metropolis m

Na een carrière van meer dan dertig jaar brengt de in New York gevestigde kunstenaar, schrijver en activist Julie Ault haar eerste bundel uit. In Part: Writings by Julie Ault toont een zorgvuldig geselecteerd spectrum van tekstfragmenten, interviews en essays uit Aults pionierende en uiterst onconventionele loopbaan. Al sinds ze met anderen Group Material oprichtte, bestonden Aults activiteiten uit samenwerkingen waarin ze als één van de eerste kunstenaars curating tot een reflectieve kunstvorm wist te verheffen. Haar artistieke productie, die bestaat uit zowel tentoonstellingen als tekstbijdragen, wordt gekenmerkt door een scherpe focus op het sociale en het relationele, vaak met Ault als coauteur, altijd met Ault als eindverantwoordelijke. Ze heeft er een geheel eigen radicale en onorthodoxe niche in de kunstwereld mee weten te verwerven. 

In deze net verschenen bundel beschrijft ze in het hartverwarmende hoofdstuk ‘Tim’ hoe in de vroege jaren zeventig haar grootste en invloedrijkste vriendschap ontstond met Tim Rollins, die eind 2017 overleed. Tijdens hun studietijd aan de universiteit van Maine in Augusta introduceerde Rollins bij haar het werk van de Amerikaanse schrijver, criticus, activist en curator Lucy R. Lippard, die al gauw van grote invloed op Ault zou zijn. Lippards karakteristieke theorie over de dematerialisatie van het kunstobject sijpelde, in een hernieuwde versie, diep door in Aults praktijk. Ault en Lippard ontmoetten elkaar zeven jaar na de eerste kennismaking met het werk. Uit die ontmoeting ontstond een hechte vriendschap. Lippard schreef tevens de introductie voor dit boek.

De late jaren zeventig en vroege jaren tachtig, de tijd waarin Aults carrière vorm kreeg, waren turbulent, maar stimulerend voor activistische kunstenaars in New York. Massale optochten en acties waren niet uit het straatbeeld weg te denken. ‘New York is for mutants’, waarschuwde Rollins’ moeder, net voor hun vertrek naar de stad. Grote delen van New York stonden destijds in brand. Het bewind van Ronald Reagan en zijn harteloze trickle-downeconomie leidde niet alleen tot een enorme ontwrichting van de sociale verhoudingen, mede binnen de kunstwereld, maar tevens tot een enorme verbroedering onder de actievoerders die met elkaar nieuwe vormen van demonstratieve kunst en straatkunst ontwikkelden in alle mogelijke allianties. Door de duidelijke presidentiële vijand en lage verwachtingen van de staat ontstond er in culturele kring een actieve doe-het-zelfmentaliteit. ‘The United States did not suddenly become a conservative nation – it has always been one’, schrijft Ault op één van de eerste pagina’s in het boek. Hierbij blijft het onduidelijk of ze het over het presidentschap van Reagan heeft of over het huidige tijdperk. Het treurige is, het kan allebei. ‘One might conclude otherwise judging from a surface reading of the relatively liberal “anything is possible” atmosphere in American culture. But its undercurrent – the origins, histories, and myths that shaped this country at its core – is deeply conservative.’ In New York liepen destijds de samenwerkingen tussen individuen parallel aan collectieven met hun geheel eigen kenmerken en doelstellingen. Op hetzelfde moment ontstonden tal van groepen en initiatieven, als Group Material, Colab, Printed Matter en Alliance for Cultural Democracy. Niet veel later volgden Guerrilla Girls, Gran Fury en Women’s Action Coalition (WAC).

