metropolis m

Bij het woord ‘taal’ komen de figuren van letters in ons op, of het geluid van klanken. Sanne van Balen verwondert zich over de alternatieve vormen die taal kan aannemen in de kunst, in een spreken dat zich niet eenvoudig laat verwoorden. Naar aanleiding van het boek Imaginary Languages van Marina Yaguello, reist zij langs verschillende kunstenaars die de vorm van taal heruitvinden in hun werk.

Onlangs herlas ik Imaginary Languages (2022) van Marina Yaguello in de vertaling van Erik Butler. De ondertitel luidt: Myths, utopias, fantasies, illusions, and linguistic fictions. Voorbij de mythes zoekt Yaguello, na de toren van Babel, naar de bron van taal. Beginnend bij dat hardnekkige idee van één universele moedertaal voor alle talen, eindigend met dat taal een adaptief systeem is en geen lijst van namen. Yaguello maakt maar al te duidelijk dat taal een vorm heeft en bedacht is. Ook Elventalen, Esperanto en pidgins. Haar boek inspireert me uit te zoeken hoe taal vorm geeft, welke vormen taal heeft en hoe kunstenaars hiermee omgaan.

In Imaginary Languages lees ik hoe je plezier kunt hebben met taal. Yaguello beschrijft wat de gemiddelde taalgek, of zoals Umberto Eco het noemt: glosso maniacs, drijft tot het creëren van geheimschriften, talen voor niet-menselijke entiteiten of universele talen. ‘The creation of a universal language often rests on nostalgia for the primal tongue. What inspires its inventors, then, is the quest for a lost paradise(…) their efforts are geared toward society. [They] want to escape the standing social consensus on which language is based.’ (p. 19) Hoewel Yaguello de glosso maniacs beschrijft als excentriekelingen, maakt ze niemand belachelijk, ze bewondert hen in hun poging als een soort god te handelen. Want met creatie begint het, bijvoorbeeld het evangelie van Johannes in de Bijbel: ‘In het begin was het woord en het woord was bij God, en het woord was God. Door het woord is alles ontstaan en zonder het Woord is niets ontstaan van alles wat bestaat’. (Johannes 1: 1-18) In het scheppingsverhaal heeft taal een vormende kracht, door te schrijven of zeggen dat iets er is, ontstaat het. Dus taal geeft vorm.

Yaguello ziet die menselijke wens nieuwe talen te creëren, of grip te krijgen op het ontstaan van talen, als een daad van liefde, maar ook als het ageren tegen een heersende orde en het bieden van een alternatief. Het Esperanto is daarin een voorbeeld, vormgegeven zonder hiërarchie, als een inclusief systeem. In het Esperanto zijn er geen bevoorrechte moedertaalsprekers omdat iedereen uit alle culturen op een gelijkwaardige manier met elkaar kan communiceren. Het is de wens voor vrede en wereldburgerschap, vormgegeven in taal. 

Al jaren ben ik een verzamelaar van woorden die hun eigen vorm benoemen. Denk aan: golfplaat, pijlstaartrog, vierkant, zwanenhals. Fascinerend aan deze woorden is dat ze hun eigen vorm zijn. Yaguello bestrijdt Saussures principe dat ‘het teken’ arbitrair is, de hoeksteen van moderne linguïstiek. Bedoeld wordt dat er geen correlatie is tussen woord(beeld) en betekenis. Yaguello twijfelt daaraan, net zoals ik dat doe wanneer ik het woord golfplaat zie en taal zichzelf vrij letterlijk zowel ter discussie stelt als bevestigt.

Ik vroeg aan mijn vrienden welke vorm taal voor hen heeft en ik kreeg de meest uiteenlopende antwoorden, van ‘uilenbal’ tot ‘een nevel op ooghoogte’. In de literatuurwetenschap leer ik taal  te zien als een boomstructuur, als een systeem dat zich vertakt en vertakt en vertakt. Die boom is mooi gekozen door die linguïsten omdat het juist door beeld te gebruiken de eigen structuur toelicht.

Over het algemeen hanteren we een alfabet gebaseerd op klanken. Spraak kunnen we horen en wie het zichtbaar wil maken, gebruikt het schrift. Dit gebeurt moeiteloos, omdat de meeste uitingen gaan over hun betekenis. Niet over hun klankvorm. Wanneer het wel om de klankvorm gaat, moeten we uitwijken naar het fonetische schrift dat voor elke klank een ander teken kent. Hoewel ons gewone schrift al uit klankreeksen achter elkaar bestaat, geeft fonetisch schrift nog nauwkeuriger de uitspraak van een taal weer. Zoals met onomatopeeën, dat zijn prachtige voorbeelden van hoe taal de klank nabootst.

