Wat was er eerst? — Clara Spilliaerts My Sister is Pregnant in Kunsthal Gent
In de minimale solopresentatie My Sister is Pregnant verbindt Belgisch-Japanse kunstenaar Clara Spilliaert twee opvallende personages: haar oudere zus die in december een eerste kindje zal verwelkomen en een eend die gelijktijdig een negeneiig nest uitbroedt. Het resultaat is een bedachtzame presentatie die het overlappen van leven, dood, vruchtbaarheid en verval, met zorg en terughoudendheid toont — de ene cyclus bestaat namelijk niet zonder de andere.
Als een groep vreemde waterspuwers wacht 1ste tot 8ste Maanden (2024) je op aan de overkant van de houten loopbrug die het tentoonstellingspaviljoen KGH#3 met de rest van Kunsthal Gent verbindt. De acht traanvormige, keramieken sculpturen hangen in een nette rij aan de muur en delen allen dezelfde ambiguïteit: van voren doen ze denken aan borsten waarvan de tepels ontsproten zijn tot vogelkoppen met scherpe snavels; vanaf de zijkant bekeken, transformeren de borsten in onschuldige beeltenissen van een kortnekkige vogelsoort. Naarmate je de beeldenrij afwandelt valt het op dat ze niet enkel van licht naar donker gerangschikt zijn, maar dat de vogelkoppen steeds rechter op gaan staan en dat hun snavels steeds wijder gespreid zijn. Zoals de titel 1ste tot 8ste Maanden verraadt, zijn deze subtiele veranderingen geen toeval. Elk beeld vertegenwoordigt namelijk een fase, een maand, van een zwangerschapscyclus.
Het conceptuele ei voor My Sister is Pregnant werd gelegd toen Clara Spilliaert een broedende eend opmerkte aan de oever van het Gentse Citadelpark. De vogel, gebogen over een nest met negen vaal gekleurde eieren, deed Spilliaert denken aan haar oudere zus die, in een huis nabij het park, aan haar eigen reis naar ouderschap was begonnen. Spilliaert ontwikkelde een indringende fascinatie voor de vogel en bezocht haar dagelijks. Ze observeerde hoe de eend geduldig in haar nest rondhing, een gedraging die Spilliaert ook in haar zuster herkende. Terwijl ze de eend steeds opnieuw bezocht, versterkte de band tussen de twee ‘zwangerschappen’ in Spilliaerts gedachten. Haar verbazing toen ze op een dag de eend een van haar eieren in haar snavel zag nemen en die in één hap doorslikte, is dan ook verstaanbaar
My Sister is Pregnant is een meditatie over deze twee verschillende doch parallelle moeders. De verwantschappen tussen de twee staan centraal in zowel 1ste tot 8ste Maanden als 9de Maand (2024), een muurschildering in kleipoeder, met sculpturale elementen uit keramiek. In dit fresco-achtige schilderij worden Spilliaert en haar zus schetsachtig en naakt afgebeeld. De langere figuur (de oudste zus) heeft kort zwart haar en staart met samengeperste lippen voor zich uit. De kleinere figuur heeft lichter haar en kijkt naar haar zus, de tentoonstellingsruimte negerend. Waar de borst van de oudste figuur zou moeten zijn, hangt een sculptuur die lijkt op die van 1ste tot 8ste Maanden. De vogel/borst rust in een gedetailleerd geschilderd nest van goudkleurig riet. Haar donkere snavel hangt open terwijl ze zich buigt naar een donkerrode, boeketachtige figuur die bestaat uit drie kuikenkopjes met zwarte kraaloogjes. Het vogelboeket is voor het schaambeen van de oudste zus geplaatst en wordt op zijn plaats gehouden door de uitgestoken hand van de jongste zus. De rode tint van de kuikens komt terug in drie subtiele druppels menstruatiebloed die onder de jongste figuur geschilderd zijn, wat aangeeft dat ze, in tegenstelling tot haar zus, niet zwanger is.
My Sister is Pregnant is een meditatie over deze twee verschillende doch parallelle moeders.
9de Maand brengt een ogenschijnlijk eenvoudige en zelfs kinderlijke tekening samen met elementen die het best kunnen worden omschreven als onbehaaglijk. Dit kan als kenmerkend voor Spilliaerts praktijk worden beschouwd: een vormelijke liefelijkheid die een zekere hardheid zowel verhult als beaamt. Hoewel de pastelkleuren, de zachtheid van de penseelstreken en de intimiteit tussen de figuren herinneren aan kinderboeken — “Er was eens een eend, een zus, een ei en nog een zus”— wijzen de opgelegde vogels met hun scherpe snavels en de focusloze blik van de twee vrouwen eerder op een viscerale belevenis die allesbehalve kinderspel is. Dit is geen betoverend sprookje zoals verteld door Disney, maar een fabel die rechtstreeks uit de pen van de gebroeders Grimm lijkt te komen — een verhaal bepaald door bloed, vlees, twijfel en volharding.
Deze grimmigheid wordt voortgezet in het aangrenzende werk; het toepasselijk getitelde Moeder Eend (2024). Deze keramieken sculptuur bestaat uit een gebolde, lichtgrijze ondergrond waaraan een lichtroze sculptuur is bevestigd die een tweekoppige vogel voorstelt. Moeder Eend is duidelijk ingegeven door de kannibalistische scene die Spilliaert enkele maanden voorheen in het Citadelpark bijwoonde; het moment waarop de eend een van haar onuitgekomen jongen opat. De onderste vogelkop is uitgestrekt en houdt een wit, gepolijst ei in haar snavel. Dit contrasteert met de bovenste kop, die het moment toont dat de vogel het ei doorslikt. Haar snavel is, doch open, nu leeg. In plaats daarvan is een vreemde, eivormige bobbel zichtbaar te midden van de lange nek. We zijn getuigen van het moment waarop het potentiële nieuwe leven in het lichaam van het dier verdwijnt.
