metropolis m

Een standbeeld uit 1904 toont pater Constant De Deken die met zijn knie een donkere man met ontbloot bovenlijf tegen de grond gedrukt houdt. De missionaris richt zijn blik naar de hemel, terwijl de man aan zijn voeten knielt met samengevouwen handen, als in een smeekbede. Dit standbeeld staat op een plein in Wilrijk, een district van Antwerpen. Heeft een beeld met een dermate flagrante koloniale symboliek nog een plaats in onze samenleving? Wat moeten we ermee?

Kunstenaar Ibrahim Mahama werpt in zijn tentoonstelling On Monumental Silences, die werd ingeleid door een performance en een debat op 16 januari 2018 in Extra City, deze lastige vragen op. Mahama, die van Ghanese afkomst is en momenteel in Berlijn woont, heeft het standbeeld van pater De Deken nagemaakt in klei. Hij nodigt het publiek uit ingrepen te doen. Wat zou je het liefst met een dergelijk beeld doen of zien gebeuren? Hoewel het publiek eerst aarzelt, worden al snel suggesties verwezenlijkt. Kan de knielende persoon rechtstaan of tenminste opkijken? Iemand hakt gedecideerd de hand van de pater af (een verwijzing naar de Belgische kolonisten onder koning Leopold II die graag de handen van Congolese slaven afhakten), een andere toeschouwer kneedt zijn knie weg, zodat die het andere personage niet meer neerhoudt. Nog iemand anders besluit een miniatuurversie van het beeld te maken, de twee personages rechtopstaand. 

Het debat, geleid door curator Antonia Alampi en historicus Omar Ba, draait voornamelijk om de vraag hoe we in de hedendaagse samenleving, die bijna niet vergelijkbaar is met de samenleving van een eeuw geleden, moeten omgaan met koloniale monumenten. De organisatie DecolonizeBelgium zet zich in voor het verwijderen van straatnamen en standbeelden die verwijzen naar Leopold II of op een andere manier verbonden zijn met het koloniale verleden van België. Maar wat moeten we met deze beelden? Weghalen en verplaatsen naar een andere locatie? Naar een museum? Moet het monument vervangen worden door een kritisch ‘tegenmonument’, vanuit het standpunt van de slachtoffers, van de toekomstige samenleving, van een ideaalbeeld?  

Mahama beschrijft de confrontatie die hij ervaarde toen hij het standbeeld reproduceerde. Hij is opgegroeid met dergelijke symboliek, maar de praktische noodzaak om zich fysiek aan de materie te wijden, maakte hem woedend. ‘Waarom nemen we in een tolerante samenleving niet collectief aanstoot aan dergelijke beelden?’, is één van de vragen die Omar Ba stelde. Omdat we collectief een bepaalde beeldtaal gewend zijn of omdat we onnadenkend aan de monumenten voorbijlopen, zijn slechts enkele mogelijke antwoorden. Dat het beeld aanstootgevend en zelfs agressief is, valt echter niet te betwisten. Anderzijds zijn de ingrepen die het publiek op uitnodiging van Mahama op de versie in klei uitvoerde vaak allesbehalve onschuldig. 

Nog nooit eerder is in het debat rond koloniale monumenten de vraag waarop deze performance voor een groot deel gestoeld is gesteld: hoe voel je je als toeschouwer van een dergelijk beeld? Sommige mensen waren overduidelijk boos. Er is echter een groot verschil tussen de interventies onderling. Je kunt het beeld verwonden of aanpassen op een minder gewelddadige manier. Er wordt gepraat over de verhouding tussen destructie en creatie. Iemand stelt dat het hier gaat om een vorm van collectieve therapie. Wanneer iedereen zijn persoonlijke relatie met het beeld ter discussie stelt, kan het werkelijke debat van start gaan. De zoektocht naar alternatieve of nieuwe monumenten zou dan een soort genezingsproces inhouden. 

Vanuit een artistiek en esthetisch perspectief legt Mahama veel nadruk op de materialiteit van publieke symbolen. Het standbeeld van pater De Deken is gemaakt van brons, een heel permanent materiaal, gebruikelijk bij monumenten, dat niet alleen de tijd reflecteren, maar ook de tand des tijds moet doorstaan. Het beeld is bedoeld voor de eeuwigheid. Mahama heeft het beeld gereproduceerd in rubber, een materiaal met heel andere implicaties. Het symboliseert koloniale exploitatie. Het originele brons is koud en afstandelijk, terwijl het rubber tactiel en beweeglijk is. In de tentoonstelling heeft de kunstenaar de rubberen reproductie in rechtstreekse dialoog met een derde versie van het beeld geplaatst, van klei. Dit is de versie die tijdens de performance ingrepen van het publiek onderging. In het eindresultaat is de missionaris verdwenen en staat de donkere man rechtop. De samenleving ziet er heel anders uit dan toen het standbeeld door Jean-Marie Hérain gemaakt werd. De tijden veranderen en dat Mahama het beeld mee laat veranderen, voor de huidige samenleving, maar ook gericht op de toekomst, is een krachtig statement. 

Het project van Mahama past binnen het driejarig onderzoek dat Extra City onder leiding van Antonia Alampi, iLiana Fokianaki en Michiel Vandevelde als artistiek team voert naar burgerschap in de hedendaagse stad. Monumenten en andere kunstwerken in de openbare ruimte geven mede vorm aan de stad. Ze hebben een vertegenwoordigende functie. Burgers lopen er dagelijks langs en zien de samenleving waarin ze opgegroeid of terechtgekomen zijn gereflecteerd. Daarom is het zo belangrijk om monumenten met een andere tijdsgeest dan de onze te bevragen. 

Met een krachtige visuele ingreep probeert Mahama een gesprek op gang te brengen dat, volgens Omar Ba, in de samenleving nog niet plaatsvindt. Van belang is bovendien de nood om een gesprek op een heel algemeen niveau te voeren, terwijl de problematisering zich nu nog te vaak beperkt tot één specifiek monument of beeld. Dat is ook het geval bij deze tentoonstelling, waarin het beeld van pater De Deken als voorbeeld dient. De kunstenaar en historicus gaan hier op zoek naar een tegenmonument. Maar zetten zij zich daarmee niet evengoed vast in een deeldiscussie? 

Met On Monumental Silences klaagt Ibrahim Mahama de stilte die koloniale monumenten omringt aan. Zijn acties zijn een luide roep om bewustwording en gepaste representatie in de openbare ruimte. Kunst is in de openbare ruimte niet zonder implicaties. Een esthetische uitvoering is in dit geval drager van een politieke of ideologische boodschap. Een sluitend antwoord op de vragen die Ibrahim Mahama bij Extra City opwerpt, is er niet. De urgentie is echter duidelijk. Een evoluerende samenleving met aandacht voor gelijkheid, democratie en solidariteit wordt niet correct gerepresenteerd door een sculptuur waarin de ene persoon de ander tegen de grond gedrukt houdt. 

On Monumental Silences

Extra City, Antwerpen

27.01.2018 t/m 04.03.2018

Tamara Beheydt

schrijft over kunst, o.a. voor Glean

Gerelateerd

Recente artikelen