Group Material was een volledig in New York gevestigd kunstenaarscollectief opricht in 1979 door Tim Rollins samen met Mundy McLaughlin, Patrick Brennan, Beth Jaker, Marybeth Nelson, Peter Szypula en Julie Ault. Deze anti-hiërarchische groep bestond uit vrienden en vrienden van vrienden, en werd niet veel later aangevuld met Doug Ashford en Félix González-Torres. Samenwerkingen met kunstenaars, het organiseren van community-uitwisselingen en het in kaart brengen van de vitale verbanden tussen politiek en kunst stonden hoog op de agenda. Ault: ‘What politics inform accepted understandings of art and culture? Whose interests are served by such cultural conventions?’ Om marginalisatie te voorkomen gebruikte de groep vooral openbare locaties voor hun uitingen, zoals billboards, kranten, metro’s en treinstations, met als ethische en esthetische overweging om geen blijvende objecten te produceren. Onder Aults verantwoordelijkheid werden meer dan vijftig tentoonstellingen en openbare projecten georganiseerd en namen ze deel aan grote tentoonstellingen zoals de Whitney Biennial 1985. Group Material werd in 1996 opgeheven. In datzelfde jaar overleed González-Torres aan de gevolgen van aids.

Net als in de door Ault samengestelde overzichtscatalogus Show and Tell: A Chronicle of Group Material uit 2010 is ook In Part chronologisch van opzet. Het boek fungeert als een tijdlijn, het medium dat het werk van Group Material en Ault zo herkenbaar maakt. Ault schrijft erover in het hoofdstuk ‘Active Recollection’: ‘Chronicles and timelines both function as narrative armatures. Both modes are linear at heart, but the informational reach of the timeline format is potentially more global as it encompasses multiple lines of inquiry and is capable of bringing seemingly incompatible information into confrontation.’ Beroemd zijn Timeline: A Chronicle of U.S. Intervention in Central and Latin America (1984), een landelijke mobilisatie van kunstenaars, schrijvers, critici en kunstruimtes als antwoord op het Amerikaanse militaire beleid in de regio, en de iconische AIDS Timeline and Democracy (1988–1989), een tijdlijn die de ontwikkeling van aids van een medische epidemie tot een culturele crisis in kaart brengt. 

Ault ontwikkelde zich tegelijkertijd als tentoonstellingsmaker en als schrijver met een geheel eigen, tegelijk elegante en provocerende vorm van kunstkritiek die afwijkt van wat men er doorgaans van verwacht. Lastig is dat ze zich profileerde als kunstenaar, maar haast geen objecten heeft afgeleverd en evenmin een solotentoonstelling heeft geproduceerd. Haar teksten en curating vervullen die rol. Het maken van tentoonstellingen, haar kunst, publicaties en activisme zijn in gelijke mate onderdeel van haar praktijk en leidden tot werk dat getuigt van haar overtuiging dat onderzoek ‘a state of unending inquiry’ is, waarbij bevindingen in verschillende vormen en met veranderende perspectieven in de tijd kunnen worden getoond. Ze maakte bijvoorbeeld in 2013 de memorabele tentoonstelling Macho Man: Tell It To My Heart in Artists Space, die volledig gebaseerd is op haar persoonlijke verzameling werk van kunstenaars die ze door de jaren heen heeft verworven. Tijdens de Whitney Biennial van 2014 werkte ze deze methode van expressief, sterk geïndividualiseerd tentoonstellen verder uit door kunst uit haar eigendom en geleende objecten te combineren. Ault heeft een samenwerkingsvorm ontwikkeld die haar de mogelijkheid geeft om in de marge van de kunstwereld te blijven, terwijl ze tegelijkertijd volledig deelneemt aan het toonaangevende intellectuele discours. ‘Julie Ault’s writing is a history of questioning, of real critical thinking’, schrijft Lippard over het belang van Aults werk in de inleiding. 

Aults kritische observaties zijn dertig jaar na Reagon actueler dan ooit. Ault daagt nog steeds de hiërarchieën uit op politiek en cultureel vlak, zo ook in dit boek. In Part is daarmee een ode aan het onorthodoxe. Door chronologische tekstfragmenten te combineren met essays en interviews weet ze de conventionele structuren van een bloemlezing te omzeilen. De even hermetische als toegankelijke fragmenten zijn hierdoor intiem en verleidelijk. Ze reiken tot in de kern van Aults ideeën, waarbij je als lezer getuige bent van de groei binnen haar kunstpraktijk en leven.

In Part: Writings by Julie Ault

Julie Ault en Nicolas Linnert (red.), voorwoord door Lucy R. Lippard

New York: Dancing Foxes Press en Galerie Buchholz, 2017

ISBN 9780998632643

Remco Torenbosch

is kunstenaar

Gerelateerd

Recente artikelen