme. Juist vanuit een ecologisch standpunt, zijn verschillende vormen van onderdrukking niet van elkaar te onderscheiden. In de gratis publicatie, geschreven door de curator van de tentoonstelling Catherine Taft, wordt dit ecofeministische kader uitgelegd. Het ecofeminisme werd in de jaren zeventig als theoretische en artistieke stroming populair in Europa en de Verenigde Staten, na La Féminisme ou la Mort (Feminism or Death, 1974) van de Franse ecofeministische denker Françoise d’Eaubonne. In de tentoonstellingspublicatie wordt ook de meer activistische zijde toegelicht, zoals het werk van Inheemse vrouwen in de Amazone, de Chipko-beweging in India en het pan-Afrikaanse ecofeministische collectief WoMin African Alliance. Die culturele verscheidenheid mist echter wat in de tentoonstelling: meer dan de helft van de deelnemende kunstenaars komt uit de Verenigde Staten. Dit betekent niet dat hun werk hier niet kritisch mee omgaat, maar hun lokaliteit blijft toch onlosmakelijk met hun blik verbonden. Zo biedt Yo-E Ryou’s werk over de Haenyeo-cultuur (vrouwelijke duikers op het Koreaanse eiland Jeju) nieuwe inzichten op manieren waarop vrouwen zich verbinden met de levende wereld. Ik had het bijvoorbeeld interessant gevonden als een kunstenaar iets over de Nederlandse context had kunnen vertellen. De daadwerkelijke lokaliteit van West voelt wat weggeschoven, terwijl het juist de connectie met de wereld om ons heen is die ook in het ecofeminisme centraal staat.

Institute of Queer Ecology, Life On Earth, West Den Haag (2025). Foto: Gert Jan van Rooij / West Den Haag

Ik ga zitten bij de eerste van vier video-essays van het Institute of Queer Ecology. Op hoog tempo worden voorbeelden uit de natuur toegelicht en als argument tegen het kapitalisme gebruikt, zoals hoe dennenbomen zich aanpassen aan bosbranden. Buzzwords als petrocapitalism, nuclear family, underground education, queer kinship, volgen elkaar op in mooi gefabriceerde zinnen. Hun betekenis gaat echter wat verloren, door hun herhaling en geladen concepten. De tekst wordt vergezeld door beelden van de natuur: deinende golven, vliegende motten, groeiende planten. Deze collageachtige techniek wordt vaak gebruikt in video-essays. Soms vinden de beelden een bepaalde harmonie met de tekst, maar hier blijft het wat vlak aanvoelen.

Het Institute of Queer Ecology gebruikt voorbeelden uit de natuur om aan de tonen hoe belachelijk onze binaire indeling van de wereld is maar laat vreemd genoeg de mens zelf buiten beschouwing. Laat het bestaan van intersekse en trans mensen niet al lang zien dat ons binaire systeem van man vrouw nergens op slaat? Laten vriendschap en liefde niet zien dat samenwerking en zorg belangrijker zijn dan concurrentie? De pogingen om antwoorden of bevestiging te zoeken in de natuur, beaamt juist de scheiding tussen natuur en cultuur. Die scheiding kan helemaal niet gemaakt worden en zou ook niet gemaakt moeten worden.

Het zijn de werken waar de kunstenaars zichzelf als onderdeel van ecosystemen zien, waar natuur en cultuur geen afgebakende terreinen zijn, die mij het meeste aanspreken. Zoals Aviva Rahmani, die vanuit haar subjectiviteit laat zien hoe natuur en gender in haar bestaan zijn verbonden. Haar performance Physical Education uit 1972, eveneens het oudste werk in de tentoonstelling, wordt bij West in een diavoorstelling getoond. Rahmani vervoerde tijdens haar studietijd aan CalArts een zakje water van het damestoilet van haar school, naar de Stille Oceaan om daar het zakje te legen. Onderweg ‘vervuilde’ zij het water met bodemmonsters. Na het zakje te hebben geleegd, vulde zij een nieuwe om die weer te legen in hetzelfde toilet. Rahmani’s performance is een subtiel, maar effectief gebaar naar hoe ecologie in onze moderne wereld vervlochten is. De watercyclus is namelijk zowel een natuurlijk als cultureel fenomeen, en één die letterlijk de grenzen daartussen vertroebelt. Als ik later die dag de wc doortrek, vraag ik me af waar alle druppels vandaan komen. Misschien kom ik ze later in mijn leven wel weer tegen als regendruppels of ijsklontjes.

De daadwerkelijke lokaliteit van West voelt wat weggeschoven, terwijl het juist de connectie met de wereld om ons heen is die ook in het ecofeminisme centraal staat.