Moeder Eend is een uiting van zowel wreedheid als vruchtbaarheid. Het bevraagt in hoeverre ouderschap niet eigenlijk altijd gepaard gaat met pijn en destructie. Zoals de titel onthult, houdt Moeder Eend namelijk niet op met moeder zijn nadat ze haar ei opeet. Integendeel: door het ei op te eten slaagt het dier erin te overleven en de moeder te worden van de kuikens die wel zullen uitkomen. Zoals Spilliaert in de tentoonstellingstekst verwoordt: het is ‘een ultieme handeling van zelfzorg en autonomie.’ Bovendien wordt het, wanneer je de sculptuur vanaf een afstand bekijkt, duidelijk dat de tweekoppige figuur een menselijk, biologisch vrouwelijk voortplantingssysteem uitbeeldt, waarbij de nekken en hoofden de eierstokken en eileiders zijn, en de samengevoegde lichamen geïnterpreteerd kunnen worden als een baarmoeder.
Het belang van zelfbeschikkingsrecht wordt echter niet enkel verbannen tot het vogelrijk. In de kleine white cube die het paviljoen in tweeën deelt, staat maar één werk. Morning After Fontein (2017/2024) bestaat uit een lage, roestvrijstalen balk, waarop een feloranje pillenvel van een NorLevo morning-afterpil in een poel helder water drijft. Normaal ligt er in het midden van het pillenvel een eenzame witte pil, maar hier groeit er een boomachtige metalen structuur uit, die bestaat uit één rechtopstaande buis en vijf haakvormige tubes die afwisselend waterdruppels in het bassin lossen. Hoewel de metalen en de roestvrijstalen basis een agressieve toon geven, dient Morning After Fontein zich als overweldigend kwetsbaar aan. Dit is niet de opwaartse stuwkracht of ornate uitwerking die gewoonlijk met fonteinen wordt geassocieerd. In plaats daarvan is het klein, stil en haast introspectief.
Het verschil in materialen en de afgezonderde plaatsing van Morning After Fontein ontspringt het narratief dat buiten de white cube plaatsvindt. Dit is geen viering van vruchtbaarheid, zwangerschap of de onverwachte parallellen die kunnen bestaan tussen twee verschillende diersoorten. Geïsoleerd van de andere werken, toont Morning After Fontein een alternatief verhaal, een dat gaat over een zwangerschap die onderbroken wordt. Het toont een bewuste beslissing die wordt verwerkt door de onzichtbare mechanismen van het lichaam. Net als Moeder Eend, materialiseert Morning After Fontein een moment van agency en zelfbescherming dat wordt uitgevoerd door een potentiële ouder; om zo ruimte te maken voor hun eigen leven.
My Sister is Pregnant is een gevoelige en meditatieve tentoonstelling, die uiting geeft aan Spilliaerts vragen rond vruchtbaarheid, keuzevrijheid en verantwoordelijkheid: Wat betekent het om (niet) voor een kind te kiezen? Wat betekent de zwangerschap van een naaste? Wat betekent het om deze kinderwens te ondersteunen, zelfs als die verschilt van je eigen toekomstbeeld? Wat maakt het ouderschap van een niet-menselijk dier zo anders dan die van een mens? Het zijn vragen waar Spilliaert geen eenzijdig of dogmatisch antwoord op formuleert, maar wel mee worstelt. Met de werken die ze in My Sister is Pregnant toont, lijkt ze het brede veld aan grijswaarden te tonen dat tussen elk radicaal antwoord in kan zitten. Dierlijke en menselijke attributen worden met elkaar versmolten, zwangerschap wordt naast menstruatie getoond en ouderschap wordt gepresenteerd als de evenknie van kinderloosheid: het gaat Spilliaert niet om een hiërarchie tussen extremen, maar om de manieren waarop deze extremen met elkaar verwoven zijn.
Ondanks de individualiteit van Spilliaert’s unieke beeldtaal en de verwijzingen naar haar standpunten over reproductieve rechten, herinnert My Sister is Pregnant aan een veelheid van culturele referenties. Spilliaert ‘citeert’ hierbij niemand uitdrukkelijk, maar teert eerder op onze collectieve vertrouwdheid met bepaalde beelden en verhalen. Van sprookjes waarin kinderen vervloekt worden en in allerlei soorten vogels veranderen (zelf dacht ik meteen aan Het zwanenmeer), tot kunsthistorische klassiekers, zoals Francisco José de Goya y Lucientes’ invloedrijke Saturno Devorando a Uno de Sus Hijos (1823) waarin de mythologische Chronos zijn kinderen met wijd opengesperde ogen en mond zijn kinderen oppeuzelt of Francois Boucher’s expliciete Le Cygne (1740), tot Bijbelse verhalen over zelfopoffering waarin een pelikaan zijn borst tot bloedens toe open krabt om zijn kuikens te voeden. Spilliaert dient zich aan als een oplettende en empatische maker die potentiëel ziet in alles wat haar omringt — het lichaam, haar zus, het park, de eend, het ei.
My Sister is Pregnant is nog tot 29 december te zien in Kunsthal Gent
Paula Rodríguez Sardiñas
is kunsthistorica, schrijver en redacteur