Meestal roept taal een beeld op, zonder dat zelf te zijn. Maar wanneer het om woorden als plateauzool, lampenkap of lichtslang gaat, wordt het wat mij betreft diffuus. Minder arbitrair. Alsof de wereld de taal begint te beschrijven in plaats van dat de taal de wereld beschrijft.

Schaduwschrijven

Hoewel in de beeldende kunst vaak verwezen wordt naar beeld, is kunst meestal zelf beeldend. Vooral wanneer kunstenaars aan de slag gaan met taal, wordt het voor mij spannend. Elke vormklankdichter is schatplichtig aan Guillaume Apollinaire en Paul van Ostaijen. Welke vorm kiezen beeldend kunstenaars van nu? Hoe gaan ze om met die relatie tussen vorm en inhoud?

Iemand die ik dat op een eigenzinnige wijze zie doen, is Nomin Zezegmaa met haar werk Writing without writing (shadow-writing). In haar kalligrafische en zwierende handschrift tekent ze alsof ze woorden schrijft. Ze gebruikt de structuur van schrijven, hoe een zin bestaat uit losse zinsdelen, en past die vervolgens toe op haar installaties en land-art. Haar werk krijgt zo een linguïstische structuur zonder direct gebruik te maken van geschreven of gesproken taal. Het lijkt wel alsof ze taal een nieuwe vorm geeft zonder daar de taal zelf voor te gebruiken. Ze schildert haar handschrift op rotsachtige of weidse vlaktes in Mongolië, als ware het een eeuwenoude, ongrijpbare inscriptie. Zo gaat ze een gesprek aan met lokale taal, plaats en betekenis. Door culturen met hun geschiedenis en toekomst te verweven, nodigt ze ons uit om de wereld zoals we die kennen opnieuw tegemoet te treden. Door te schrijven zonder te schrijven. Door te zeggen zonder te zeggen. 

Ik herinner me nog goed haar afstudeerwerk aan de Gerrit Rietveld Academie: een presentatie van handgemaakte en enorm dikke (maar lege) boeken. Dit werk raakt aan het erkennen van de paradox tussen het eurocentrisch mechanisme van bewaren, distribueren en het gebruiken van boeken als hagel tegen die ‘andere’, meer fluïde overdracht van algemene kennis via orale traditie en storytelling. Haar werk probeert te wijzen op deze ambiguïteit zonder letterlijk te zijn. 

Voor een recenter werk, The Mirror of my Tongue, then the Tongue is the Soul, kiest ze negen kalligrafische symbolen die wisselen tussen het zijn van een teken en tekening. Zezegmaa spiegelt haar publiek een dubbelzinnige reflectie voor over het verschil tussen taal en schrift. Ze wil de kalligrafische symbolen ontdoen van hun gerationaliseerde grammatica, en taal optillen tot voorbij de taal zelf. Het woord handschrift krijgt in de praktijk van deze kunstenaar een nieuwe betekenis: die van de vrijstaande vorm.

Swipen

De keuze voor kalligrafie in combinatie met logogrammen van Zezegmaa bracht me op een moderner equivalent: swipen. Schilder Ronald Boom gebruikt tekst-swipes als uitgangspunt voor zijn schilderijen. Hij vertelt me dat hij vroeger in zijn dagboeken al een zelfverzonnen geheimschrift hanteerde. Zijn fascinatie voor vormalternatieven van tekst, waarin betekenis omzeild of verhuld wordt, vind ik terug in zijn schilderijen. De tekst-swipes die hij creëert, refereren aan hoe tekst wordt ingevoerd op een mobiele telefoon zonder de vinger van het toetsenbord te halen (swipen). Dit genereert een patroon dat hoort bij het woord dat getypt wordt. Deze manier van tekst invoeren zorgt ervoor dat elk woord, naast betekenis, ook een logogram-achtige vorm heeft. Deze vorm is niet per se herkenbaar op zichzelf, maar wel voor wie swipet. Boom schilderde bijvoorbeeld de vorm van de swipe van het woord ‘erwtensoep’ waaroverheen hij dan ook nog een blik erwtensoep schilderde. Swipen is voor hem als schilderen, een vloeiende lijn met een penseel kan als een vingerstreek op een touchscreen ogen. Boom creëert op een bijna illustratieve manier een spel tussen woordbeeld en woord, zonder de betekenis volledig uit het oog te verliezen.

