metropolis m

Zonder particuliere instellingen zou er bijna geen hedendaagse kunst te zien zijn in Italië. In onze reeks gewijd aan spraakmakende kunstcentra van private foundations een gesprek met Vincente Todolí van HangarBicocca in Milaan, een initiatief van Pirelli Real Estate, als onderdeel van een omvangrijker stedelijk plan.

Gelegen in de noordoostelijke periferie van Milaan is Pirelli HangarBicocca, met een oppervlakte van 15 duizend vierkante meter tentoonstellingsruimte, één van de grootste centra voor hedendaagse kunst in Europa. HangarBicocca opende in 2004 haar deuren op initiatief van Pirelli Real Estate en was onderdeel van een groots stedelijk herbestemmingsplan, geïnitieerd in 1996 door moederbedrijf Pirelli &C, nu ‘Grande Bicocca’ genoemd. Het bedrijf staat daarmee niet alleen aan de wieg van HangarBicocca, maar ook van de huidige herbestemming van de wijk Bicocca. De initieel groots aangekondigde samenwerking met de regio Lombardije bleek uiteindelijk niet haalbaar. Vanaf 2013 verdween iedere verwijzing daarnaar daarom uit de boeken en werd de naam HangarBicocca officieel omgezet naar Pirelli HangarBicocca.

Het is typerend voor Italië: de publieke sector laat het afweten, vooral op het gebied van de hedendaagse kunst. Milaan heeft zelfs geen museum voor hedendaagse kunst, terwijl daar al sinds de jaren dertig van de vorige eeuw over wordt gediscussieerd. De verwachtingen zijn laag en liever neemt de vermogende Italiaan, de bank of het bedrijf het heft in eigen hand en investeert direct zelf in het openbare belang. Het verklaart het enorm hoge aantal fondazioni (private stichtingen zonder winstoogmerk) in het land.

HangarBicocca wil zich presenteren als een integraal onderdeel van het culturele erfgoed van Milaan, als aanjager van transformatie en groei van het omliggende gebied in dialoog met een netwerk van centra voor hedendaagse kunst. Hoewel de musealisering van privécollecties en bestaande stichtingen een fenomeen is dat zich in de gehele internationale kunstwereld openbaart, is Pirelli HangarBicocca in Milaan uniek wat betreft de tentoonstellingsoppervlakte en de sociaal-culturele ambities.

Na acht jaar van wisselende tentoonstellingen en samenwerkingen, waarvan twee jaar onder artistieke leiding van Chiara Bertola, werd in 2012 Vicente Todolí benoemd tot artistiek-adviseur en later artistiek-directeur. Todolí, hiervoor directeur van Tate Modern in Londen, Serralves in Porto en het IVAM in Valencia, maakte ook naast die functies talrijke tentoonstellingen, telkens met een hands-onbenadering. Ik sprak Todolí bij HangarBicocca en vroeg hem naar zijn ervaringen in Milaan: ‘Na Tate wilde ik enkel nog honderd procent met kunst bezig zijn. Dus toen ik werd gevraagd als artistiek-directeur van HangarBicocca heb ik wel voorwaarden gesteld. Ik vroeg voor ik begon om absolute vrijheid, om globaal te kunnen denken en een artistiek programma als geheel te kunnen ontwikkelen voor de duur van drie jaar, zonder targets. Daarnaast wilde ik de ruimte zoals die was grondig heroverwegen.’

Mario Merz, Igloos, installatie Pirelli HangarBicocca, 2018, courtesy Pirelli HangarBicocca, Milaan, foto Renato Ghiazza

Enorm

Alles is groot aan HangarBicocca. Gehuisvest op het voormalige bedrijfsterrein van mechanisch productiebedrijf Breda, in een typische, industriële architectuur, inclusief driehoekige daken, stalen constructies binnenin en indrukwekkende afmetingen. De tentoonstellingsruimte bestaat uit drie delen: een lagere constructie, de shed, leidt naar een grote, hoge fabriekshal bestaande uit een middenschip met twee zijbeuken van dertig meter hoog en in totaal 9.500 vierkante meter oppervlak, de navate, met aan het uiteinde de cubo, een vierkante structuur met een imposant tongewelf. Daarnaast beheert HangarBicocca twee monumentale, permanente werken: op het plein voor de ingang staat Fausto Melotti’s La Sequenza en in de linker zijbeuk bevinden zich The Seven Heavenly Palaces van Anselm Kiefer, gemaakt voor de opening in 2004. Todolí: ‘De torens van Kiefer domineerden de volledige open ruimte en het was in mijn ogen niet mogelijk daar een artistiek programma naast te ontwikkelen. Je kunt geen twee orkesten in hetzelfde auditorium laten werken tenzij ze samenspelen, en daarin had ik geen interesse. Dus dat gedeelte werd met dertig meter lange, zwarte gordijnen afgesloten en de hele structuur werd vanbinnen opgeknapt. Niet tot white cube, maar met behoud van het rauwe industriële karakter. De navate deden me denken aan de Turbine Hall van Tate en ik wist uit ervaring dat je in dergelijke ruimtes niet zomaar tentoonstellingen kunt maken. De proporties waren hier echter anders en ik besloot om site-specifieke overzichtstentoonstellingen te maken in de navate, en de shed te gebruiken voor jongere kunstenaars.’

