metropolis m

Aaron Amar Bhamra en Céline Mathieu, ‘Fugue,’ Jester Genk. Image(s) by vandenbussche-vandenbossche.

In de Genkse ontmoetingsplek Jester, treden kunstenaars Aaron Amar Bhamra en Céline Mathieu voor het eerst in dialoog, resulterend in de duotentoonstelling Fugue. Koi Persyn, die er sinds 2023 artistiek leider is, verhaalt over de ambities van de relatief jonge kunstorganisatie. ‘We willen dat de bezoekers niet alleen naar kunst kijken, maar dat ze de ruimte beleven, de objecten voelen, en een nieuwe betekenis ontdekken in het alledaagse,’ vertelt Persyn terwijl hij Ive Stevenheydens door Jester en de tentoonstellingen gidst.

De reden waarom de Oostenrijkse Aaron Amar Bhamra (°1992) en de Belgische Céline Mathieu (°1989) in de tentoonstelling Fugue zijn samengebracht, gaat verder dan de visuele overeenkomsten in hun werk. Beide kunstenaars nemen diverse rollen op zich als cultuurwerkers, waardoor hun praktijken fluïde en ongrijpbaar zijn. Bhamra komt uit de architectuur en muziek, en Mathieu is performer, onderzoeker en schrijver. De kunstenaars zien de tentoonstellingsruimte als een compositie die herhaaldelijk betekenis krijgt. Bij de opzet van de tentoonstelling werd zelfs de ingang van Jester verplaatst naar de centrale hal. Dit soort praktische ingrepen keren vaak terug in de tentoonstelling. 

Koi Persyn, die sinds een dik jaar het centrum artistiek leidt, vertelt over de ambitie van Jester en de rol die de relatief jonge organisatie speelt binnen het bredere kunstlandschap. ‘De ruimte zelf is geen neutrale, passieve omgeving; ze is een actieve deelnemer in de betekenisvorming van het werk. De tentoonstelling Fugue vormt een verkenning van de relatie tussen objecten, hun betekenis, en de manier waarop deze betekenis zich ontvouwt in de context waarin ze gepresenteerd worden.’

De werken van Bhamra en Mathieu gaan diep in op het concept van repetitie en variatie. De naam Fugue, roept associaties op met muziek, en vooral met de fuga, waarin muzikale thema’s zich herhalen alsook transformeren. In deze tentoonstelling vormen de werken van beide kunstenaars een dialoog, waarbij herhalingen, resonanties en veranderingen elkaar afwisselen, zonder dat er een definitieve betekenis wordt gegeven. Persyn: ‘De objecten in de tentoonstelling zijn geen statische entiteiten. Hun betekenis evolueert en is afhankelijk van de manier waarop ze worden waargenomen. Bhamra’s en Mathieu’s nieuwe werken nodigen uit tot een langdurige, reflectieve benadering. De herhaling die in de werken aanwezig is, weerspiegelt de manier waarop wij, de toeschouwers, ook continu proberen betekenis te extraheren uit wat ons omringt, en hoe deze lezingen zich steeds opnieuw kunnen aanpassen. Fugue stamt ook af van het Latijnse woord voor ‘vluchten.’ Die psychologische toestand komt hier ook terug.’

Jester is in 2021 ontstaan uit een fusie van twee Limburgse organisaties, CIAP uit Hasselt en FLACC (Genk). Persyn: ‘Dit maakt Jester een van de jongste organisaties binnen het kunstlandschap, maar tegelijkertijd ook een van de oudste, aangezien CIAP al sinds 1976 in Limburg actief is en FLACC sinds 1986. In 2026 viert Jester dus een drievoudig jubileum: 50 jaar CIAP, 40 jaar FLACC en 5 jaar Jester.’

Bij de fusie zijn de ontwikkelings- en presentatieactiviteiten van beide organisaties samengebracht. ‘Sinds ik een dik jaar geleden als artistiek leider bij Jester ben begonnen, heb ik geprobeerd deze twee pijlers dichter bij elkaar te brengen en meer met elkaar te verbinden. We bieden drie keer per jaar gratis tentoonstellingen aan, waarbij we telkens twee kunstenaars samenbrengen die elkaar niet kennen. Deze kunstenaars treden gedurende een half jaar met elkaar in dialoog en ontwikkelen nieuw werk, ofwel bij ons of in hun eigen atelier.’

Ofschoon Bhamra en Mathieu elkaar en elkanders werk niet kenden, zagen Persyn en zijn team interessante overlappingen: ‘Voor Bhamra is het idee van herhaling een manier om het geheugen en tijd te onderzoeken. Zijn werk speelt vaak met de spanning tussen het dagelijkse en het transcendente, waarbij het alledaagse object een symbolische waarde krijgt. Daardoor creëert hij een soort cirkelbeweging, waarin de objecten niet statisch zijn, maar zich voortdurend aanpassen, net zoals ons begrip van de wereld.’

