metropolis m

Liliane Lijn, ‘Liquid Reflections’ (1968), installatie bij STUK, Huis voor Dans, Beeld en Geluid. Foto Kristof Vrancken

Het jaarlijkse kunstenfestival Artefact in Leuven biedt dit jaar een rustpunt in de rusteloosheid van de wereld, met kunst die troost en ontroert. Sander Bortier ging kijken en is onder de indruk van het werk van de zestien deelnemende kunstenaars.

At the still point of the turning world is een strofe uit het gedicht ‘Burnt Norton’ (1936), waarin de befaamde dichter T.S. Eliot het leven beschrijft als een opeenvolging van momenten, waarbij enkel het huidige moment er toe doet. Bij STUK, een Leuvens kunstencentrum dat gehuisvest is in een voormalig scheikundelaboratorium, vormt het nu de titel van een groepstentoonstelling. Te midden van alle onrust in de wereld willen curatoren Zeynep Kubat en Karen Verschooren met de expositie een poëtisch rustpunt creëren. Dat mag dan dromerig klinken, voor de samenstellers is het ernst: juist in tijden als deze is troostende kunst en poëzie essentieel. Het curatorenduo noemt ook Audre Lorde, die poëzie een politieke, verbindende en genezende kracht toeschreef en het belang van het erkennen en kanaliseren van woede benadrukte.

In een meditatieve tentoonstelling als deze verwacht je misschien veel kleine, in zichzelf gekeerde kunstwerken, maar bij aankomst in STUK blijkt niets minder waar. Verspreid over vijf verdiepingen tonen de 16 deelnemende kunstenaars, waaronder zowel vertrouwde als opkomende namen, hoe zij in hun zoektocht naar rust en veerkracht juist om zich heen kijken. Ze richten zich op de gemeenschap, op intergenerationele verhalen en cultuur en maken grote, weerbarstige en beeldschone kunst die soms haast kosmologische proporties aanneemt.

Het curatorenduo noemt ook Audre Lorde, die poëzie een politieke, verbindende en genezende kracht toeschreef en het belang van het erkennen en kanaliseren van woede benadrukte

Alfredo Jaar, 'And Yet' (2019), installatie bij STUK, Huis voor Dans, Beeld en Geluid. Foto Kristof Vrancken

Poëzie en het vermogen tot weerstand dat Lorde haar toeschrijft vormen de rode draad in de tentoonstelling. Soms zijn er ook directe referenties aan gedichten. Zo citeert kunstenaar Alfredo Jaar met zijn felle neoninstallatie And Yet (2019) de Russische dichter Anna Achmatova, die in reactie op Stalins ‘Grote Zuiveringen’ het verdriet, maar ook de veerkracht van de menselijke geest in tijden van onderdrukking beschreef. ,‘En toch,’ schreef ze in een gedicht, moesten Achmatova en haar naasten toch weer doorzetting vinden strijd te blijven voeren. Van dichter en kunstenaar Etel Adnan zijn er naast haar intieme laatste schilderij (ongetiteld, 2021), een geschenk aan een dierbare vriendin dat in gesprek met haar tot stand kwam, ook gedichtenbundels te zien. Beide uitingen zijn reflecties van haar innerlijke wereld; van haar band met het universum.

Meest beklijvend is de poëtische video 18.000 Worlds (2022-2023) van de Oezbeekse Saodat Ismailova, waarin de kunstenaar archiefbeelden uit het EYE filmmuseum combineert met eigen ongebruikte opnames. De video verwijst naar de 18.000 werelden waar ons universum volgens mystieke teksten uit bestaat: een verhaal dat ze zich herinnerde uit haar kindertijd en later terugvond in de teksten van onder meer de twaalfde-eeuwse filosoof Shihāb al-Din Yahya al-Suhrawardi. Het resultaat is een onderzoek naar de onzichtbare fundamenten van haar land met voor lange tijd fluïde grenzen, naar vergeten of gewiste geschiedenissen, en naar het verloren contact met voorouders en hun kennis.

Saodat Ismailova, '18000 Worlds' (2023), installatie bij STUK, Huis voor Dans, Beeld en Geluid. Foto Kristof Vrancken

We zien verschillende werelden, parallel aan elkaar gemonteerd: close-ups van wemelende mierenhopen, kosmologische landschappen en een gerimpelde, oude huid die ook doet denken aan een bewegende,  topografische kaart. De uitgestorven tijger die door de video wandelt, over landsgrenzen heen, werd op bevel van de Russische tsaren uitgeroeid, maar leeft voort in dromen en volksvertellingen. Tegen het einde van de film zien we instortende gebouwen, zoals Sergei Eisenstein ze dreigend liet zien. Hier wordt de instorting echter ook teruggespoeld, alsof de gebouwen weer worden herbouwd. Een videotalisman, noemt Ismailova het werk: een beeldende beschermer van al wat weg is.

