metropolis m

Harrison Pearce, Maladapted, 2019, courtesy Harrison Pearce & Gnyp Gallery, foto Fred Ernst

Bij het Kunstmuseum Den Haag denken verschillende kunstenaars na over wat utopisch denken inhoudt. Maar in plaats van vooruit blikken ze vooral terug, om te analyseren hoe we op dit punt terecht zijn gekomen. Kylièn Bergh bezoekt de tentoonstelling waar de toekomst net buiten handbereik lijkt.

De voortdurende grip van de markt op onze samenleving zou ontmanteld moeten worden. Nodig is een nieuwe structuur en leefomgeving die zich continu herschikt naar menselijke behoeftes. Zo stelt Constant Nieuwenhuys (bekend als Constant) het zich voor in zijn project New Babylon. Voor de geregeld bezoeker van het Kunstmuseum Den Haag is het werk niet onbekend. Vast opgesteld in de doorlopende tentoonstelling Ontdek het moderne is het een sleutelstuk in de collectie. Nu dient het als startpunt in de tentoonstelling New New Babylon: Visions for Another Tomorrow.

De toekomst verbeelden is stippen aan de horizon zetten, aldus curatoren Zippora Elders en Yasmijn Jarram. Constants New Babylon is als eerste stip toonaangevend. In het langdurige project, waar Constant van 1956 tot 1974 aan werkte, wordt een ideaal gedreven toekomstig wereldbeeld geschetst. Met maquettes, tekeningen, landkaarten, schilderijen en films verbeeldt hij een transformeerbare en grenzeloze megastructuur – losgeworteld van feodaal landbezit en bourgeois metropolen. Meer dan een stedenbouwkundig project is New Babylon een provocatie tot het hercoderen en herinrichten van de totale samenleving. Zo is werk, in Constants utopie, geautomatiseerd waardoor men zich volledig kan richten op sociale interacties en zelfontplooiing. Vrijgesteld van arbeid en maatschappelijk dienstverband komt men in contact met het creatieve en speelse zijn.

Dit utopische denken haakt naadloos aan op de modern tendens om aan techniek de rol toe te kennen van de verlosser: hetgeen dat de mensen zal bevrijden van gebondenheid aan natuurlijke noodzakelijkheid. Technische innovatie wordt gezien als de drijfveer achter sociaal-politieke progressie. Zo gezien wijst het droombeeld niet alleen op een technocratisch fata morgana, maar op een verbeeldingskracht met sociaal-maatschappelijke dimensies.

Inmiddels weten we beter ­­– helaas. Waar technische ontwikkelingen kansen bieden, zit vrijstelling van arbeid er niet in zolang ieder afhankelijk is van de inkomsten die daaruit voortkomen. Het kapitalisme blijkt moeilijker te ontmantelen dan Constant het voorstelt. Daarmee valt het idealistische droombeeld van New Babylon, evengoed als de toren bekend uit het oude testament, aan diggelen.

Middels werken van hedendaagse makers verkent het Kunstmuseum welke stippen er nu op de horizon staan. Zo worden verschillende vergezichten op de toekomst ondergebracht in vier thema’s; de stad als netwerk, systemen in beweging, voorbij de horizon en taal en verbinding.

Ondanks dat de tijdsgeest sterk is veranderend, zijn er ook parallellen. Zo vertellen de curatoren dat we nog steeds met soortgelijke vraagstukken geteisterd worden. Een aantal van de werken staan dan ook duidelijk in lijn met de koers die wordt uitgestippeld in New Babylon. Neem als voorbeeld hoe het automatisch bewegende weefgetouw van Hella Jongerius een ademende sculptuur vormt die de grenzen van het levende en ‘niet-levende’ bevraagt. Of de speels stuiterende siliconen sculpturen van Harrison Pearce die gezamenlijk een kinetische geluidsinstallatie vormen, aangestuurd door een pneumatisch geautomatiseerd systeem. Het ligt in het verlengde van Constants fascinatie voor automatisering en het dynamische labyrint. Helaas zijn niet overal de verbanden even duidelijk.

Veelal is de boventoon van de hedendaagse werken namelijk niet zo zeer het ideale vergezicht, losgekoppelde van de werkelijkheid, maar een reactie op de huidige leefomstandigheden. Veel werken zijn niet idealistisch maar reactionair. Zo wordt er met een meterslange opstelling van het Werker Collective teruggeblikt op de Nieuwmarkt demonstraties in Amsterdam van de jaren 70, verhalen gedeeld over verplaatsing en ballingschap door Sadik Kwaish Alfraji en waarschuwingen afgegeven over onze afhankelijkheidsrelatie met technologie door Carlijn Kingma. Ook schetst Jonas Staal vanuit een dystopie een nieuwe crisis leefomgeving en verbeeldt Edwin Zwakman drijvende kassenreagerend op de stijgende zeespiegel. Alhoewel de kunsten de capaciteiten hebben vooruit te blikken, ongeremd door huidige werkelijkheden zoals de curatoren in de introductiefilm stellen, biedt de tentoonstelling vooral inzichten die reageren op de fricties van vandaag de dag. De stip op de horizon ligt onder onze voeten.

Toegegeven, het valt ook niet mee om het denkgoed van een project dat zich door meerdere decennia heen heeft ontwikkeld te evenaren. Maar waar in New Babylon een vergezicht wordt voorgesteld, op basis van een synthese tussen technologie en sociale ontwikkelingen, blijft het in de tentoonstelling vaak gissen naar wat de werken betekenen voor de mens van morgen. Toch is het bieden van een vergezicht belangrijk. Idealisme is niet naïef maar biedt een toekomstbeeld dat gedeeld en nagestreefd kan worden. Dat de tentoonstelling rekenschap geeft dat het utopisch ideaal van Constant versplintert en werken laat zien die vanuit een eigen tijd reflecteren, is prima. Maar dat het idealisme achterwegen blijft, in het verbeelden van onze gedeelde toekomst, is een gemis. Reagerend op maatschappelijke onrust, ballingschap, woningnood, oorlog en klimaatverandering zijn de stippen op de horizon eerder brokstukken van een utopie.

Veel werken zijn niet idealistisch maar reactionair

Hoewel de kunstwerken prikkelen, biedt de tentoonstelling daarmee niet de stippen op de horizon die het voorstelt: idealistische vergezichten. Van de hoofdlijn, het samensmelten van technologische innovatie en de verbetering van onze leefomstandigheden zoals verbeeld in New Babylon, blijft weinig overeind. Jammer, want het zetten van een stip op de horizon is geen afzonderlijke daad. Gezien de toekomst gedeeld wordt kent de verbeeldingskracht een sociaal-maatschappelijke dimensie. Het verbeelden van een ideaal is dan ook cruciaal voor het verzorgen van de hoognodige versmeltingen in onze gepolariseerde samenleving. Een rol voor de curatoren en kunstenaars van onze tijd, pur sang.

De kunstwerken zetten aan tot reflectie en laten zien dat het museum, na een aantal publiekstrekkers, bereid is aandacht te schenken aan meer maatschappelijke dimensies van de kunst. Maar wie zoekende is naar een idealistisch vergezicht, kan beter zelf een stip op de horizon zetten.

De tentoonstelling New New Babylon loopt nog tot en met 31 augustus 2025 bij Kunstmuseum Den Haag

Kylièn Bergh

is cultuurwetenschapper en doceert aan de Koninklijke Academie Beeldende Kunsten in Den Haag en Universiteit van Amsterdam.

Gerelateerd

Recente artikelen