'De herhaling die in de werken aanwezig is, weerspiegelt de manier waarop wij, de toeschouwers, ook continu proberen betekenis te extraheren uit wat ons omringt'

‘Mathieu’s werk vertrekt vaak ook vanuit alledaagse objecten, maar haar benadering is meer gegrond in relationele transacties en de context waarin deze zich bevinden. Een belangrijk werk in Fugue is Bekken (2025), een oude stalen bak die gebruikt werd om metaal in af te koelen na het lassen. De bak maakte ooit deel uit van een van de ateliers van FLACC toen de organisatie nog in het casion van de ex-mijnsite van Waterschei huisde, aan de andere kant van Genk. Mathieu is geïnteresseerd in de vergeten verhalen die objecten als een afkoelbak mogelijks kunnen vertellen. Ze probeert het – al dan niet collectieve – geheugen dat er in besloten ligt opnieuw te ontsluiten.’

Lucht is ook een rode draad in de tentoonstelling, hetgeen zich vervlecht met de geschiedenis van Genk. Persyn:  ‘Genk stond bekend om zijn superieure luchtkwaliteit. Daardoor werd de plaats in de negentiende eeuw een kuuroord dat perfect geacht werd voor aërotherapie. De priester en natuurkundige Sebastian Kneipp richtte er het eerste sanatorium van België op om longziekten te behandelen. Ook kunstenaars zochten toevlucht in het dorp. Céline Mathieu verwijst met haar werk naar deze deels vergeten geschiedenis. Voor het werk Kneipp (2025) werkte ze samen met Charlotte Fexer die voor de architecturale inventaris voor erfgoed foto’s maakte van de directeurswoning van het Kneipp-sanatorium in de wijk Bokrijk. In combinatie met tekst reikt het werk een herontdekking aan van een lokale geschiedenis. Lucht heeft in Genk naast een positieve connotatie ook een negatieve betekenis. Zo was er in de mijnen, waar deze site zich op bevindt, een gebrek aan schone lucht en leden mijnwerkers aan stoflong en andere aandoeningen. Daarop gaat Mathieu eveneens in met het werk Miners’ Breakfast (2024):  3D-geprinte bier- en whiskeyglazen imitaties die  gevuld lijken met de respectievelijke dranken en rauwe eieren.’

De reacties van het publiek zijn volgens Persyn gemengd maar uitgesproken ‘en dat is precies wat we wensen. We willen dat de bezoekers vertragen, gedesoriënteerd raken en zelf op zoek gaan naar verbanden. Ons doelpubliek gaat over de landsgrenzen heen – Maastricht en Aken liggen dichterbij dan Brussel. Maar we liggen midden in een woonwijk en houden nauwe contacten met onze buren en verbinden ons zo ook enorm op het lokale niveau. Ik heb het gevoel dat Limburgse organisaties de laatste jaren een flinke doorstart maken met een scherpe profilering en programmering. Jester wil overigens ook de drempel laag houden. Zo vormt de audiogids – geen droge theoretische uitleg, maar een persoonlijke, poëtische tekst van Mathieu zelf –  een belangrijk onderdeel van deze tentoonstelling. Het versterkt de associatieve ervaring van Fugue en maakt het traject en de beleving emotioneel en sensueel. Ook geur en geluid zijn subtiel aanwezig in de ruimte doch dragen in belangrijke mate bij aan de atmosfeer die in de tentoonstelling hangt.’

Jester biedt in Limburg een unieke ruimte voor experiment, reflectie en productie. Persyn benadrukt dat het niet alleen gaat om de producten die de kunstenaars maken, maar om het proces van hun werk en de ruimte die geboden wordt om dat proces zichtbaar te maken: ‘We reiken een platform aan voor kunstenaars die hun eerste stappen in een institutionele context willen zetten of nieuwsgierig zijn om zich in de Limburgse situatie te verdiepen, alsook voor kunstenaars die niet eerder in België exposeerden. De kunstenaars worden gestimuleerd om met elkaar in dialoog te treden, zowel op artistiek vlak als op productioneel vlak. Dit wordt versterkt door de residenties die gekoppeld zijn aan de tentoonstellingen, waar kunstenaars vooral tijd krijgen om te reflecteren, en daartoe gebruik kunnen maken van vier werkplaatsen.’

Als ik naar de toekomst van Jester peil, is het duidelijk dat Persyn de ambities van de kunstorganisatie verder wil uitbreiden. ‘Onze rol is niet alleen om kunstenaars een plek te bieden, maar ook om een breed platform te creëren voor samenwerking en kruisbestuiving tussen verschillende kunstdisciplines en culturele praktijken,’ zegt Persyn. ‘Jester wil zijn rol als actieve speler in het Europese kunstlandschap verder versterken, door zich te concentreren op het verbinden van lokale en internationale kunstpraktijken. Het doel is om een brug te slaan tussen verschillende kunstwerelden, waarin experiment en dialoog centraal staan.’

De tentoonstelling Fugue is tot 11 Mei te zien bij Jester Genk

Ive Stevenheydens

is curator en schrijver

Gerelateerd

Recente artikelen