
Het experiment laten spreken – Make Eindhoven te gast bij Pennings Foundation
Ana Navas, Vera Gulikers en Caz Egelie behoren tot de kunstenaars die afgelopen jaren samenwerkten met de werkplaats Make Eindhoven bij het verkennen van de mogelijkheden van materialen en technieken met name op het gebied van metaal, glas en grafische techniek. Ter gelegenheid van het afscheid van directeur Lex van Lith, heeft de werkplaats bij Pennings Foundation een tentoonstelling ingericht met werk van 22 makers die er projecten realiseerden. Kiki Mertens bezoekt de tentoonstelling en praat met Van Lith over de noodzaak van experiment en samenwerking.
Een grote felgele asbak valt direct op bij binnenkomst van de tentoonstelling Made Possible. De grove textuur maakt zichtbaar hoe de betonnen asbak is gegoten in een mal van zand. Ook de kandelaar ernaast, bestaande uit omgesmolten kaarsen, is een knipoog naar de giettechniek waarbij vaak gebruik wordt gemaakt van was. De asbak en kandelaar zijn onderdeel van de serie Vrijgieterij (2019), waarin Lucas Maassen inzoomt op de elementen van de techniek die normaliter ongezien blijven in het eindproduct. Door gebruik te maken van een snel en intuïtief proces waar ruimte is voor ongelukken en toeval wordt het hele proces zichtbaar in de sculpturen.
De makers die bij Make Eindhoven de werkplaats gebruiken, kleuren graag buiten de lijntjes. Dat is ook de bedoeling, vertelt Van Lith: ‘Ons uitgangspunt is om kennis, technieken en materialen te faciliteren aan mensen die wel weten wat ze willen, maar niet bekend zijn met de technieken. Zij stellen de leukste vragen en maken dingen die je niet zou verwachten van een grafisch-, metaal- of glaswerkplaats. Het zit allemaal in het experiment, in het onderzoek. Dit heeft niet alleen voor de makers veel gebracht, maar ook voor ons. De co-creatie die dan ontstaat is het belangrijkste: jij stelt een vraag en samen zoeken we een oplossing.’
'Je moet zorgen dat je connecties legt met andere werkplaatsen'

Iemand die al langere tijd verbonden is aan de werkplaats, is Max Lipsey. Het werk dat hier getoond wordt, Copy Tools (2009), gereedschappen gegoten in aluminium, zijn vervaardigd in de voormalige metaalwerkplaats, die toen nog Beeldenstorm heette. Lipsey was eveneens initiatiefnemer van Copy Nature – een project waar verschillende designers aan de slag gingen met de natuur als inspiratiebron – waarmee hij een grote groep designers introduceerde in de werkplaats. Een van hen vroeg of we voor het gieten van metaal ook een brandvrije deken konden gebruiken, vertelt Van Lith. Dit gebeurt normaal in een gipsenmal of in een mal van zand. ‘Na een eerste, niet volledig geslaagd experiment, namen we contact op met het TextielLab in Tilburg om te vragen hoe we dit het beste konden aanpakken. Hierdoor merkte je al vrij snel dat je het als eenpitter niet gaat redden. Je moet zorgen dat je connecties legt met andere werkplaatsen.’
Deze verbondenheid met andere werkplaatsen is kenmerkend voor de ontwerpers en kunstenaars die gebruik maken van de werkplaatsen van Make Eindhoven. Veel makers werken ook met andere technieken en materialen die zij niet faciliteren. Bijvoorbeeld Tim Breukers, die naast de metalen werken die hier te zien zijn, ook veel met keramiek werkt. Dat in 2014 de grafiekwerkplaats Daglicht fuseerde met Beeldenstorm (en later samen onder de naam Make Eindhoven verder gingen), is dan ook een welkome ontwikkeling geweest. Mensen komen binnen met het idee om met metaal te werken, maar komen vervolgens bij de grafiekwerkplaats terecht. Als blijkt dat wat de maker voor ogen heeft, niet gerealiseerd kan, dan spelen de connecties met de andere werkplaatsen een belangrijke functie: ‘Bij ons kom je altijd verder, is het niet bij onszelf, dan weten wij wel een plek waar je wel verder kan.’

In het werk Materialism (2013) van Mieke Meijer is de diversiteit van verschillende technieken en materialen zichtbaar aanwezig. Op een stalen frame zijn platen van verschillende materialen – zoals glas, aluminium, brons en keramiek – aangebracht. De installatie lijkt zich te bewegen tussen design en architectuur en zoekt zo de grenzen van materialiteit op. Naast dat de materialen een verschillende uitstraling hebben, gedragen zij zich ook anders. Ze hebben bijvoorbeeld andere smeltpunten en een andere krimp. Van Lith vertelt hoe het daardoor een uitdaging was om de platen precies even groot te krijgen. Daarom maakte Meijer gebruik van verschillende werkplaatsen, waardoor het eindproduct een mooie samenkomst van al deze verschillende werkplekken creëert.
De werking van het materiaal wordt door alle kunstenaars bij Made Possible gerespecteerd. Grenzen en tekortkomingen worden niet als belemmering gezien, maar juist als iets om mee te werken. Zoals de glassculpturen van Bo Stokkermans die vooraan in de hal staan. De gaten die zijn ontstaan door het krimpen van het glas, zijn geen foutjes maar onmisbare visuele elementen van de sculptuur. De eigenheid wordt zichtbaar waardoor het materiaal niet zozeer een middel is, maar eerder een factor waar mee moet worden samengewerkt.
De werken in de tentoonstelling lopen uiteen. Zo gaat Vera Gulikers schilderachtig op canvas te werk met grafische technieken; zien we een aluminium sculptuur van Joshua Wechsler aan de wand hangen waar takken en dierenwervels een geheel vormen; en staat achter de scheidingswand een grote installatie van Caz Egelie, bestaande uit een gordijn, metalen billen, een stapel koffers en een schoen, allemaal onderdeel van diens performance “Wait, I thought I was supposed to be a generous cook in a greasy kitchen”- true stories told by The Prompter (2022).
Wanneer ik vaststel dat de werken en makers uiteenlopend zijn, stelt Van Lith dat er toch een vaste factor in zit: de nieuwsgierigheid en vernieuwende houding van de makers tegenover de materialiteit en de techniek, zij het in de kleine sculpturen van glas, de grove werken van beton, installaties van metaal of zeefdrukken op canvas. Allemaal doen zij iets met het materiaal wat je gewoonlijk niet zou verwachten, stelt Van Lith.
Ooit begonnen als resident van Beeldenstorm, toen gesolliciteerd voor coördinator en uiteindelijk gebombardeerd (zo noemt hij het zelf) tot directeur van Make Eindhoven: Van Lith kijkt terug op een bewogen, innoverende maar vooral fijne tijd. ‘Het is een warm bad, dat zoveel mensen Make Eindhoven afgelopen jaren mogelijk hebben gemaakt.’ Nu draagt hij het stokje over: ‘Het staat en het kan alleen maar beter worden.’
Made Possible is nog t/m 15 februari te zien bij Pennings Foundation in Eindhoven.
Kiki Mertens
schrijft over kunst en filosofie