Het valt me op dat deze kunstenaars, hoewel ze taal in hun werk omarmen, de bijbehorende semantiek op afstand houden. Het semiotische loskoppelen van betekenis zie ik ook bij andere kunstenaars terug. En niet alleen in geschreven taal. Alsof de betekenis van de woorden in het oproepen van het beeld toch in de weg staat bij het creëren van het kunstwerk. 

Luister maar eens naar de opname van Naomi Credé die ze maakte in opdracht van Ja Ja Ja Nee Nee Nee Radio. Credé onderging een aantal sessies met een stemcoach om te onderzoeken welke vorm haar stem aan taal geeft. Ze gebruikt de mond als een vehikel voor haar onderzoek, wat resulteert in het dertien minuten durende audiowerk Gurgling gargoyles gobbling goblins. De stem in de opname herhaalt klanken, gedachten en zogenoemde tongtwisters als: Moist membranes mouth mothertongue. Het werk is een aaneenschakeling van uitprobeersels, vragen en geluiden. Het vormgeven van taal wordt hier onderzocht in de mond. Ook Credé laat de betekenissen van al haar uitgesproken taaluitingen wat links liggen. Misschien moet ik ze niet eens zien als taal, maar als klanken die refereren aan woorden uit een taal die ik toevallig versta. Zo toevallig als het horen van de opsomming: bittersweet, sour, sweet, savory

Het ‘bittersweet’ brengt me terug naar een presentatie van Liza Prins in Kunsthuis Syb, die ik afgelopen jaar zag. In de achterkamer hingen mp3’s met stemopnames van Prins die niet alleen het voor haar onbekende Fries aftastten, maar ook de poëzie van Tiny Mulder. Daaronder was ook het bekende gedicht Bitterswiet te horen. Bitterswiet is een woord dat we, als we het aan Tiny Mulder koppelen, al sinds de jaren veertig heel goed kunnen gebruiken om de werkelijkheid te duiden. Prins onderzocht of we het gebruik van het Fries in Mulders poëzie kunnen analyseren als een vorm van verzet. Er is lang een gevoel van machtsverschil geweest tussen het Fries en het Nederlands.. Het Fries was bijvoorbeeld niet de officiële taal voor in de rechtszaal. Door iemand in het Nederlands aan te spreken kon je een machtsverschil benadrukken. Hoewel Mulders poëzie tegen de context van de Tweede Wereldoorlog geïnterpreteerd kunnen worden, sprak ze zich nooit uit over enige vorm van verzet.

Waar Mulder zich wel over uitsprak, was hoe het Fries zich leende voor poëzie. Niet alleen vanwege de mooie klanken, waar haar liefde voor de taal ligt, maar omdat die taal vooral een gesproken taal is. Mulder gebruikte het omdat haar poëzie bedoeld was om gereciteerd te worden. Het Fries is dan een voor de hand liggende keuze, omdat juist die taal zo zwaar op een orale traditie leunt.

Prins begon Mulders gedichten te reciteren zonder zelf enige kennis van het Fries te hebben. In Prins’ publicatie die binnenkort verschijnt, schrijft ze hoe deze oefening in het gebruiken van een taal haar toch een gevoeligheid gaf voor de betekenis van de woorden die ze haar mond liet vormen. Dat verrast me. Betekenissen zijn misschien toch dichterbij dan gedacht? 

Prins schrijft tot slot: ‘However, many know that if you don’t define your work, others will.’ De hierboven besproken kunstwerken definiëren als een vorm van taal is misschien juist waar ze aan proberen te ontsnappen. Want het is geen taal. Het is kunst. Precies daar begint de verbeelding, daar waar het een beetje nevelig wordt en de ruimte voor je eigen invulling begint. 

Ik denk terug aan al die suggesties die mij werden gedaan over welke vorm taal heeft. Van zwembad en water tot blob en die nevel op ooghoogte. De eigenaar van dat laatste idee omschreef het mij als volgt: ‘Die nevel hangt er altijd. Het is een nevel omdat taal ongrijpbaar is. Het is wel vorm te geven door bijvoorbeeld met je armen te zwaaien of te blazen. De nevel bevindt zich op ooghoogte omdat je er doorheen kijkt en de vorm van de nevel op dat moment bepaalt hoe je de wereld ziet. Van alle kanten ziet de nevel er weer anders uit, en als ik met jou wil communiceren moet ik me steeds verplaatsen in jouw perspectief en me afvragen of de nevel er al uitziet zoals ik bedoel’.

Dat komt misschien wel in de buurt. De vorm van taal is als een draaideur, vloerbedekking, paginagroot.

Sanne van Balen

Gerelateerd

Recente artikelen