metropolis m

Zoals de oplettende lezer misschien heeft gemerkt, zijn er iets meer beeldbijdragen in de laatste nummers van Metropolis M. Een nieuw initiatief in lijn met dat beleid is een beeldbijdrage gekoppeld aan recensies, door een tentoonstelling of een werk uit een tentoonstelling uit te lichten. In dit eerste geval is dat een serie werken van Kristien Daem, afkomstig uit de tentoonstelling Detached Involvement van curator Bas Hendrikx bij Garage Rotterdam. De tentoonstelling is de eerste van drie tentoonstellingen die Hendrikx komende tijd als één van de twee gastcuratoren voor Garage Rotterdam mag gaan maken. 

De tentoonstelling draait om werk dat bijna per ongeluk de status van kunstwerk heeft gekregen. Kunst die niet noodzakelijk als kunst is gemaakt in een atelier, maar door omstandigheden in die positie is gerold, zoals meest expliciet het geval bij een gipsen kubus van Michel François. François weet niet meer precies waarom hij het blok ooit maakte, waarschijnlijk als sokkel voor iets, maar vervolgens werd het door hem trouw meegenomen naar elke tentoonstelling, totdat het te beschadigd raakte. Ronald Ophuis vond het zo’n bijzonder object dat hij aan François voorstelde hem te ruilen tegen een schilderij van hem, waarmee ‘de sokkel’ definitief een kunstwerk werd. 

Even treffend voor Hendrikx’ concept is de diaserie van foto’s van planten op zaal in het Stedelijk Museum in Amsterdam, die Inge Meier met wat moeite tevoorschijn wist te halen uit de archieven van de instelling. Meier ontdekte bij toeval dat Willem Sandberg in de jaren nadat hij het museum wit had gesaust, de nog uit de negentiende-eeuw stammende gewoonte om kunst op zaal te combineren met planten continueerde. Op 57 dia’s passeren ze, de planten die figureerden op zaal, in wat in het algemeen wordt gezien als de meest identiteitsvormende jaren van dit museum. Bij elkaar laten ze zien dat de bedenkers van deze Hollandse archetype white cube zelf niet heel orthodox of uitsluitend waren. Het was er eerder huiselijk en inclusief. 

Niet elk werk weet het gevoel van terloopsheid, dat Hendrikx in de door hem geselecteerde kunst vond, even overtuigend over te brengen. Het schilderij Montana van Max Cole, dat weinig tentoongesteld is, maar wel fungeerde als decorstuk in een film van Woody Allen, is toch echt gewoon een kunstwerk, blijkt hier. Dubbelzinniger is Kristien Daems Case Study #1: Notations for Galerie Heiner Friedrich, Köln, 1976 (not executed) by Fred Sandback, dat we op deze pagina’s alle ruimte geven. Het is net als de dia’s van Meier documentair van karakter, zij het met iets meer eigen inbreng van de kunstenaar. Hendrikx schrijft in zijn toelichting dat Daem geregeld niet uitgevoerde projecten van kunstenaars uitvoert, nadat ze die op het spoor is gekomen via een tekening of een ontwerpschets, of omdat het project in een biografie genoemd wordt. In dit geval gaat het om een installatie van Fred Sandback voor een Keulse galerie, waarvan alleen twee ontwerpschetsen bestaan. De ruimtevullende lichtsculpturen, die in een patroon van diagonalen eigen grenzen trekken door de ruimte en haar zouden hebben moeten openen voor een nieuwe ruimtebeleving, zijn destijds niet gerealiseerd. De galerie bestaat niet meer, maar het toeval wil dat Gerhard Richter er zijn atelier en kantoor vestigde. Daem ging er op bezoek, fotografeerde de ruimtes en legde thuis folies met de lijnontwerpen over de foto’s. Als scherpe witte lichtstrepen snijden ze nu door de ruimte.

Daem laat zien dat een terloops feit uit de kunstgeschiedenis, per toeval ontdekte tekeningen, nieuw gewicht kan verwerven als kunstproject. Zoals Hendrikx in zijn tentoonstelling illustreert hoe alles wat zich terloops in de kunstwereld voltrekt potentieel van waarde is, afhankelijk van de bereidheid van de kijker er aandacht aan te geven, daarin geholpen door een kunstenaar, een curator, een galerie of tentoonstellingsruimte. Centraal in de ruimte hangt een groot, het licht reflecterend gordijn van Philip Janssen, dat zich op foto heel anders voordoet. Het gordijn verandert de tentoonstellingsruimte in een groot podium, met enorme coulissen. Daardoor lijkt het getoonde een zekere handelingsbereidheid aan te geven. Niet de objectwaarde is hier van belang, maar de aard van de performance van het getoonde. Het mag geen groot, nieuw inzicht heten wat Hendrikx hier presenteert, maar hij heeft de tentoonstelling met liefde en aandacht samengesteld en gekozen voor enkele zeer goede werken.

Detached Involvement

Garage Rotterdam

20.04.2018 t/m 08.07.2018

 

Domeniek Ruyters

is hoofdredacteur van Metropolis M

Gerelateerd

Recente artikelen