We worden uitgenodigd plaats te nemen op traditionele, veelkleurige Oezbeekse bedden die afsteken tegen het zwart-witte archiefmateriaal. Achterin de zaal staat een vitrinekast met archiefdocumenten die tonen hoe taal en alfabet in Oezbekistan politiek drukkingsmiddellen werden. De Oezbeekse cultuur lijkt erdoor ontwricht; Ismailova kan documenten van haar eigen grootouders nauwelijks lezen. De hele presentatie, die meandert tussen de monumentaliteit van de archiefbeelden en intimiteit van het textiel en de documenten, voelt als confronterende inkijk in de persoonlijke en culturele geschiedenis van een land dat hier weinig media-aandacht krijgt.

Ismailova koppelt poëzie aan familielegendes, mythen en culturele teksten – een andere rode draad in de tentoonstelling. De geglazuurde keramieken figuren (2024) van Pei-Hsuan Wang staan bijvoorbeeld bol van culturele verwijzingen naar intergenerationele banden en met haar ambachtelijke dwaalpad van sculpturen en projecties (2022/2023) stelt Mickey Yang onze misinterpretaties van symbolen en elementen uit Chinese en Oost-Aziatische culturen aan de kaak. In zijn two-screen video The Island Weights (2021) gaat Sky Hopinka (oorspronkelijke bewoner van Amerika, lid van de Ho-Chunk Nation) op reis door het gebied van de Ho-Chunk. Volgens de overlevering stonden vier watergeesten aan de oorsprong van de Ho-Chunk. In de film worden beelden van tumultueuze rivieren en serene meren afgewisseld met shots van winkelcentra, om zo te laten zien hoe de overblijfselen van het oorspronkelijke gebied contrasteren met de verstedelijking.

Soms brengt een kunstwerk bezoekers ook in fysieke zin tot rust. Kunstenaar, apneuduiker, chef-kok en therapeut Anne Duk Hee Jordan nodigt bezoekers uit plaats te nemen in een met blacklights verlichte tent. Op de doeken zijn kleurrijke wezens genaaid – uitvergroot, mysterieus en fantasierijk. Liggend op kussens in de tent, voel je een bedwelmende soundscape die als water op je lichaam drukt. De microkosmos is gemoedelijk, al werpen zich in die onderdompeling ook ecologische vragen op over onze omgang met deze niet-menselijke wereld.

Zo groots als Worlds Away is, zo intiem is Liquid Reflections (1968), de bewegende en innemende installatie van Liliane Lijn die er tegenover staat en waarin twee massieve plastic ballen op een met gecondenseerd water gevulde holle schijf dansen. Net als de verschillende videowerken in de expositie vraagt Lijns sculptuur tijd van de bezoeker: het duurt even voordat je het mechanisme, en de manier waarop alle elementen elkaar beïnvloeden, herkent. Lijn brengt thema’s uit de natuurkunde, zoals zwaartekracht, in dialoog met boeddhisme en feministische mythe-analyses. Veelal wordt ze gerekend tot de tweede generatie kinetische kunstenaars. Anders dan bijvoorbeeld Calder of Gego, die werkten met subtiele en vaak minimalistische bewegingen, gebruikt Lijn licht, water en geluid, en ‘nieuwe’ materialen als glasvezel en neon. Wetende dat Lijn geldt als pionier op het vlak van kinetische tekst, mode en door motoren aangestuurde kunst, is het onbegrijpelijk dat ze in België en Nederland zo’n beperkte bekendheid geniet.

De tentoonstelling wordt afgesloten met een indrukwekkende video van Anouk De Clercq. Woorden van Bertolt Brecht, geschreven in 1939 maar de laatste jaren opnieuw vaak te lezen op sociale media, luiden het werk in het introductietekstje in: ‘In the dark times / Will there also be singing? / Yes, there will also be singing / About the dark times’. Ook De Clercq koppelt poëzie aan wetenschap. Ze raakte geïnspireerd door de ‘terella’, of kleine magnetische modelbal, die in vorige eeuwen werd gebruikt om de aarde en magnetische velden te onderzoeken. Zelf tovert ze er een imponerende zonsverduistering mee tevoorschijn. Met het zacht geneurie op de achtergrond roept ze op tot meerstemmigheid.

Wie de tijd neemt, komt tot nieuwe inzichten over hier weinig bekende landen en onderdrukte groepen

Anouk De Clercq, ' We'll find you when the sun goes black' (2021), still uit de film, courtesy de kunstenaar

Meer dan een rustpunt is At the still point of the turning world een meeslepend vertrekpunt voor verdere bespiegelingen. De kunstenaars vragen tijd van de bezoeker: met videowerken en kunst die bol staat van wetenschappelijke, literaire en culturele referenties. Wie de tijd neemt, komt tot nieuwe inzichten over hier weinig bekende landen en onderdrukte groepen. Zo blijken poëzie en kunst inderdaad vehikels te zijn tot verbinding en troost.

At the still point of the turning world is in het kader van het kunstenfestival Artefact nog tot 25 februari te bezoeken in STUK, Leuven

Sander Bortier

is kunsthistoricus

Gerelateerd

Recente artikelen