De enorme tentoonstellingsruimte die achter Melotti’s La Sequenza van ijzeren platen opdoemt, is imposant, vanbinnen meer nog dan van buitenaf. De kunst heeft er geen keus en moet zich wel verhouden tot de architectuur. Het gevolg is dat de tentoonstellingen bij HangarBicocca van een bovenmenselijk karakter zijn qua omvang en opzet, en dat maakt een bezoek al snel tot een avontuurlijke ervaring. Todolí: ‘Het gaat om de individuele ervaring van de bezoeker. Als het spectaculair dreigt te worden, is dat niet per se goed of slecht. Het gaat uiteindelijk om de inhoud en de beleving, ook voor de minder geïnformeerde bezoeker. In dat opzicht willen we het gebruikelijke tentoonstellingsformaat overstijgen.’

Art to the people

Todolí zette een gestructureerd tentoonstellingsprogramma op met afwisselend grote, gevestigde namen en jongere kunstenaars, in totaal vier per jaar. In een vloeiend ritme overlapt de ene tentoonstelling telkens met het begin of einde van twee andere. Verbanden ontstaan toevallig volgens Todolí. Hij put uit het actuele internationale kunstaanbod met een interesse voor universele thema’s als verbeelding en perceptie, man made en organisch landschap, het dagelijkse leven, ruimte en sociale context, ontwikkeld in een scala aan verschillende tentoonstellingsvormen. Dat materialiteit belangrijk is, spreekt voor zich. Todolí: ‘Het is belangrijk voor ons dat er geen barrières tussen het kunstwerk en het publiek zijn. Ik zag meteen dat er geen muren moesten worden geplaatst; de uiteindelijke relatie tussen de kunst en de architectuur moet symbiotisch zijn, zodat het resultaat groter is dan de som der delen. Het maakt iedere tentoonstelling tot een unieke ervaring. Daarbij mag een kunstenaar niet al eerder een retrospectieve tentoonstelling hebben gehad in Italië en moet er genoeg werk zijn om een complexe tentoonstelling te kunnen ontwikkelen en het oeuvre in een nieuw licht te presenteren.’

Het tentoonstellingsprogramma staat volledig op zichzelf en vormt de basis van alle andere activiteiten die HangarBicocca ontwikkelt onder het motto ‘art to the people’, zonder echter in te gaan op de lokale omstandigheden of de in gebreke blijvende publieke sector. Todolí: ‘We brengen kunst naar de mensen, maar geen kunst voor de mensen. HangarBicocca is een onderzoeksinstituut; we gaan in dialoog met kunst, met kunstenaars, de artistieke gemeenschap en met hen die een interesse hebben in kunst. Ondanks onze perifere ligging zien we Milaan als ons primaire referentiepunt, vervolgens Italië en de rest van de wereld. Maar HangarBicocca neemt niet de plaats in van een museum voor hedendaagse kunst; onze rol is complementair. In Milaan is het eigenlijk altijd de private sector geweest die handelde waar de staat het liet afweten. Dat is jammer, maar ons programma is zo specifiek en zo gebonden aan de geest van de plaats en van onze sponsor dat we ons niet op dat terrein begeven.’

Dat neemt niet weg dat de instelling wel een sterke maatschappelijke betrokkenheid laat zien. De intenties zijn gul en vullen een aanzienlijk cultureel hiaat in de stad: naast het programma van internationaal toonaangevende kunst is er een uitgebreid publieksprogramma, alles gratis toegankelijk. Todolí: ‘Wanneer een bedrijf zich bezighoudt met cultuur is het belangrijk dat niemand wordt buitengesloten. Het is juist door het ontbreken van “administratieve targets” dat stichtingen zonder winstoogmerk daarin kunnen voorzien. Ondanks de omvang van HangarBicocca hebben we een klein team. Het overgrote deel van onze middelen gaat naar de kunst en de kunstenaars, en dat hebben ze graag. Het is dus feitelijk een kleine instelling met enorme faciliteiten. Ik vergelijk het graag met een snelle, manoeuvreerbare zeilboot die er niet een hele dag over doet om van koers te veranderen zoals een vliegdekschip.’

Andrea Wiarda is curator, kunstcriticus en codirecteur van Kunstverein Milano

Alle foto’s zijn afkomstig uit de huidige tentoonstelling Mario Merz, Igloos, HangarBiocca, Milaan 25.10.2018 t/m 24.2.2019 Meer info hier

Eerdere afleveringen in deze reeks waren gewijd aan Fondation Lafayette Anticipations, Parijs, en Villa Empain in Brussel

Andrea Wiarda

Gerelateerd

Recente artikelen