Aviva Rahmani, Life On Earth, West Den Haag (2025). Foto: Gert Jan van Rooij / West Den Haag
Yo-E Ryou, Life On Earth, West Den Haag (2025). Foto: Gert Jan van Rooij / West Den Haag

Ik ga de trap op naar de eerste verdieping van de oude Amerikaanse ambassade, waar de tentoonstelling verder gaat. Hier loop ik tegen de protestborden van Leslie Labowitz Starus aan. De teksten lezen als korte gedichten: ‘The ruined land is dynamite. Nature returns all wounds as warriors’ / ‘At the root of resistance is renewal.’ Op de vloer liggen verschillende soorten gedroogde boonsoorten verspreid. De borden verwijzen naar de effecten van oorlog en militarisme op de levende wereld. De titel van de tentoonstelling, Life on Earth, komt uit eenzelfde soort beweging voort. Het collectief Women and Life on Earth kwam tot stand na het lekken van een commerciële kernreactor in 1979 in Pennsylvania. Ze publiceerden een manifest, waarin ze onder andere schreven:

‘Wij zien de verbanden tussen de uitbuiting van mishandeling van de aarde en haar volkeren en het fysieke, economische en psychologische geweld dat vrouwen dagelijks ervaren. […] Onze hoop voor de toekomst is geworteld in een feministisch perspectief, in een groeiend begrip en waardering van raciale, seksuele en ecologische diversiteit en in een wereld zonder militarisme.'[1]

Let wel: zonder militairisme. Het manifest is vandaag de dag nog even actueel, met de discussies rondom investeringen in defensie. ‘Defensie wil uitzondering op milieuregels om te groeien ‘voor het vaderland’,’ [2] las ik op de NOS. En een paar weken geleden brandde een groot stuk land af na een oefening van defensie. ‘Erken het verband tussen het geweld van het Pentagon en het dagelijkse geweld waar vrouwen mee te maken krijgen,’ [3] schreef de WLOE in 1980 over een actie tegen de 500 miljoen dollar die het Pentagon toen dagelijks aan wapens uitgaf. De toename van geweld, of dit nou ecologisch of militair geweld is, zal ook de toename van geweld tegen vrouwen en andere onderdrukte groepen betekenen.

Net wanneer ik me iets te veel aan het opwinden ben over wapens en onderdrukking, nodigt het werk van yétundé olabagju me uit tot traagheid. In de ruimte hangen enkel twee ingelijste foto’s naast elkaar, waarop olabagju in een biddende beweging hun twee handen op een rots voor hen legt. olabagju onderzoekt hoe hen mee kan deinen op de alternatieve temporaliteit van de natuur. Telkens terugkerend bij de steenformatie vraagt hen zich af of hun handafdrukken ooit terug te zien zullen zijn in de rots. Het is die daadwerkelijk connectie met de natuur die ik soms mis in de tentoonstelling: Het proberen mee te bewegen met de traagheid van een rots. Maar ook olabagju’s werk is zeker niet zonder politieke betekenis. De gevolgen van onze gewelddadige acties tegenover de levende wereld, vrouwen en mensen van kleur, zijn niet altijd meteen zichtbaar. Het tegenovergestelde is echter ook waar; onze kleine positieve acties kunnen in de toekomst meer waard zijn dan we nu misschien denken.

Bij Otobong Nkanga’s installatie Tsumeb Fragments (2015) voel ik eenzelfde soort vertedering ten opzichte van de natuur. Op een videofragment is te zien hoe Nkanga voor de Tsumeb mijn in Namibië staat, die na de kolonisatie van Duitsland hevig werd uitgebuit. De video is teruggespoeld, waardoor verschillende stenen één voor één naar haar hoofd lijken te zweven. Ze neemt verschillende poses aan terwijl ze met haar rug naar ons toe, naar de uitgeputte mijn staart. Een landschap is nooit enkel een landschap. Een steen nooit enkel een steen.

Een landschap is nooit enkel een landschap. Een steen nooit enkel een steen.

A.L. Steiner, Life On Earth, West Den Haag (2025). Foto: Gert Jan van Rooij / West Den Haag

In de laatste ruimte is het werk van A.L. Steiner te zien. In het videowerk To Chnge Evrthng (2023) worden politiek en natuur naadloos met elkaar verwoven. Het werk is gedeeltelijk gebaseerd op het werk La Féminisme ou la Mort (Feminism or Death, 1974) van de Franse ecofeministische denker Françoise d’Eaubonne. ‘We have two options: extinction or escape. The feminist option is a third one: we stay here and make it work,’ wordt in de video verteld. Het is hier dat de collageachtige methode ook echt wat doet; er vinden onverwachte kruisbestuivingen plaats tussen de beelden en de worden. Later in de video draagt schrijver Eileen Myles al lopend een gedicht voor waarin oud-burgemeester van New York Bill de Blasio een hoofdrol speelt:

My

tree accepts

my body

oddly

the park

accepts

the buildings

does a de Blasio

accept

a bribe

a scrap

of bread

Op de muur hangen verschillende foto’s, grotendeels van mensen. Iemand ligt in een rivier, mensen omhelzen, liggen, drinken wijn. Een persoon draagt een shirt waarop staat: ‘Burn galleries not calories.’ De foto’s ontroeren en fascineren me, misschien omdat ze het meest van alle werken laten zien wat ‘leven’ is en kan zijn met de mens als onderdeel van ecosystemen.

[1]: http://www.wloe.org/unity-statement-1980.78.0.html in de tentoonstellingspublicatie van Life On Earth, West.

[2]:https://nos.nl/artikel/2561838-defensie-wil-uitzondering-op-milieuregels-om-te-groeien-voor-het-vaderland

[3]: https://wloe.org/women-s-pentagon-action.77.0.html

De tentoonstelling Life On Earth is tot 27 juli te zien bij West Den Haag

Stella Kummer

is webredacteur bij Metropolis M, schrijver en eindredacteur bij tijdschrift Simulacrum

Gerelateerd

Recente artikelen